Een lintje voor juffrouw Annie
De zonovergoten werkkamer van koningin Beatrix in paleis Noordeinde. Terwijl de majesteit met afgrijzen terugdenkt aan haar nachtmerrie over een wekelijks overleg met premier Geert Wilders, poetst zij met een flesje Silvo zilverpoets een stapeltje Koninklijke onderscheidingen. Dan komt prinses Máxima de kamer binnen.
"Dag schoonmama, weet u al waar we dit jaar gaan koekhappen en naar de mensen zwaaien?”
"Ja hoor kindje, we gaan naar het wonderschone Middelburg, je weet wel, de stad van meesterbakker Bliek. En we gaan ook naar het pittoreske Wemeldinge.”
“Wat voor dingen?”
“Geen dingen, Max, Wemeldinge. Ben je nou nog steeds niet ingeburgerd? Wemeldinge is zo’n typisch klein, knus Nederlands plaatsje met wat klungelige geveltjes, een bouwvallig kerkje en allemaal vrome mensen in klederdracht. En ik ben hun vorstin (zucht).”
“Goh, dus dat wordt weer een hartstikke gezellige dag, zoals jullie Nederlanders dat noemen. Krijgen we ook een aubade?”
“Natuurlijk krijgen we een aubade. Laten we hopen dat de kindertjes in Zeeland niet al te vals zingen. En we krijgen biersjoelen door de voetbalclub, stoeltjesrijden op de ijsbaan,….
“En een bolus van meesterbakker Bliek?”
“Max, gedraag je, wil je.”
“Sorry schoonmama, wat zit je trouwens te doen met dat busje zilverpoets? Moet je niet regeren?"
"Regeren? Dat heb ik vanochtend al gedaan. Ik zit nu wat lintjes te poetsen voor medewerkers van de Universiteit Utrecht. Je weet wel, voor onze jaarlijkse lintjesregen."
"Madre de dios, jullie zijn hier in dit pokkenland echt dol op regen, hè? Wie krijgen er deze keer een lintje? Zijn het weer bijna allemaal professoren, net als vorig jaar?"
"Eh, even kijken. Nee hoor. De professoren zijn vanwege hun grote verdiensten natuurlijk wel zwaar in de meerderheid, maar er zitten deze keer ook een paar gewone mensen bij. Ze worden steeds democratischer, daar in Utrecht. Hier, dat zul jij wel leuk vinden, er staat ook een zekere juffrouw Annie op de lijst."
"Juffrouw Annie? Quién el diablo es juffrouw Annie?"
"Even kijken, juffrouw Annie, secretaresse op het Instituut voor Raeto-Romaanse Talen en Culturen. steun en toeverlaat voor studenten, hart en ziel van de instituutsraad, maar ook maatschappelijk erg actief. Al veertig jaar in de weer voor anderen, die juffrouw Annie.”
"Goh schoonmama, dat is dus echt iemand die een lintje verdiend heeft."
"Zeg dat wel, kindje. heel terecht dat zij Lid wordt in de Orde van Oranje Nassau. Hé, wat grappig, er staat nog iemand van datzelfde instituut op de lijst, een zekere professor Van Dam."
"Goh, is die dan ook maatschappelijk actief geweest?"
"Niet dat ik weet, nee, maar daar hebben professoren ook helemaal geen tijd voor. Volgens de beschrijving heeft hij zich veertig jaar lang met hart en ziel op de wetenschap gestort en heeft hij veel buitenlandse congressen in zonnige oorden bezocht."
"Maar daar werd hij toch gewoon voor betaald, schoonmama?"
"Natuurlijk werd hij daarvoor betaald. En bepaald niet slecht, ha ha. Maar waarom vraag je dat, kindje?"
"Omdat ik me afvraag waarom híj Lid in de Orde van Oranje Nassau wordt als hij gewoon heeft gedaan wat van hem verwacht werd."
"Lid? Kom nou Máx, gebruik je verstand, wil je. Een professor wordt geen lid. Professoren worden Officier of op zijn minst Ridder."
"Ja ja, dus als je bijzonder verdienstelijk voor de maatschappij bent geweest, word je hier in Nederland Lid, en als je gewoon je werk hebt gedaan, word je Officier of Ridder. Ik denk dat ik nog een heel stuk moet inburgeren voordat ik jullie echt ga begrijpen, schoonmama."
(Aangepaste versie van de Schreef van 4 mei 2006)