Om de kwaliteit van het onderwijs
De zonovergoten werkkamer van Mark Rutte op het Haagse Binnenhof. Terwijl de beoogd premier genietend vooruitblikt naar het moment waarop hij naast de koningin op het bordes van Huis Ten Bosch zal staan, zet hij de laatste puntjes op de i van het regeerakkoord. Dan komt beoogd minister van Economische Zaken Maxime Verhagen de kamer binnen.
“Zo, ouwe langstudeerder, wil het een beetje vlotten?”
“Langstudeerder? Dat moet jij nodig zeggen, Maxime. Ik had tenslotte al na acht jaar mijn doctoraal. Had jij er geen tien jaar over gedaan?”
“Elf jaar, Mark, maar ik heb mijn studietijd nuttig besteed, ik ken de hele Macchiavelli uit mijn hoofd. En daar hebben we veel profijt van, zoals ons zeer gewaardeerde maar helaas wat op leeftijd geraakte partijlid Ruud Lubbers nog onlangs heeft ondervonden. Maar eerlijk gezegd kwam ik hier niet om met je te babbelen over de rijpe vruchten van mijn langdurige academische vorming. Hoe staat het met de bezuinigingen? Halen we de twintig miljard?”
“Eens even kijken, Maxime, ik heb precies gedaan wat jij me had opgedragen, de zorg is uitgekleed, de natuur afgeschaft, de cultuur opgeheven, dus we schieten al aardig op. Maar zoals je weet moet er een hoop asfalt bij en niet te vergeten een zootje kolencentrales en wat straaljagers. Dat is duur spul, jongen. Dus we zullen nog ergens een paar miljard moeten zien te vinden. Heb jij een idee?”
“Tuurlijk, Mark, wat denk je van de universiteiten? Dat laat die studenten maar jaren aanrommelen zonder dat ze ooit een tentamen hoeven te halen. Weet je hoeveel geld die langstudeerders de hardwerkende PVV-stemmer, eh, ik bedoeld de schatkist kosten?”
“Volgens mij niet zoveel. We betalen de universiteiten toch maar voor een beperkt aantal jaren per student?”
“Ja oké, maar je hebt toch geld nodig?”
“Eh, ja...”
“Nou, dan zeggen we toch dat het maatschappelijk onacceptabel is dat universiteiten toestaan dat studenten hun kostbare studietijd verlummelen.”
“Maar dat doen ze niet, Maxime. Ik kom regelmatig bij de universiteiten op bezoek en de meeste langstudeerders zijn juist erg actief. Ze lezen Macchiavelli of ze zitten in de medezeggenschap en .....”
“Medezeggenschap? Ben je helemaal van je hoedje gewipt? We betalen de universiteiten geen duur geld om studenten een beetje parlementje te laten spelen. En trouwens, er is toch al lang geen bestuurder meer die nog naar de medezeggenschap luistert?”
“Ja maar Maxime, ik roep al jaren dat ik academische vorming en inspraak van studenten enorm belangrijk vind. Dan zou het toch niet eerlijk zijn als ik er nu opeens boetes voor ga uitdelen?”
“Ja hoor eens, heb je geld nodig of heb je geld nodig? Dan roep je maar iets over voortschrijdend inzicht. Eerlijk! Ha ha die Mark, dat woord ben ik bij Macchiavelli echt nog nooit tegengekomen.”
“Ja ja, dus wat jou betreft zetten we in het regeerakkoord dat er pittige boetes volgen als studenten langer over hun studie doen dan strikt noodzakelijk?”
“Heel goed, je hebt het in één keer begrepen. Dat moet toch al snel een paar honderd miljoen opleveren. Maar zet er vooral bij dat onze doelstelling niet primair financieel gewin is, maar dat het ons gaat om het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs.”
“Natuurlijk gaat het ons daarom. Maar stel nou dat die boetes gaan werken en dat bijna alle studenten straks tijdig afstuderen.”
“Allemachtig Mark, denk je echt....? Dat zou een geweldige rotstreek van die universiteiten zijn, zeg, maar ik zie ze ertoe in staat. Zet er maar bij dat ze, als ze het in hun hoofd halen om het financiële beleid van dit kabinet te dwarsbomen, een stevige korting aan hun broek krijgen.”
“Goh Maxime, zal ik erbij zetten dat het ons ook in dat geval primair gaat om het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs?”