Wie wat bewaart....

De zonovergoten werkkamer van minister-president Mark Rutte op het Haagse Binnenhof. Terwijl de jeune premier met een geroutineerd gebaar een ongeopende brandbrief van de Verenigde Nederlandse Universiteiten in het prullenmeubel deponeert, klinkt op de gang een luide knal gevolgd door een gesmoorde vloek. Even later komt staatssecretaris Halbe Zijlstra enigszins aangeslagen de kamer binnen.

“Jezus Mark, kun je dat vloerkleedje in de gang niet fatsoenlijk laten vastleggen. Ik maakte me toch een klassieke uitglijder.”

“Nou Halbe, beter op de gang dan in de Kamer, zullen we maar zeggen, ha ha. Wat kwam je trouwens doen? Ik heb het nogal druk met regeren, dus houd het kort, wil je.”

“Ik kwam je raad vragen. Ik zit een beetje in mijn maag met de universiteiten.”

“Hoezo? Vanwege die optocht van keuvelende professoren vorige week? Joh, Halbe, doe niet zo raar, daar ligt echt niemand wakker van, behalve die hoogleraren zelf en wat studenten misschien. En trouwens, je hebt toch pas nog op DUB heel deskundig uitgelegd hoe het zit? Goed stuk hoor, zelfs ik begreep het. Laat die lui daar maar eens over nadenken, dan piepen ze wel anders.”

“Dat weet ik zo net nog niet. Een zekere De Bekker zegt deze week op DUB juist dat ik er helemaal niets van heb begrepen.”

“Niets van begrepen? Kom nou, Halbe. Je trekt je toch hopelijk niets aan van de mening van de eerste de beste zeurpiet op DUB? Dan kun je wel aan de gang blijven.”

“Sorry, Mark, maar die De Bekker is iets hoogs in Utrecht en volgens hem is het geen goed idee van ons om de universiteiten te vragen om hun reserves te gebruiken om de bezuinigingen op te vangen. Hij noemt het een hachelijke zaak en een onverantwoord financieel risico en eerlijk gezegd vind ik dat hij wel een punt heeft.”

“Hoezo een punt? Waar hebben ze die reserves anders voor? Toen ik klein was, zei mijn moeder altijd: Mark, jongen, stop wat geld in je spaarpot voor later, want wie wat bewaart.... en dan moest ik het afmaken, en dan zei ik: ....die heeft wat, moeder. Ach mijn goede, verstandige moeder, wat was het vroeger knus thuis.”

“Goh Mark, blij dat ik je weer even aan je gelukkige jeugd heb kunnen herinneren. Maar als je zakgeld op was en je had geld nodig, zei je moeder dan dat je het geld maar uit je spaarpot moest halen?”

“Ben je belazerd, Halbe. Die spaarpot, daar moest ik vanaf blijven. Die was voor tijden van nood.”

“Ja ja, maar hoe innoveerde je dan?”

“Dan innoveerde ik maar even niet.”

“Maar wij willen toch juist dat de universiteiten wel innoveren? Dat zegt die De Bekker trouwens zelf ook, dat dat heel belangrijk is.”

“Natuurlijk Halbe, innoveren is onmisbaar voor een kenniseconomie als de onze. Heel goed dat de universiteiten daar hun prioriteit leggen. Ik zal de VSNU een brief sturen om ze mijn complimenten over te brengen.”

“Maar die De Bekker zegt juist dat de universiteiten geen geld hebben om te innoveren als gevolg van de bezuiniging die wij ze opleggen.”

“Meen je dat, Halbe, dat zou niet best zijn voor onze concurrentiepositie. Die Chinezen zijn niet te vertrouwen. Dat weet je zelf ook. Geef de universiteiten als de sodemieter wat extra geld, wil je. We mogen op het punt van innoveren geen seconde verslappen.”

“Maar Mark, we hebben geen geld, we moeten van Marnix en Jan Kees juist minder uitgeven, weet je nog.”

“Verrek Halbe daar zeg je zo wat. Maar hoe moet het dan met innoveren? Weet je wat, als jij de universiteiten nou eens adviseert om hun reserves aan te spreken. Geld zat, die lui.”

“Maar die De Bekker zegt nu juist....”

“Jeetje Halbe, hou nou eens op over die De Bekker, wil je. Schrijf de universiteiten maar dat ze op volle kracht door moeten gaan met innoveren en dat ze de rest met een gerust hart aan ons kunnen overlaten. Schrijf ze maar dat we in Den Haag echt wel weten waar we mee bezig zijn.”

Tags: schreef

Advertentie