'Ik ben niet bang voor openbare cursusevaluaties'

Acht Teaching Fellows hebben twee jaar de tijd om een aspect van het onderwijs in zijn of haar faculteit te verbeteren. DUB laat de acht aan het woord. Vandaag deel 5 met Robin van den Boom, docent bij Diergeneeskunde.

Hij is sympathiek, toegankelijk en durft kritisch naar zijn eigen lesstof te kijken als studenten daar commentaar op hebben. Dat kreeg Robin van den Boom in 2009 te horen toen hij bij Diergeneeskunde de senior docentprijs won. Nu kan Van den Boom als Teaching Fellow twee jaar aan de slag om het onderwijs bij Diergeneeskunde te vernieuwen. Hij gaat onder meer kijken of de overstap naar het bachelor-mastersysteem in 2007 wel helemaal goed gelukt is.

Waarom is het nodig om aan de opleiding te schaven?
“We hebben met de overgang naar het bachelor-mastersysteem in 2007 een andere indeling van het onderwijsprogramma in de bachelor. Dat heeft nog wat finetuning nodig. Vroeger leerde je eerst hoe een gezond dier in elkaar zit, en daarna kreeg je te maken met ziektebeelden. Sinds 2007 is die kennis geïntegreerd in orgaangerichte blokken. Het gevolg is wel dat bijvoorbeeld de kennis over anatomie niet overal even goed aan bod komt. Ik ga kijken hoe we die stof beter kunnen integreren.”

Je hebt nog een ander doel als Teaching Fellow: een grotere inzet van digitale zelfstudiemodules waarmee studenten onder meer ziektebeelden leren herkennen via filmpjes en animaties. Waarom?
“Door theorie en praktijk dicht bij elkaar te brengen, blijft de kennis beter hangen, is mijn ervaring. Bij Paard bijvoorbeeld doen ze ’s ochtends praktijkervaring op en hebben ze ’s middags college. Met digitale zelfstudiemodules kunnen de studenten, ook als ze in de kliniek bezig zijn, de theorie er nog eens virtueel bijpakken.”

“Ook leren de studenten met de zelfstudiemodules ziektebeelden herkennen die ze in de praktijk misschien nog niet gezien hebben. Als je een groot humaan ziekenhuis hebt, zoals hiernaast (het UMC, red.) dan kan je tegen studenten zeggen: we volgen nu de cursus neurologie, dan lopen jullie ook coschappen bij de afdeling neurologie. Die luxe hebben wij niet. We hebben een redelijk aanbod aan paarden die hier als patiënt komen, maar het kan gebeuren dat een student een bepaald ziektebeeld tijdens zijn of haar studie niet tegenkomt bij een patiënt. Second best is dat je een goede zelfstudiemodule hebt, met veel animaties en vragen over dat ziektebeeld.”

Kunnen digitale zelfstudiemodules praktijkervaring vervangen? 
“Nee, ze zijn aanvullend. Het is niet de bedoeling om het werken met dieren te vervangen. Studenten leren het meest van werken met dieren. Je moet de studenten zoveel mogelijk blootstellen aan waar ze later mee te maken krijgen.”

Waarom wilde je Teaching Fellow worden?
“Binnen het departement Paard was ik al actief bezig met onderwijsvernieuwing. Ik zie dit als een kans om er nog meer mee bezig te zijn. Ik ben ook wel benieuwd wat de andere Teaching Fellows doen met hun project, er zijn namelijk wel gemeenschappelijke issues waar we mee te maken hebben.”

Wat is er dan gemeenschappelijk?
“Nou, bijvoorbeeld: hoe krijg je mensen mee? Ideeën hebben is niet genoeg, je moet je collega’s ook overtuigen. We komen geregeld bij elkaar, de Teaching Fellows, en dan hebben we het over deze dingen.”

Is onderzoek belangrijker bij collega’s?
“Onderwijs is een primaire taak naast onderzoek. Hier bij Diergeneeskunde is er ook nog patiëntenzorg. Er moet een goede balans zijn tussen de taken. In de perceptie is onderzoek wel eens belangrijker. Misschien omdat onderwijsprestaties moeilijk te meten zijn. Onderzoek kan je kwantificeren met aantallen publicaties en impactfactoren, bij onderwijs is dat niet zo makkelijk.”

Cursusevaluaties maken onderwijsprestaties wel meetbaar. Nu is er een discussie om die openbaar te maken. Zou je daar voor zijn?
“Ik zou dat een goede ontwikkeling vinden. Waarom die geheimzinnigheid? Misschien dat docenten denken: als ik veel onvoldoendes geef dan krijg ik een slechte evaluatie. Maar ik ben er niet bang voor. Ik schat de studenten wel hoger in. Ze zijn hier om een goede dierenarts te worden, en ze gaan je niet beter beoordelen als je soepel bent met cijfers.”

De universiteit is hard bezig met het vernieuwen van het onderwijsmodel. Welke onderdeel van de plannen spreekt je het meest aan?
“De brede bachelor spreekt mij wel aan. Ik snap dat het voor Diergeneeskunde lastig is. Ons programma zit al heel erg vol. Maar ik denk wel dat het goed is als studenten over de grenzen van de eigen faculteit kijken. De meeste Diergeneeskundestudenten kiezen toch een veterinair vak als keuzevak. Het zou gezond zijn om ook eens een vak elders te doen.”

Wat vind je moeilijk als docent?
“Als iemand zijn best doet, maar het niet snapt, dan wil ik het graag tien keer uitleggen. Maar als ze geen moeite doen, dan vind ik dat lastig. Soms komt het omdat ze andere dieren interessanter vinden dan paarden. Dan is het zaak om goed uit leggen dat een dierenarts een algemene bevoegdheid krijgt, en dus ook kennis en kunde van paarden moet hebben.”

Wat zijn de mooiste momenten als docent?
“Een student die in de kliniek zoveel mogelijk van het onderzoek en de behandeling zelf doet. Dat ik bijna niks zelf hoef te doen, en dat het paard toch heel goed behandeld wordt, en dat de eigenaar een goede uitleg krijgt. Dan heb ik als docent mijn werk goed gedaan.”

 

PASPOORT

 

Naam: Robin van den Boom
Leeftijd: 41
Favoriete schoolvak: Biologie (en geschiedenis)
Studie: Diergeneeskunde
Functie: Universitair docent (aandachtsveldhouder onderwijs departement gezondheidszorg paard)|
Muziek: zeer divers, van Adele tot U2, net naar concert van Example (Britse artiest) geweest
TV-programma: Studio Sport
Sociale media: Facebook, Twitter, LinkedIn

Advertentie