Depressieve puppies scoren in de media
Dieren scoren goed in de media. Te goed, vindt Nienke Endenburg, dierenpsychologe bij de faculteit Diergeneeskunde. Een terloopse opmerking over antidepressiva voor dieren leverde haar een artikel in De Pers, een telefoontje van Giel Beelen en een interview door Q-music op.
“Als het aan de kat lag, kocht ze Prozac”. Het is de kop van een artikel dat De Pers een aantal weken geleden publiceerde. Het nieuws dat huisdieren steeds vaker antidepressiva krijgen voorgeschreven, werd door een aantal landelijke kranten en radiostations grif opgepikt. Hoe opmerkelijk is het dan als bij navraag bij dierenpsychologe Nienke Endenburg dit nieuws schromelijk overdreven blijkt te zijn.
Endenburg werd door De Pers benaderd om commentaar te geven op gedragsproblemen en gebruik van antidepressiva bij dieren. Op zich geen vreemde keus om Endenburg te vragen; ze is immers psycholoog bij de Gedragskliniek voor Dieren binnen de faculteit Diergeneeskunde en gespecialiseerd in de relatie tussen mens en dier. Opvallend is dan wel dat Endenburgs opmerking over “sporadisch gebruik van antidepressiva’ door De Pers wordt geïnterpreteerd als “toenemend gebruik van psychofarmaca voor dieren” en dat vervolgens half Nederland zich verkneukelt over de verregaande liefde voor dieren van goedbedoelende diereneigenaren.
In werkelijkheid worden op de Gedragskliniek voor Dieren gedragsproblemen nauwelijks met pillen aangepakt, zegt Endenburg. Heel soms schrijft de dierenarts een dier een antidepressivum voor, maar dat is puur om een negatieve spiraal te doorbreken. Ook worden antidepressiva gebruikt bij andere problemen dan depressiviteit. Angstige honden of sproeiende katten krijgen ook wel eens een pilletje. Bovendien heeft het middel voor dieren absoluut niet de lading die mensen er aan geven.
Hot
Endenburg blijft laconiek onder het mediacircus. Ze is zich er al veel langer van bewust dat dieren hot zijn in de media, gezien de grote frequentie waarmee ze wordt gevraagd om commentaar. Tv-programma’s over dieren halen steevast goede kijkcijfers, kranten en tijdschriften weten dat ze kunnen scoren met verhalen over dieren.
Haar verklaring: huisdieren worden steeds belangrijker. In deze moderne tijden waarin iedereen het druk, druk, druk heeft, geeft een dier rust. “Een dier heeft altijd tijd voor je, hoeft nooit zijn agenda te trekken en zeurt nooit. Het is een vorm van sociale ondersteuning die vroeger de kerk gaf of de gemeenschap waarin je leefde”. Vooral aaibare dieren scoren goed. Honden en katten, maar ook vogels, en knaagdieren.
Er wordt niet alleen veel over dieren geschreven, ook de manier waarop wordt steeds smeuïger. Zo rept De Pers in haar artikel gekscherend over “puppyprozac”, haalt Giel Beelen er in zijn programma een wanhopige hondeneigenaar bij die een labrador heeft met ADHD, en grapt GeenStijl over “somberhonden en piekerpoezen”.
De populaire toon van artikelen en programma’s over dieren weerhoudt Endenburg er echter niet van om commentaar te blijven geven vanuit haar wetenschappelijke expertise. “Als ik iets kan doen om mensen met hun neus op de feiten te drukken over het welzijn van hun huisdier, dan doe ik dat. Dat artikelen over dieren veel lezers trekken, is dan alleen maar mooi meegenomen. Soms wordt iets jammerlijk verkeerd opgeschreven, zoals bij dit artikel over antidepressiva voor dieren. Maar ik hoop vaak toch dat er iets blijft hangen.
Gefrustreerd
Want hoe relativerend Endenburg ook is over antidepressiva voor dieren, ze is wel degelijk bezorgd over dierenwelzijn. Endenburg vindt dat veel mensen steeds slechter voor dieren zorgen en merkt dat dieren hierdoor steeds vaker gedragsproblemen krijgen. “Kijk, als de krant nu dát als kop had gebruikt, dan had ik mijn punt kunnen maken.” De meeste dierenliefhebbers houden van hun dier, maar weten niet meer wat hun hond of kat echt wil, waar hij gelukkig van wordt. Dieren zijn steeds minder dier en worden vaker als mens behandeld, is haar stellingname.
Een voorbeeld uit haar praktijk: een stel met een teckel was zo verzot op de hond, dat ze hem niet dood wilden laten gaan, ook al was het beest doodziek. Twee jaar lang ging het stel met de hond in een kinderwagen naar buiten. Om de twee uur lieten ze hem zijn behoeften doen in een geïmproviseerde kattenbak. De bazin stopte op een gegeven moment met werken, omdat ze anders niet voor de hond kon zorgen. De teckel heeft het nog een poosje uitgehouden, toen overleed hij uiteindelijk toch. Het stel was ontroostbaar.
Huisdieren zijn er steeds meer voor het geluk van mensen zelf, stelt Endenburg (foto rechts). Ze noemt het “schokkend” dat bijvoorbeeld sommige hondenrassen worden gefokt met puppyachtige kenmerken: een plat neusje, bolle ogen, rimpelige huid. “Het is voor de hond zelf een drama, hij heeft moeite met ademhalen, kan zijn warmte niet kwijt. Maar mensen vinden het schattig.”
Negatieve spiraal
Als Endenburg een programma of artikel over dieren zou moeten maken, zou ze het heel feitelijk aanpakken. “Op een informatieve en wetenschappelijke manier de feiten voor iedereen begrijpelijk en toepasbaar maken. Mensen leren hoe ze op een manier met hun dier kunnen omgaan die ‘dierwaardig’ is, en hoe ze hun huisdier gelukkig kunnen maken zonder hun eigen normen en waarden erop te plakken.”
Aan een show als The Dog Whisperer zou ze zeker geen voorbeeld nemen. “Veel te gevaarlijk. De training ziet er supersimpel en gelikt uit, maar je ziet het proces er achter niet. Er staat niet voor niets don’t try this at home. Dat hele programma is tot in de puntjes voorbereid om niet de honden, maar Cesar Milan zo goed mogelijk te laten uitkomen.”