Gouden eeuw blijkt gouden greep

De Utrechtse historicus Maarten Prak dacht mee met de vliegende reporter Hans Goedkoop van de serie De Gouden Eeuw over de invloed van die eeuw op onze samenleving. Ze kwamen onder meer terecht in de snijzaal van Diergeneeskunde waar Utrechtse studenten in de lijn van Jan Swammerdam een hond ontleedden.

De eerste aflevering van de serie de Gouden Eeuw van de NTR en vpro opent met een hedendaagse naturalisatieceremonie voor nieuwe Nederlanders. De grote toestroom van immigranten vandaag de dag wordt gekoppeld aan de zeventiende eeuw. Ook toen kwamen veel mensen naar ons land. In de serie worden verschillende thema’s van toen en nu zoals verstedelijking en financiële crises behandeld. De actuele thema’s van nu speelden al in de Gouden Eeuw, stelt Maarten Prak, hoogleraar Economische en sociale geschiedenis en auteur van onder meer het boek Gouden Eeuw Het raadsel van de republiek .

In de laatste aflevering van de serie zegt hij tegen Hans Goedkoop: “Na de Gouden Eeuw was de tijd voorbij dat Nederland de wereldeconomie domineerde, maar de welvaart die toen gecreëerd werd, zijn we nooit echt kwijtgeraakt.”

Praks fascinatie voor de Gouden Eeuw heeft te maken met de verbanden van de zeventiende eeuw met nu. In zijn boeken gaat het niet over de jaartallen, maar over het leven van de mensen uit die tijd. In de cursus Vroegmoderne tijd die hij geeft aan eerstejaarsgeschiedenis studenten legt hij ook voortdurend de relaties tussen het heden en het verleden uit. Een discussie die in De Gouden Eeuw bijvoorbeeld ook voorkwam is wie er recht heeft op een uitkering. Omdat de serie de Gouden Eeuw bedoeld is voor een breed publiek zijn juist dit soort herkenbare problemen interessant.

Ook de wetenschap krijgt een plaats in de serie. “Wij zijn bezig met universitaire speerpunt instituties. Een van de typische kenmerken van de Gouden Eeuw was dat institutionele structuur gedecentraliseerd was en hoe goed dat werkte. Ook daar zie je interessante parallellen met nu.”

Maarten Prak werkte mee aan de serie als wetenschappelijk adviseur. Hij controleerde de feiten, suggereerde opnamelocaties en kwam met geschikte namen. “Geweldig dat we deze serie konden maken. Ik denk dat de tijd er nu rijp voor was. Toen ik met het verschijnen van mijn boek enkele jaren terug bij Andere Tijden aanklopte, zeiden ze nee. Je kon bij de geschiedenis van voor de twintigste eeuw geen bewegend beeld bieden, was toen het argument. Een paar jaar later kreeg televisiemaker Hans Goedkoop hetzelfde idee en hebben we dit ambitieuze project mogen uitvoeren. We zitten in een tijd van worsteling met de identiteit en behoefte aan een feelgood factor. Dat zit in de Gouden Eeuw. De beweging hebben we niet bereikt met naspelen van de tijd, maar door middel van persoonlijke verhalen van mensen waarin je de link met die eeuw kon zien en voelen.”

Als voorbeeld noemt Prak de aflevering over wetenschap. “Swammerdam ontleedde dieren vanuit zijn wetenschappelijk interesse. En dan ga je zoeken naar het nu. Zo kwamen we uit bij de faculteit Diergeneeskunde waar studenten in de snijzaal nog altijd bezig zijn met het ontleden van dieren. ”

In de aflevering 11 “Een nieuwe wetenschap” komt hoofddocente anatomie Claudia Wolschrijn in beeld. In de snijzalen van de faculteit Diergeneeskunde laat zij zien hoe studenten tegenwoordig de anatomie van honden bestuderen.

In de zeventiende eeuw veranderde het wetenschappelijke onderzoek onder meer  door de onderzoeker Jan Swammerdam. Wolschrijn legt uit dat hij vernieuwend was omdat hij niet meer vertrouwde op de autoriteit van oude medische geschriften die nog stamden van voor 1500. Wolschrijn: “Swammerdam wilde zelf onderzoeken en zelf kijken hoe natuurlijke organismen functioneerden.” En dat is wat hij deed en wat de studenten Diergeneeskunde nog steeds doen.


Toch zijn er natuurlijk heel veel verschillen tussen de technieken van Swammerdam en de hedendaagse methoden. Een belangrijk verschil wordt ook in de aflevering getoond: het conserveren van de preparaten gebeurt tegenwoordig door plastinatie terwijl er in de tijd van Swammerdam was gebruikt werd. Wolschrijn: “Een ander verschil is dat Swammerdam meer vers materiaal gebruikte, wij gebruiken door het gebruik van formaline (red. desinfectiemiddel)langer het zelfde materiaal.”
Wolschrijn is gecharmeerd van de opzet van de serie. “De makers laten zien hoe we sommigen problemen van toen hebben opgelost en met andere problemen nog steeds te maken hebben. Zo’n Swammerdam was een echte vakman. Hij maakte hele nauwkeurige tekeningen van zijn materiaal, tegenwoordig fotograferen we dat.”

De hoofddocente anatomie werd benaderd door de makers van de serie via de afdeling communicatie van de faculteit. Samen met de programmakers heeft ze nagedacht over hoe ze het verhaal van Swammerdam op hedendaagse wijze konden illustreren.


Wolschrijn realiseerde zich tijdens de opnames van de serie dat de Wetenschappelijke Revolutie uit de zeventiende eeuw om zelf te onderzoeken in plaats van af te gaan op informatie uit de boeken, pas veel recenter in het onderwijs is doorgevoerd. “Het onderwijssysteem met practica en werkcollega’s is nog heel nieuw. Daarvoor waren vooral hoorcolleges belangrijk waarbij studenten van de docent en uit  boeken leerden hoe het in elkaar zat. Met de komst van practica kunnen studenten het zelf zien. Eigenlijk is het onderwijs een beetje achter de wetenschappelijke revolutie aangehobbeld.”
De omslag van hoorcolleges naar practica kwam voor de faculteit Diergeneeskunde pas in 1995, in het hele universiteitswezen is die cultuurverandering in de jaren '80 begonnen.

De ontwikkelingen van de zeventiende eeuw blijken dus ook in de wetenschap en het onderwijs razend actueel. En dat is precies wat de serie wil laten zien. Maarten Prak is ook heel tevreden  over het resultaat. “Op deze manier kunnen we een breed publiek bijpraten over de resultaten van historisch onderzoek. Er keken gemiddeld zo'n  750.000 kijkers per keer, dus dan blijkt het programma in een behoefte te voorzien. De reacties die we kregen, waren heel positief. Het is goed dat de Nederlandse publieke omroep deze kostbare serie heeft aangedurfd.”

De Gouden Eeuw is een uniek project. Behalve de serie op tv, is er een site met dagelijks nieuws uit de zeventiende eeuw. Daarnaast is er voor kinderen een Klokhuisvariant van de serie gemaakt. Prak: “Dat was geweldig. Ze maakten er een soort talkshow van waarbij mensen van toen mensen van nu tegenkwamen. Ik keek daarbij of ze het niet te gek maakten.”

Zo is er opnieuw veel aandacht voor geschiedenis. En dat smaakt volgens Prak naar meer. Hij hoopt op een vervolg. Er zijn al plannen voor een serie over de negentiende eeuw.

De serie de Gouden Eeuw op televisie is terug te zien via de site, op 23 april verschijnt ook nog een uitgebreide DVD-box. .


 

Advertentie