Humor is voor populaire media

Daar sta je dan: net gepromoveerd, beretrots en wie belt je voor je proefschrift waar je ruim vier jaar lang bloed, zweet en tranen over hebt uitgestort? Edwin Evers van Radio 538. Effe slikken of niet, Sibe Doosje?“Nou ik heb wel even moeten nadenken of ik op het verzoek zou ingaan, maar zelf vind ik Edwin Evers  een leuke kerel en hij heeft veel luisteraars. Natuurlijk wist ik dat hij niet diep op mijn onderzoek zou ingaan, maar toch heb ik geprobeerd om een beetje kennis in het gesprek te stoppen en volgens mij is dat wel gelukt.”Gezondheidspsycholoog Sibe Doosje promoveerde in oktober vorig jaar op de relatie tussen humor op de werkvloer en stress. Het leverde hem veel publiciteit op, maar het liet ook een wonderlijke kant van het journaille zien. Er was geen verslaggever die niet vroeg of Doosje nog een goede mop wist te vertellen als ware hij de nieuwe André van Duin.“Het onderwerp van mijn onderzoek viel goed in de smaak bij de populaire media. Blijkbaar is humor een onderwerp dat je niet serieus kunt benaderen. Maar eerlijk is eerlijk, mijn onderzoek heeft geen wereldschokkende resultaten opgeleverd. Humor blijkt niet de panacee tegen griep en verkoudheid.”Toch kreeg zijn proefschrift ook serieuze aandacht. “Van Felix Murders en Frits Spits. Zij wilden echt weten wat mijn onderzoek inhield. En ik kreeg ook de tijd om dat te vertellen.”De media-aandacht is nog niet verstomd. “Ik zit nu in een tweede golfje. Als iemand iets wil weten over humor komen ze snel bij mij terecht, terwijl ik niet de enige onderzoeker in Nederland ben die zich daarmee bezighoudt. Het komt waarschijnlijk door mijn opstelling. Ik zeg niet snel nee tegen de pers en ik stel me op als een generalist: er valt veel te vertellen over humor.”Gwenda Knobel