‘Docenten moeten het onderwijs afstemmen op de behoeftes van studenten’

Universiteiten moeten het onderwijs ‘flippen’ en investeren in blended learning. Dat is het advies van medisch docent en onderwijsonderzoeker bij het UMC Utrecht, Rianne Bouwmeester. Zij promoveerde begin november op haar onderzoek naar de bijdrage van onderwijstechnologie in het kleinschalig onderwijs.

Volgens Rianne Bouwmeester moeten studenten beter begeleid worden en zouden de colleges aangepast moeten worden aan hun behoeftes. Door traditionele colleges te ‘flippen’ en studenten niet langer alleen uit boeken, maar ook met digitale middelen te onderwijzen, zouden docenten effectiever lesgeven en studenten actiever betrokken zijn tijdens de colleges. 

Onderzoek naar onderwijstechnologie
In haar proefschrift Het introduceren van onderwijstechnologie kan een bijdrage leveren aan student betrokkenheid en effectief en betekenisvol studeren, geeft Bouwmeester antwoord op de vraag welke bijdrage onderwijsvormen als blended learning en flipped classroom kunnen leveren aan het hoger onderwijs.

Bij blended learning worden klassieke leermethodes gecombineerd met moderne vormen van educatie. Zo kunnen studenten ter voorbereiding op klassikaal onderwijs online hoorcolleges volgen. Onderdeel hiervan is de zogeheten flipped classroom waarbij het proces van informatie verwerven tijdens hoorcolleges en dit elders uitwerken, wordt ‘geflipt’. Studenten vergaren dan voorafgaand aan het college kennis door online hoorcolleges te volgen en opdrachten uit te voeren in werkgroepjes van vijf personen. Tijdens de contacturen gaat de docent dieper in op de stof en hebben studenten de mogelijkheid vragen te stellen, met elkaar te discussiëren en de kennis toe te passen.

Door deze interactieve colleges raken studenten meer betrokken bij de leerstof en wordt er volgens Bouwmeester een effectievere manier van studeren bereikt. Studenten behalen hetzelfde resultaat in minder tijd of een beter resultaat in dezelfde tijd.

Bouwmeester voerde haar onderzoek uit onder eerstejaars bachelorstudenten van Biomedische Wetenschappen en een grote groep eerstejaars van de Selective Utrecht Medical Master-studenten (SUMMA). Zij werden onderworpen aan flipped-classroomexperimenten. De keuze voor de studie stond snel vast, omdat de begeleider van Bouwmeester coördinator, Harold van Rijen van Educate-IT, was van de tweedejaars cursus Fysiologie. Voor Bouwmeester was het zo gemakkelijk om toegang te krijgen tot het onderwijs en een grote groep studenten.

Rianne Bouwmeester

Conclusies onderzoek
Uit het onderzoek van Bouwmeester blijkt dat de vernieuwde onderwijsvorm een bijdrage kan leveren aan meer student betrokkenheid en een effectieve manier van leren. Passieve hoorcolleges maken plaats voor interactieve lessen doordat studenten thuis meer voorbereidend werk doen. Gemotiveerde studenten vinden dat ze hier baat bij hebben doordat in deze flipped classrooms tijd is voor diepgang en discussie. Andere studenten waren minder enthousiast over de nieuwe onderwijsvorm. Ook sommige docenten hadden kritiek, omdat de overgangsfase naar een flipped classroom voor hen veel tijd vergt.

Effectieve manier van studeren
Volgens Bouwmeester is er voor zowel studenten als docenten ruimte voor verbetering in het onderwijs. Betere studieresultaten kunnen alleen bereikt worden als beide partijen gemotiveerd zijn om de overstap te maken. Dat betekent dat docenten passieve hoorcolleges omvormen tot interactieve colleges door studenten meer vragen te stellen en de discussie tussen studenten tijdens de werkgroepen te sturen. Studenten moeten zich thuis voorbereiden op de werkgroepen, waardoor docenten meer tijd hebben om dieper op de stof in te gaan door voort te borduren op wat studenten al kunnen.

Bouwmeester: “Als docenten in herhaling vallen, haken studenten af. Ze blijven dan thuis óf ze doen geen voorbereidend werk en zitten onderuitgezakt aantekeningen te maken tijdens de hoorcolleges. Studenten moeten juist uitgedaagd worden.”

Bouwmeester is van mening dat het huidige contactonderwijs moet blijven bestaan en niet compleet gedigitaliseerd moet worden. De meest effectieve vorm van onderwijs wordt volgens haar bereikt als de drie factoren "kennis, docenten en medestudenten'' vertegenwoordigd zijn. Het nadeel van flipped classroom is dat studenten de voorbereiding op de hoorcolleges individueel doen en daarmee wordt de laatste factor 'medestudenten' tekort gedaan. 

Onderwijsdroom van Bouwmeester
Digitalisering van het onderwijs speelt wel een belangrijke rol in de onderwijsdroom van Bouwmeester: “In de ideale wereld kunnen studenten hun studie afstemmen op de eigen behoeftes doordat colleges onafhankelijk van tijd en locatie kunnen plaatsvinden. Heeft een student bij onderdeel A meer uitleg nodig dan is het mogelijk om een hoorcollege opnieuw online te bekijken. Heeft dezelfde student onderdeel B volledig in de vingers dan is het mogelijk om dit onderdeel korter te behandelen of zelfs over te slaan.”

Kaft van het proefschrift: Het introduceren van onderwijstechnologie kan een bijdrage leveren aan student betrokkenheid en effectief en betekenisvol studeren

Tweedeling studenten en docenten
Ondanks de voordelen die Bouwmeester ziet in de nieuwe onderwijsvorm, was niet iedere student en docent te spreken over de verandering. Bouwmeester: “Tijdens het onderzoek was er altijd sprake van een tweedeling. De ene helft vond het helemaal niets en wilde gewoon colleges volgen. Anderen misten tijdens hun studie uitdaging en diepgang en zij waren tevreden dat er in de nieuwe onderwijsvorm meer van hen gevraagd werd. Ze hoefden toen niet alleen maar te luisteren.”

Voor docenten was tijd de grote rode vlag waardoor zij ontevreden waren over de nieuwe onderwijsvorm. Bouwmeester: “Ze waren nu lang met de voorbereidingen van de colleges bezig door een scheiding te maken tussen materiaal voor de hoorcolleges en stof waar ze dieper op in wilden gaan tijdens de contacturen. Daarnaast moesten ze de hoorcolleges opnemen.”

In een mogelijk vervolgonderzoek wil Bouwmeester helder krijgen of de werkdruk voor docenten in de opvolgende jaren net zo hoog is als in het eerste jaar dat de docent lesgeeft volgens de nieuwe onderwijsvorm. De vraag is of dezelfde filmpjes meerdere jaren achter elkaar gebruikt kunnen worden of dat er, net als bij boeken, geregeld een tweede of derde 'druk' gemaakt moet worden. In het laatste geval blijft de werkdruk naar verwachting in het tweede jaar hetzelfde.

Voor docenten is het dan onaantrekkelijk om de overstap te maken. Toch adviseert Bouwmeester docenten om de overstap te overwegen of eerst op kleinere schaal blendid learning te introduceren: "Onderwijstechnologie kan studenten hulp bieden bij het vergaren van kennis en docenten bij het begeleiden van studenten.” 

Advies voor universiteiten
Door de kleine groep studenten kon uit het onderzoek geen harde conclusie getrokken worden. Volgens Bouwmeester is verder onderzoek nodig om vast te kunnen stellen of flipped classroom echt voor betere studieresultaten zorgt. “In artikelen uit Amerika wordt gezegd dat flipped classroom leidt tot een betere retentie van kennis, maar wij hebben hierin geen verschil tussen traditioneel onderwijs en de nieuwe onderwijsvorm kunnen aantonen."  

Bouwmeester heeft zelf de overstap naar flipped classroom nog niet gemaakt bij haar eigen colleges, maar dat zou ze in de toekomst graag doen. “Tijdens het onderzoek hebben we gemerkt dat studenten actiever deelnemen, er meer verdieping wordt bereikt en als de studenten goed voorbereid waren de docenten zich ook positief uitlieten over flipped classroom.”

Bouwmeester raadt universiteiten dan ook aan de overstap naar deze onderwijsvorm te overwegen: “Bij een online leeromgeving heeft de docent inzicht in wat de student heeft gedaan en waar de student vastloopt. Door deze inzichten kunnen docenten hun studenten beter begeleiden en de colleges aanpassen aan de behoeftes van studenten.”

Oproep aan docenten
Terugkijkend op haar onderzoek had Bouwmeester liever een grotere groep studenten gevolgd: “Dat was idealer geweest, maar het materiaal van het onderzoek was gemaakt voor de SUMMA-studenten.”

Het materiaal is ook geschikt voor de opleiding Geneeskunde en Bouwmeester zou haar onderzoek ook onder geneeskundestudenten willen uitvoeren: “Hierbij een oproep aan alle geneeskundedocenten. Als iemand bereid is om mee te werken aan een onderzoek dan zou ik dat graag doen.”

Advertentie