‘Op de universiteit begon ik mij steeds gehandicapter te voelen’

Lily op de Drift in Utrecht, foto uit privécollectie Lily

Ondanks haar lange werkdag rolt Lily met veel fut de Openbare Bibliotheek in Almere binnen. Toen ze nog Kunstmatige Intelligentie (KI) studeerde aan de Universiteit Utrecht kwam ze hier graag naartoe om te studeren. Ze rolt naar de lift en drukt op de knop  “In de meeste liften van de universiteit zaten de knoppen op ooghoogte en kon ik er vaak niet bij.” In tegenstelling tot deze bibliotheek waren de panden van de universiteit niet rolstoelvriendelijk genoeg en heeft Lily haar studie noodgedwongen af moeten breken.

Rolstoeltoegankelijk is niet hetzelfde als rolstoelvriendelijk
Lily begon haar studie in 2017. “Ik koos voor KI omdat ik van natuurkunde, taal en het oplossen van problemen houd. Daarnaast wilde ik al heel lang leren programmeren.” In haar eerste jaar liep ze al snel tegen verscheidene problemen aan. “Zo wist ik direct al dat ik niet aan de bsa-norm kon voldoen. Door mijn spierziekte heb ik weinig energie, word ik vaak ziek en loop ik gemakkelijk botbreuken op. Bij mijn middelbare school was er ruimte om het rustig aan te doen, maar de bsa-norm was onmogelijk van tevoren aan te passen en dat gaf veel stress.” Waar de doorsnee student enkel voor haar tentamen hoeft te leren en opdrachten hoeft te maken, moest Lily daar bovenop een constante strijd voeren om überhaupt mee te kunnen doen. “Voor elk tentamen moest ik opnieuw mijn situatie uitleggen en vragen om tijdsverlenging.”

Daarnaast liep ze ook tegen praktische problemen aan. De afstanden tussen collegezalen was voor haar vaak niet binnen de tijd af te leggen. Ook kon ze niet elk gebouw zonder hulp betreden en paste ze met haar rolstoel vaak niet tussen de opgeklapte stoel en de tafel in de collegezaal. “Rolstoeltoegankelijk is niet hetzelfde als rolstoelvriendelijk. Eerst blijf je buiten het gebouw wachten tot iemand voorbij loopt, dan vraag je aan diegene of die bij de receptie wil vragen om een plankje, vervolgens moet de receptie iemand vinden die weet waar het plankje staat en deze kan monteren en een kwartier later ben je eindelijk binnen.”

De slechte of onmogelijke rolstoeltoegankelijkheid was vooral irritant bij tentamens. "Ik had voor een hertentamen herhaaldelijk gemaild of de ruimte waarin ik deze moest maken wel toegankelijk was. Eerst werd dit bevestigd maar de avond van tevoren kreeg ik alsnog een mailtje waarin stond dat dit toch niet zo bleek te zijn. Het is heel teleurstellend om op die manier buitengesloten te worden.” Omdat ze ook de woonkamer van haar studievereniging niet in kon, was contact leggen met studiegenoten een moeizame aangelegenheid.

Lily ervaarde veel stress, te veel. “Bij elk nieuw vak gebruikte ik Google Maps om in te zoomen op de universiteitsgebouwen en te controleren of ik binnen kon komen. Na vele drempels en moeilijkheden werd ik paranoïde en bang om er meer tegen te komen. Ik bleef maar mailen en checken.” Toen ze op een dag haar hoorcollege op Janskerkhof 2-3a niet binnen kon komen, was de maat vol. “Met mij was al lang en breed besproken dat ik hier écht naar binnen kon. Toen ik na een kwartier eindelijk binnen kwam, bleek er gewoon een trap voor de ingang van de hoorcollegezaal te zitten.” Ze stortte compleet in en schreef haar teleurstellingen op in een open brief aan de universiteit.

De UU treft maatregelen
Lily’s brief bleef niet onopgemerkt en kwam in een tijd dat de UU besloten had actie te ondernemen om studenten met een beperking beter te faciliteren. Als één van de eersten kwam hoofd onderwijsondersteuning en studentzaken Andrea van der Weiden van Geesteswetenschappen met meerdere direct betrokken collega’s samen om met Lily te praten. “We willen voortaan graag voorkomen dat studenten een collegezaal niet in kunnen of te weinig tijd hebben om van plek A naar B te komen”, zegt Van der Weiden. “Als een student in een vroeg stadium contact opneemt met de studieadviseur dan is het mogelijk een optimalisering van het rooster te bespreken.” Voor toekomstige studenten is ook de bsa-procedure aangepakt, zegt ze. “Als voor het begin van de studie al duidelijk is dat je niet kan voldoen aan de bsa-norm, dan kun je sinds vorig collegejaar bij Geesteswetenschappen al eerder in het jaar een aangepast BSA te krijgen.”

Richard Horenberg, coördinator van Platform Onbeperkt Studeren, herkent de verschillende problemen waar Lily tegenaan loopt. “Het is echt een nachtmerrie om zo te moeten studeren. Het gaat om een kleine groep maar die heeft enorme problemen die de meeste mensen niet zo snel zien. Zelf stap je immers zo over een drempel heen.” Mede dankzij Lily’s brief is daar het afgelopen anderhalf jaar verandering in gekomen, zegt hij. “Mensen beginnen nu in te zien dat er echt studenten zijn die door hun functiebeperking ergens tegenaan lopen en zelfs uitvallen. Ook in het Bestuursgebouw (waar de beleidsmakers van de UU zitten. Red) heeft de brief nogal wat losgemaakt en worden er nu stappen gemaakt.”

“Zo is communicatiemedewerker Govert-Jan Slob alle gebouwen afgegaan om in kaart te brengen hoe toegankelijk ze zijn”, zegt Richard. “Sinds afgelopen zomer is deze informatie, inclusief foto’s van drempels, liften en collegezalen, te vinden op de gebouwenpagina van de universiteit.” Daarnaast is de universiteit de processen rondom aanvraag, toekenning en registratie van voorzieningen aan het verbeteren. “Idealiter kan uiteindelijk elke docent makkelijk in Osiris zien of je recht hebt op bijvoorbeeld extra tijd bij tentamens of andere voorzieningen. Vooraf aan elk tentamen opnieuw mailen en je onderwijscontract laten zien is dan niet meer nodig.”   

Stappen naar toegankelijkheid
Het Platform heeft vorig jaar een buddyprogramma opgezet waarin studenten met een functiebeperking elkaar kunnen adviseren en helpen, zegt Richard. “Dat kan betekenen dat je een student in een rolstoel helpt elke week naar de andere kant van de Uithof te komen of dat je een student met ADHD helpt met plannen.” Het Platform onderwerpt op dit moment zestig universiteitsgebouwen aan een gebruikerstoets. “We komen langs met een rolstoel en inventariseren alle praktische problemen die we als gebruiker tegenkomen. Kapstokken en paslezers die te hoog hangen, liftknoppen zonder reliëf voor slechtzienden, bewegwijzering voor gehandicaptentoiletten: het lijken kleine dingetjes maar bij elkaar opgeteld kan dit voor mensen met een beperking leiden tot een onaangenaam bezoek aan een gebouw.”

Zaal Blauw in het Ruppertgebouw heeft nu een plekje vrij op de eerste rij voor studenten in een rolstoel, foto UU

De grotere, bouwtechnische toegankelijkheidsproblemen worden door Vastgoed & Campus geïnventariseerd, vertelt programmamanager Jan-Willem Moerkerk. “Vervolgens lossen wij deze problemen op bij de eerstvolgende renovatie of verbouwing. Kleine aanpassingen en ernstige toegankelijkheidsproblemen pakken we direct aan. Zo hebben we het afgelopen jaar de entrees van het Koningsberger- en David de Wiedgebouw toegankelijk gemaakt, rolstoelplaatsen in de collegezalen van het Ruppertgebouw en de Bolognalaan gerealiseerd en verschillende studieruimten, gangen en wc’s rolstoeltoegankelijk gemaakt.”

“Maar we lopen nog wel achter de feiten aan”, zegt Moerkerk. “Neem bijvoorbeeld het Minnaertgebouw dat relatief nieuw is maar waar iemand in een rolstoel alsnog nauwelijks binnen kan komen. Bovendien zijn sommige monumentale panden in de binnenstad vrijwel niet toegankelijk te maken.” Om dergelijke knelpunten bij toekomstige projecten te voorkomen, is er een toetslijst met honderd punten opgesteld. “Hiermee wordt de toegankelijkheid op vier verschillende punten tijdens het bouwproces getoetst. Ook hebben we vastgelegd dat alle nieuw te bouwen onderwijsruimten worden uitgerust met rolstoelplekken en verstelbare tafels.”

Beperkt door de omgeving  
Voor Lily kwamen deze acties en initiatieven te laat. “De faculteit was enigszins verbaasd over mijn verhaal, maar kwam mij met veel vriendelijkheid tegemoet. Er werd gewerkt aan geïmproviseerde oplossingen maar dit was helaas niet voldoende. In mijn tweede jaar moest er nog te veel gebeuren en liep ik voor een groot deel tegen dezelfde problemen aan.” Strijdlustig schreef ze in haar brief te willen helpen zoeken naar oplossingen maar in de praktijk viel dit tegen. “Om de middeleeuwse gebouwen in de binnenstad rolstoelvriendelijk te maken, zou je het geheel opnieuw plat moeten gooien maar in mijn eentje wilde ik niet zulke onmogelijke dingen eisen. Daarnaast trok ik het niet om een fulltime studie te volgen en ook nog de hele universiteit te veranderen. Het was gewoon teveel werk.”

Ze zegt dat ze in de tijd dat ze haar brief aan de UU schreef, eigenlijk al was ingestort. “Ik kreeg een longontsteking, had geen energie meer en begon aan mijzelf te twijfelen. De mate waarin ik mij gehandicapt voel, wordt vooral bepaald door de omgeving waarin ik mij bevind. Op mijn middelbare school en mijn huidige werk kan ik erg zelfstandig functioneren en voel ik mij sterk, maar op de universiteit kostte het zoveel moeite om mee te doen dat ik mij steeds zwakker en gehandicapter begon te voelen. Ik had mij er op vastgebeten niet te stoppen, maar mensen in mijn omgeving hebben mij langzaam die kant op gestuurd. Uiteindelijk heb ik maar geaccepteerd dat ik het zo niet ging halen en dat ik meer waard ben dan een omgeving waarin ik mij rot voel. Tegenwoordig werk ik fulltime op een kantoor waar mijn beperking mij niet hindert en waar ik volwaardig mee kan doen. Programmeren en kunstmatige intelligentie vind ik nog steeds heel leuk maar daar ga ik nu mee verder als hobby.”


De universiteit vraag medewerkers en studenten met een klacht, tip of opmerking over de toegankelijkheid van de Universiteitsgebouwen contact op te nemen via het FSC Meldformulier.

Advertentie