‘UCU wil voorop blijven lopen met onderwijsvernieuwing’
Met trolleys, rugzakken of grote koffers trokken zo’n 233 studenten afgelopen week het voormalige kazerneterrein aan de Prins Hendriklaan op. Het zijn de eerstejaars studenten van University College Utrecht voor wie dit gebied de komende jaren hun thuis is. Ze wonen er, studeren er en organiseren er hun debatten en activiteiten. Om hier te mogen studeren moeten ze door een selectieprocedure waarbij met name de motivatiebrief en het toelatingsgesprek doorslaggevend zijn. Hun ouders moeten ook een flink bedrag achter de hand hebben, want de kosten zijn ruim 10.000 euro per jaar. Dat bedrag bestaat uit zowel collegegeld als campusfee voor het onderkomen.
De eerstejaars beginnen met een algemene cursus academische vaardigheden en kiezen daarna voor een programma uit verschillende disciplines. Ze kunnen kiezen uit alle door de UU aangeboden vakken, zoals Biologie, Geografie, Kunstgeschiedenis of Economie. Het zijn korte, intensieve programma’s; studenten moeten meer dan 40 uur per week buffelen. Centraal in het programma staan het leren onderzoeken, het leren presenteren en het leren schrijven.
Absurd dat 17 jarigen al moeten kiezen voor één discipline
De Universiteit Utrecht had in 1998 de primeur. University College Utrecht was het eerste college naar Angelsaksisch voorbeeld waar studenten volgens het principe Liberal Arts & Sciences een studie volgen. Studenten kiezen niet voor één vak, maar oriënteren zich breed. Pionier Hans Adriaansens had een deal met de gemeente gesloten de Kromhoutkazerne te mogen omtoveren tot een authentieke campus. Hij koos daarbij voor een brede bachelor met kleinschalig onderwijs gegeven door topdocenten. Hij vond het absurd dat 17 jarigen moesten kiezen voor één discipline. De opleiding was in het Engels om te zorgen dat er al een significant aantal internationale studenten zijn. Het onderling contact tussen verschillende nationaliteiten zou het onderwijs een extra dimensie geven. Dat is ook gelukt. Bijna de helft van de studenten komt uit het buiten en er zijn studenten uit wel 75 landen.
In de loop der tijd is de belangstelling voor dit onderwijsmodel gegroeid. Landelijk zijn er nu tien enigszins vergelijkbare colleges, in onder meer Amsterdam, Rotterdam, Leiden en Maastricht. Adriaansens stichtte in Middelburg ook University College Roosevelt, een college dat ook onder auspiciën van de UU staat.
Er bestaat een gezond gevoel van concurrentie tussen de colleges
“Er bestaat wel een gezond gevoel van concurrentie tussen de colleges. Met name de Nederlandse markt is eindig, internationaal speelt dat veel minder”, vertelt James Kennedy, hoogleraar moderne Geschiedenis die in 2016 van Amsterdam naar Utrecht kwam om dean (decaan) van het UCU te worden. “Ik overleg ook regelmatig met de andere deans. We zitten toch in hetzelfde schuitje. Al zijn er ook grote verschillen. Sommige colleges kiezen voor een thematische aanpak, bijvoorbeeld door een politiek profiel te kiezen en lang niet overal zitten de studenten residentieel.”
Als Kennedy de kracht van het UCU moet beschrijven, komt hij uit op de balans tussen vakkennis en het leren van academische vaardigheden. “Je wilt de studenten voldoende kennis meegeven om een vervolgmaster te kunnen doen, daarbij komt dat door het kleinschalige onderwijs we veel aandacht aan de manier van leren onderzoeken, debatteren en presenteren besteden. Studenten komen naar ons omdat ze nieuwsgierig zijn en willen weten hoe zaken in elkaar zitten. Ik ben onder de indruk van het enthousiasme op dit vlak.”
Onze mentoren werken minder vrijblijvend dan elders
Kennedy is grootgebracht in de Verenigde Staten. Hij zat zelf op een College in Georgetown, waar hij liberal arts education studeerde. “In Amerika is naar een college gaan de regel, hier is het de uitzondering. Een ander verschil is dat de studenten in de VS vaker direct de arbeidsmarkt opgaan na het behalen van de bachelor, Zie kiezen dan bijvoorbeeld voor een track als docent.”
Hans Adriaansens heeft ooit gezegd dat de hele universiteit volgens hem het voorbeeld van het University College zou moeten volgen. Zo ver wil Kennedy niet gaan, maar hij ziet wel dat veel onderwijsvernieuwingen op de universiteit bij UCU zijn begonnen. “De discussie over een brede bachelor met aandacht voor verdieping buiten het eigen vakgebied keert regelmatig terug. Ook zie je de roep om het onderwijs kleinschaliger te maken. Wij geven een voorbeeld van hoe je dat kan aanpakken. Wij moeten zorgen dat we de motor van de onderwijsinnovatie blijven. Een ander voorbeeld waarbij opleidingen van ons kunnen leren, is het werken met mentoren. Dat is bij ons minder vrijblijvend dan elders. Ook besteden we steeds meer aandacht aan de relatie tussen onderwijs en maatschappij. Wat kunnen studenten via het onderwijs doen voor de stad?”
Wij zijn elitair tegen wil en dank
Het verwijt klinkt dat UCU elitair zou zijn. Kennedy: “Dat zijn we tegen wil en dank. We stellen jaarlijks vijftig beurzen ter beschikking, die zowel voor internationale als Nederlandse studenten voor wie de opleiding te duur is, maar die wat betreft motivatie en interesse wel goed passen op UCU. Bij de toewijzing van de beurzen kijken we bijvoorbeeld naar de diversiteit van de groep. Over het algemeen zie je bij ons vooral studenten uit de gegoede burgerij. Deze studenten vinden zelfontplooiing belangrijker dan een opleiding die direct opleidt voor een baan. Toch zouden wij graag meer diversiteit zien, ook bijvoorbeeld van studenten met migratieachtergrond. Voor hen kan een beurs aantrekkelijk zijn.”
Als je kijkt naar de Nederlandse en internationale studenten ziet Kennedy dat die groepen goed samenwerken. In die zin is er een goede mix. Al zie je wel dat de Nederlandse studenten meer actief zijn bij de studentenvereniging en de internationale studenten in de medezeggenschap.
Over tien jaar zijn University Colleges een begrip in Europa
De reputatie van UCU is de afgelopen jaren verbeterd. In de beginjaren hadden afgestudeerden moeite een master te vinden. In de ogen van de toelatingscommissie van sommige masters hadden de UCU-studenten te weinig specifieke vakkennis en moesten ze regelmatig een premaster volgen. “Nu opleidingen ervaring hebben met onze studenten, zie je dat dat ze vaker rechtstreeks toegelaten worden. Alleen bij sommige bètavakken is het nog een probleem. Zo’n 90 procent van onze studenten gaat een master volgen, waarvan een derde in het buitenland.”
Kennedy denkt dat de University Colleges over tien jaar nog meer een begrip zullen zijn in Europa en dus internationaal veel meer studenten zullen trekken. .”Verder zullen we actief blijven met onderwijsvernieuwing. We experimenteren bijvoorbeeld in de zoektocht naar de balans tussen disciplinair en interdisciplinair onderwijs. Die vernieuwing is nodig omdat we ervoor moeten zorgen dat onze docenten en studenten gemotiveerd blijven.”
University College Utrecht bestaat twintig jaar en heeft deze week een lustrumprogramma. Zo stond afgelopen weekend in het teken van de monumentendag. Deze week komt schrijver Maxim Februari om met de studenten over zijn boek The Book Club te praten en op 15 september is er een groot UCU-festival.
Voor DUB is het lustrum ook de gelegenheid om de dean James Kennedy uit te nodigen als gasthoofdredacteur. De komende weken zal DUB een aantal artikelen publiceren waarvan de UCU-dean het idee heeft voorgesteld.
Lees alle artikelen die geschreven zijn op advies van gasthoofdredacteur James Kennedy.