Bèta’s steggelen over openbaar maken scripties
Masterscripties van bètastudenten zijn binnenkort niet meer online terug te vinden. Die situatie leidt tot een principiële discussie binnen de faculteit: moet een afstudeerwerk door iedereen gelezen kunnen worden?
Het is een lastig probleem. Is een scriptie - net als een tentamen of een stageverslag - vooral een “onderwijsproduct” waar een student aan werkt om iets te leren? Of reikt de waarde van een afstudeerwerk verder? Omdat het bijvoorbeeld het bewijs is dat een student een universitair niveau heeft behaald. Of misschien omdat de inhoud relevant is voor de maatschappij of voor de wetenschap.
Met dat dilemma ziet bètadecaan Gerrit van Meer zich geconfronteerd nu faculteitsraadsleden bezwaar maken tegen de beslissing van twee graduate schools om scripties niet langer te uploaden in het archief van de Universiteitsbibliotheek. Het besluit van de graduate schools betekent namelijk óók dat de scripties van masterstudenten niet langer openbaar zijn. De raad overweegt Van Meer te vragen de twee schools terug te fluiten.
Magere zesjes
Universiteiten zijn wettelijk verplicht om scripties zeven jaar te bewaren. Die regeling is vooral bedoeld om visitatiecommissies te kunnen voorzien van voorbeelden van afstudeerwerken als die daarom vragen. Nergens staat vermeld dat scripties ook publiek toegankelijk moeten zijn.
De meeste Utrechtse opleidingen bewaren scripties in het digitale scriptiearchief van de universiteitsbibliotheek. Het uploaden van een scripties is vaak een verplicht onderdeel van het afstuderen. Het archief, dat voorheen bekend stond als onderdeel van de publicatiedienst Igitur van de UB, zorgt er ook voor dat de scripties door andere studenten en geïnteresseerden op te vragen zijn.
Voor masterstudenten van bètastudies komt daar nu een einde aan. De twee graduate schools denken zelf over betere administratieve systemen te beschikken, legde het bètabestuur begin deze maand uit aan de faculteitsraad. Bovendien zouden de schools er moeite mee hebben dat scripties met een mager zesje publiekelijk toegankelijk gemaakt zouden worden.
Raadslid Herre Talsma uitte daarop zijn onvrede: “Iets wat met publiek geld is gefinancierd afschermen van de maatschappij is onacceptabel.”
Embargo’s
De Schools zelf ontkennen desgevraagd tegenover DUB dat ze stoppen met het universitaire scriptiearchief om slechte afstudeerwerken geheim te houden. Zij wijzen vooral op praktische obstakels die ze met hun eigen systemen hopen te ondervangen.
Zo maakten studenten volgens de Graduate School of Life Sciences (GSLS) te vaak fouten bij het uploaden in het digitale systeem van de Universiteitsbibliotheek. Ze vergaten soms aan te geven dat er een embargo op hun onderzoek rustte. De School besloot vorig jaar al over te stappen op een eigen bewaarsysteem.
Onderwijsdirecteur Harold van Rijen: “Een stageverslag of scriptie bevat vaak actueel onderzoeksmateriaal en mondt regelmatig uit in een publicatie, hetgeen goed is voor student, begeleider én de UU, dus het embargo is een belangrijk punt.”
De Graduate School of Natural Sciences (GSNS) kondigde onlangs aan het voorbeeld van de life sciences te willen volgen. Secretaris Twan Maintz: “Dat uploaden van scripties leidt soms tot onnodige rompslomp vlak voor het afstuderen. Daarnaast vinden we het doorzoeken van het systeem zelf vaak lastig, bijvoorbeeld wanneer we een selectie scripties naar visitatiecommissies willen sturen.”
Spanningsveld
Raadslid Talsma vindt dat er sprake is van een principiële kwestie. Hij hoopt de komende weken bij zijn collega-raadsleden steun te vinden voor een verzoek aan de decaan. Deze zou ervoor moeten zorgen dat scripties toch openbaar worden. Desnoods met een embargo, al noemt Talsma het lange tijd onder de pet houden van resultaten in een toelichting aan DUB eveneens ongewenst, “zeker als dat verzoek van commerciële partijen komt met het oog op patenten.”
Decaan Van Meer leek tijdens de raadsvergadering gevoelig te zijn voor de argumenten vanuit de raad. “Het is duidelijk dat er een spanningsveld is. Tot nu toe hebben we de beslissing hierover aan de graduate schools overgelaten. Het is misschien goed om te bekijken of openbaarheid zinnig is.”
Lifesciences-directeur Harold van Rijen plaatst kanttekeningen: “Een scriptie is naar mijn mening niet per se publiek materiaal. Het is één van de producten die een student tijdens zijn studie heeft gemaakt om uiteindelijk een diploma te kunnen halen. We publiceren ook niet alle andere producten, zoals gemaakte tentamens, presentaties en stageverslagen.”
Een onderwijsproduct
De Universiteitsbibliotheek zegt zich nog te beraden over de opmerkingen van de bèta’s over het scriptiearchief.
Opvallend is dat de UB de faculteiten onlangs de vraag heeft voorgelegd of de scripties langer bewaard moeten blijven dan de wettelijke bewaartermijn. Sinds de opening van het archief in 2006 zijn al meer dan 27.000 scripties en onderzoeks- en stageverslagen gepubliceerd en gearchiveerd. Elk jaar komen daar 4.000 nieuwe afstudeerwerken bij.
Volgens Dorinne Raaimakers van de UB moet het scriptiearchief vooral worden beschouwd als een dienst aan de faculteiten. Het is geen kerntaak van de bibliotheek. Ze volgt daarbij dezelfde denkwijze als Harold van Rijen: “Scripties zijn een onderwijsproduct. Als er informatie van wetenschappelijke waarde in een scriptie staat, komt die meestal ook in een wetenschappelijke publicatie terecht.”