Bedrijven op het USP houden met moeite het hoofd boven water
Het zou het kloppende hart van De Uithof moeten zijn; het pleintje waaraan de Spar, pizzeria Tricolore, de Primera en broodjeszaak Eat Out zijn gevestigd. Toch is er op dit moment weinig te beleven. Het is een grauwe namiddag. Bij kebabzaak Mo & Zonen staan een paar mensen in de rij om een warme lunch te kopen en bij de Spar lopen wat mensen met mondkapjes op naar binnen. Verder is het bijna uitgestorven.
Al jaren wordt er gepraat over meer bedrijvigheid op het USP, maar ondernemers zijn terughoudend vanwege het risico dat aan dit gebied kleeft. Bedrijven zijn voor hun omzet sterk afhankelijk van studenten en medewerkers van omliggende instellingen. Dat werd voor de ondernemers nog eens pijnlijk duidelijk dit jaar. Door de coronamaatregelen liep het USP vanaf maart helemaal leeg, afgezien van Uithof-bewoners. In september was er sprake van een korte opleving, maar vanaf oktober is de handel weer wat ingezakt.
Vaker open
Pizzeria Tricolore krijgt nu bijvoorbeeld maar de helft van de klandizie die ze normaal krijgen. Dat had nog erger gekund, als ze er niet voor hadden gekozen om te gaan bezorgen en zeven dagen per week open te zijn, in plaats van vijf. “Anders zou het nog een stuk minder zijn. We bezorgen nu ook in Bunnik en Zeist, en dat loopt wel lekker”, aldus Leandro, een medewerker van de pizzeria. Doordat ze vaker open zijn, hebben ze niemand van hun personeel hoeven ontslaan. De zaak krijgt geen overheidssteun, maar de UU is hen wel financieel tegemoet gekomen door de huur van de maand augustus kwijt te schelden. Leandro: “En je kunt voor bepaalde dingen natuurlijk uitstel aanvragen, zoals belasting, maar dat moet je uiteindelijk toch gewoon betalen.”
Steun van bewoners
Een ander voorbeeld is de Primera. Normaal hebben ze per dag een stuk of 700 klanten, nu nog maar 250. “En in maart waren het maar 50 klanten per dag”, vertelt eigenaresse Jacqueline. De Primera is de hele coronaperiode gewoon open gebleven. De winkel is ook een PostNL-punt, dus voor Uithof-bewoners was het belangrijk dat de zaak open zou blijven. In overleg met een aantal bewoners, heeft Jacqueline haar openingstijden bepaald. Ook heeft ze in overleg met die bewoners, op basis van hun behoeften, haar inkopen gedaan. “Ze wilden bijvoorbeeld meer puzzels en kleurboeken.”
Aan het sociale contact met bezoekers die op De Uithof wonen heeft Jacqueline veel gehad, zegt ze. “Mijn collega Angelique zat thuis, dus tot juni stond ik hier alleen. Bewoners kwamen gelukkig vaak langs voor een babbeltje. Ze kwamen zelfs plantjes brengen! En het woonbestuur van Johanna heeft hier prijsjes voor een activiteit gehaald, om ons zo te steunen.” Ze schiet vol. “Het is af en toe echt lastig. Vijftien jaar geleden ben ik met mijn man deze winkel begonnen en twee jaar terug is hij overleden. We hebben veel hart in deze winkel gestopt.”
Jacqueline denkt dat ze het wel gaan redden, maar het is niet makkelijk. Ondernemers van Primera-winkels werken wel samen, maar alle winst en verlies is voor eigen rekening. Vanuit de overheid krijgt ze een tegemoetkoming in haar vaste lasten en de universiteit is haar ook financieel tegemoet gekomen.
Kwijtschelding
De Spar moet het voor hun inkomsten ook vooral hebben van Uithof-bewoners. De hoofdlocatie van de supermarkt bevindt zich aan het pleintje, maar er zijn ook mini-Spars in panden van de HU aan de Heidelberglaan en Bolognalaan. Bovendien is er in september een mini-Spar geopend in het Koningsbergergebouw van de UU. Voor die mini-Spars zijn de huurkosten kwijtgescholden door de onderwijsinstellingen, vertelt Erwin Binneveld, eigenaar van de Spar University.
Voor de ‘grote’ Spar aan het pleintje is de huur niet kwijtgescholden, maar wel tijdelijk bevroren geweest. Binneveld: “We kregen in maart, de dag na de persconferentie, direct een telefoontje van Vastgoed en Campus, dat we ons geen zorgen hoefden te maken over de vaste lasten. We kregen even wat lucht en zouden dan later verder zien. Dat was heel netjes en proactief.”
Fiona van ’t Hullenaar, directeur van Vastgoed en Campus, vertelt dat iedereen direct huurbevriezing is aangeboden. Voor kwijtschelding is er een afweging is gemaakt per ondernemer. Om daarvoor in aanmerking te komen, moesten bedrijven met open boekhouding kunnen aantonen dat ze verlies leden en moesten ze laten weten hoeveel subsidie ze kregen uit andere overheidsmiddelen. Ook moest er géén groot moederbedrijf achter de onderneming zitten die de klap zou kunnen opvangen. Van ’t Hullenaar: “Het gaat om overheidsgeld dat primair is bedoeld voor onderwijs en onderzoek, dus daar moeten we ethisch mee omgaan en verantwoording over kunnen afleggen. Ik kan dus niet zomaar geld weggeven of een vervanging van overheidssteun bieden. Het doel is en was altijd wel om samen mét elkaar door deze ellende te komen, waarbij iedereen zijn deel bijdraagt. Dit is nu maar ook in de toekomst nog steeds onze lijn.”
Een ‘aanzienlijk bedrag’ is volgens haar daadwerkelijk kwijtgescholden. Omdat de Spar en The Basket grote moederbedrijven achter zich hebben, kregen zij wel huurbevriezing, maar geen kwijtschelding. Bedrijven zoals de Primera, pizzeria Tricolore, broodjeszaak Eat Out en de foodtrucks kregen dat wel. Ook is het duidelijk dat er een juridische zaak loopt, maar kan de UU niet zeggen waar dat precies over gaat.
Supermarkten maakten toch winst?
Hoewel supermarkten over de algehele linie juist profiteren van coronatijd, heeft Binneveld daar andere ervaringen mee. “Ik heb tien winkels in zeven universiteitssteden, waar alles op campus in elkaar is gezakt. Van al die steden draait Utrecht nog het best, op ongeveer vijftig procent.” De Spar is een half jaar dicht geweest, van maart tot september. Binneveld heeft wel een tegemoetkoming vanuit de overheid gehad, maar kan niet zeggen hoeveel precies. Bij elke persconferentie houdt hij zijn hart vast: als ze maar niet weer het offline onderwijs stopzetten.
Restaurant The Basket heeft de grote bedrijven Brothers Horeca Group (BHG) en brouwerijketen AB InBev achter zich. Sinds de lockdown in maart, is The Basket tot de laatste week van augustus gesloten geweest. Begin oktober moesten de deuren weer dicht. De vijf vaste personeelsleden konden op een andere locatie van BHG aan te slag, bijvoorbeeld bij Meneer Smakers. “Die doen veel aan bezorgen en afhalen en draaien dus nog wel goed”, aldus een woordvoerder van BHG. Voor de flexwerkers die The Basket rijk was, is het een ander verhaal. Voor hen is geen vangnet geregeld.
Foodtrucks
Verder is het Utrecht Science Park een aantal foodtrucks rijk, die over verschillende locaties op het terrein rouleren. In de eerste coronagolf hebben Broodje Ben en Tour de la Frite nog wel op het USP gestaan, de rest liet het afweten. Mo Korkmaz, eigenaar van de kebabkraam die al bijna twintig jaar op het pleintje staat, legt uit: “Het is afhankelijk van welke overheidssteun je krijgt. Ik heb geen personeel, dus krijg niets uit de NOW-regeling. Broodje Ben bijvoorbeeld wel, dus voor hen is het rendabel om open te zijn, ook al zou er niemand komen. Ik draai dan alleen maar verlies.”
Mo stond tot een paar jaar terug vijf dagen per week op een vaste plek op het pleintje, maar sinds er meer foodtrucks zijn, moet hij mee in de roulatie. Volgens het rooster zou hij bijvoorbeeld ook bij de Padualaan moeten gaan staan met zijn kar, maar dat doet hij niet. “Op die locatie komt niemand, dus dat is niet rendabel.” Hij staat daarom alleen op maandag, donderdag en vrijdag op het pleintje.
Mo’s kebabkraam is bijna een half jaar echt gesloten geweest. Nu draait hij maximaal vijftig procent van wat zijn omzet normaal zou zijn. “En dan hebben we nog geluk. Op sommige dagen is het dertig procent. Het is gewoon rampzalig. Ik hoop dat het leven snel weer op gang komt na corona. We moeten dit jaar gewoon heel gauw weer vergeten.”