Op weg naar een universiteitsbreed AI-beleid

‘Binnen bepaald kader kan AI het onderwijs laten floreren'

AI in het onderwijs Foto: 123rf
AI in het onderwijs Foto: 123rf

De officiële functiebenaming van Yvette Roman bij de Universiteit Utrecht is AI Governance Officer Onderwijs. Ze gaat in samenwerking met alle faculteiten beleid ontwikkelen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI). Hoewel ze vindt dat AI het onderwijs veel kan bieden, schuilen er ook gevaren in het gebruik ervan. Zo heeft ze tijdens presentaties herhaaldelijk laten zien dat je met behulp van verschillende tools een volledig afstudeerscriptie in elkaar kunt draaien. “Het publiek denkt telkens: Oh my God! Men weet wel van het bestaan van ChatGPT, maar meestal niet van andere specialistische AI-tools waarmee je dus een wetenschappelijke publicatie kan maken.”

Generatieve AI wordt momenteel volop gebruikt in het onderwijs, zowel door docenten als studenten (zie kaders).  Roman juicht dat toe, omdat ze denkt dat AI het onderwijs veel kan bieden. Maar waar ligt de grens? “Toen ik een paar jaar geleden voor het eerst liet zien dat je een volledige scriptie kan laten schrijven met behulp van kunstmatige intelligentie, waren er nog mensen die dachten: we doen maar even niks, het waait wel over. Nou, niet dus.” AI, zo zegt ze, ontwikkelt zich in razend tempo en als universiteit moet je daar een antwoord op hebben.

Yvette Roman. Foto: Lize Kraan

Yvette Roman. Foto: Lize Kraan

Aangeven wanneer AI is gebruikt
Voor de faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie (Rebo) stelde ze een ethische gedragscode op over de omgang met generatieve AI. Het was de eerste van de universiteit. Daarin staat onder andere dat het gebruik van AI om teksten te genereren, en dat vervolgens te presenteren als eigen werk, als fraude wordt gezien. Het beleid dat Roman voor de hele universiteit gaat opstellen, gaat verder dan de gedragscode. In dat beleid moet onder meer komen te staan welke AI-tools er op de UU wel en niet gebruikt mogen worden. Ook moet duidelijk worden waar je AI wel en niet voor mag gebruiken en kan het in sommige gevallen verplicht worden om aan te geven of je AI hebt gebruikt voor een bepaalde opdracht. 

Het opstellen van universiteitsbreed AI-beleid is nog geen gemakkelijke opgave, vertelt Roman, omdat elke faculteit weer andere uitdagingen heeft. “Bij de faculteit Bètawetenschappen wordt AI bijvoorbeeld veel gebruikt als programmeerhulp. Hoewel je bij teksten misschien nog kunt zien of het door een mens of een machine is geschreven, is dat bij programmeren moeilijker. Op de universiteit zijn vertaalhulpen in principe toegestaan, maar de vraag is of dat wenselijk is voor studenten van taalopleidingen.” 

Onderwijs aantrekkelijker met AI 
Volgens Roman is er een wildgroei aan AI waar veel mensen gebruik van maken, maar waar de universiteit nauwelijks regie over heeft. De eerste stap is om een actueel overzicht te hebben van academische tools. “We kunnen dan de meest risicovolle eruit filteren, bijvoorbeeld degene met veel ethische-, privacy- en securityrisico’s. Dan blijft er een veilige lijst over. Als we dat goed geborgd hebben, dan kunnen we daarna het goede laten floreren. Zo kunnen we het onderwijs ook aantrekkelijker maken met behulp van AI. Dan kan het hartstikke leuk worden, denk ik.”

Volgens Roman verandert de komst van AI het universitaire onderwijs. “Het is niet meer voldoende om studenten met een bak vol kennis in hun hoofd af te leveren, want AI zal kennisvergaring, zoals het zoeken, ordenen en presenteren van informatie, steeds meer overnemen. Het sociale aspect, zoals de interactie met docenten en medestudenten, en de persoonsvorming worden belangrijker. Bijvoorbeeld: Draag ik de juiste ethische normen en waarden met me mee? Ben ik constructief en respectvol naar anderen? Kan ik goed samenwerken en ben ik inclusief? De snelheid waarmee een student zich kan aanpassen aan steeds veranderende technologieën zal ook belangrijker worden. Niet toevallig staan die elementen ook centraal in het nieuwe onderwijsmodel van de UU.”  

Noodzaak wordt kracht
De rol van docenten zal daardoor ook veranderen. Zij kunnen niet volstaan met alleen het beoordelen van de eindopdracht, omdat die ook door AI geschreven kan zijn. “Docenten moeten een meer coachende rol krijgen waarin ze monitoren of studenten de stof echt hebben begrepen. Dat zou mondeling getest moeten worden door bijvoorbeeld vaker bij elkaar te komen. Dat betekent natuurlijk nogal wat voor de werkdruk, maar dat zou je ook slimmer kunnen organiseren in andere werkvormen. Bijvoorbeeld door studenten elkaar te laten beoordelen in een groepssessie die door een docent wordt begeleid.” 

Ook hoor- en werkcolleges kunnen wat Roman betreft een impuls krijgen door AI. “Met z’n honderden in een grote zaal naar een docent luisteren werkt niet meer altijd. We moeten ons onderwijs aanpassen aan de kortere aandachtspanne van Gen Z. AI kan daar heel goed mee helpen. Denk aan een VR-bril waarmee je simuleert dat je in een rechtszaal zit of het gebruik van AI in het lab om nieuwe materialen te ontdekken. Zo kunnen we ons onderwijs leuker en attractiever maken en buigen we de noodzaak om in een kracht.”  

De Universiteit Utrecht is niet de enige universiteit die zoekende is naar hoe om te gaan met AI in het onderwijs. Ook bij andere universiteiten buigen beleidsmedewerkers zich hierover.  Roman heeft vorig jaar maart alle universiteiten bij elkaar gebracht in het Landelijk Universitair Netwerk AI-beleid onderwijs (Lunai). “Daarin zijn verschillende beleidsmedewerkers verenigd om van elkaar te leren zodat niet ieder voor zich het wiel hoeft uit te vinden. We delen best practices en laten bijvoorbeeld gezamenlijk een impact analyse maken van alle regelgeving die op ons afkomt.” Deze kennis kan bijdragen aan het opstellen van AI-beleid voor de universiteit.

Niels Vreeswijk. Foto: Wunderlustfotografie

Niels Vreeswijk. Foto: Wunderlustfotografie

Studenten en AI: ‘Leer studenten digitale geletterdheid’

De studentassessoren van de Universiteit Utrecht willen graag dat er een goedgekeurde lijst van AI-tools komt waarmee ze in een veilige IT-omgeving kunnen werken. Daarnaast zien ze het als een taak van de universiteit om studenten te leren hoe AI werkt, zodat ze de output van zo’n tool goed kunnen beoordelen.

Dat zegt Niels Vreeswijk, die naast de master Infection & Immunity ook studentassessor is van het College van Bestuur. Samen met de facultaire studentassessoren is hij gevraagd door de directie Studenten, Onderwijs & Onderzoek om zijn visie te geven op AI. Zelf gebruikt hij AI vooral voor simpele taken. “De aantekeningen die ik tijdens hoorcolleges maak, zijn vaak losse zinnen. Die haal ik door ChatGPT, en die maakt er dan een mooi lopende tekst of een samenvatting van. Dat vind ik een hele fijne functie."

De studentassessoren vinden dat AI veel meer in de opleidingen geïntegreerd moet worden. Niels merkt op dat studenten AI al volop gebruiken. “Ik zie dat eerstejaars Google niet eens meer gebruiken, maar al hun vragen direct aan ChatGPT stellen.” 

Vreeswijk ziet daar wel een risico in. “AI is een black box. Als je googelt, beoordeel je zelf webpagina’s en bronnen: is deze website betrouwbaar? Is dit wel een wetenschappelijk paper? Maar als je een vraag aan ChatGPT stelt, dan weet je niet waar de informatie vandaan komt.” Daarom wil hij dat de universiteit studenten leert hoe AI werkt, zodat ze de output van zo’n tool goed kunnen beoordelen. “Vergelijk het met een rekenmachine – scholieren mogen die de eerste jaren ook niet gebruiken omdat ze zelf moeten leren rekenen, maar later wel. Op die manier moeten studenten les krijgen in academische digitale geletterdheid.” 

Sjors Overman. Foto: Lucas van der Wee

Sjors Overman. Foto: Lucas van der Wee

Docent Overman leert studenten om te gaan met ChatGPT

Docent Sjors Overman van Bestuurs- & Organisatiewetenschap merkt dat studenten terughoudend zijn in het gebruik van AI voor statistiekopdrachten, maar vindt het belangrijk om er ervaring mee op te doen. 

“Wat verklaart de steun van Europese burgers aan Oekraïne?” Deze vraag moesten studenten van de master Bestuur- & Organisatiewetenschap vorig jaar beantwoorden met behulp van AI. Universitair docent Sjors Overman organiseerde een speciale bonusopdracht aan het einde van een statistiekvak. De opdracht nam een hele dag in beslag en leverde geen cijfer op. Toch deden alle studenten mee. Om de vraag te beantwoorden, zochten ze in de Eurobarometer, een terugkerende enquête onder Europese burgers, maar daar komt zo’n antwoord niet zomaar uitrollen. “In het begin vonden studenten het nog best lastig om de juiste vraag te stellen aan ChatGPT. Je hebt dus nog steeds veel analytische vaardigheden nodig om het probleem te kunnen doorgronden.” 

Overman past mondjesmaat generatieve AI toe in het onderwijs, maar hij merkt dat studenten terughoudend zijn om het tijdens de statistiekcursus te gebruiken. “Ik moedig mijn studenten aan om ChatGPT te gebruiken als programmeerhulp, want later gaan ze dat ook nodig hebben. Een enkele student gebruikte het wel tijdens de cursus, maar de meesten pakten toch nog gewoon het handboek erbij. Ik ben benieuwd hoe zich dat de komende jaren ontwikkelt en of hun houding verandert.”

Dit semester wordt de AI-bonusopdracht weer gehouden, maar nu wil Overman AI-programma Copilot gebruiken, ondanks bezwaren over privacy. “We moeten natuurlijk oppassen met het uploaden van gevoelige informatie, maar volgens mij zijn er geen regels die ons verbieden om het te gebruiken, dus het lijkt mij prima om dat wel te doen. Bovendien denk ik dat je beter begrip krijgt van de risico’s van bepaalde hulpmiddelen als je ze gebruikt. Ik wil AI dus niet alleen maar beschouwend, maar ook functioneel inzetten in het onderwijs. Want het is er nu eenmaal en gaat ook niet meer weg.” 

Advertentie