Campuscolumnist Michiel: ‘Je moet niet bang zijn om tegen de haren in te strijken’

Michiel Hekkens, foto DUB

Wie de columns van de 26-jarige Michiel leest, zal een aantal dingen opvallen: taboes worden doorbroken, scherpe kritiek wordt afgewisseld met geestige beeldspraak en filosofische vragen blijven na het lezen lang in je hoofd hangen. Niet zo gek natuurlijk, dat een derdejaars wijsbegeertestudent je aan het denken zet. “Onderwerpen die in mijn colleges voorbijkwamen zie je ook terugkomen in mijn stukken”, vertelt hij, terugblikkend op zijn jaar als columnist.

Ruim acht jaar geleden vertrok Michiel uit een midden-Limburgs dorp om te gaan studeren in Utrecht. Hij werd lid bij studentenvereniging UMTC en ging wonen op de IBB. Het waren allemaal onderwerpen voor een column. Zo schreef hij over de herwonnen waardering die hij ervoer voor zijn geboortedorp, omschreef hij zijn ervaringen als UIT-loper en als vers UMTC-lid en vergeleek hij afgelopen zomer zijn buren op de IBB met badderende varkens.

Michiel heeft geen acht jaar over wijsbegeerte gedaan. Hij haalde op een haar na zijn diploma voor Communicatie & Multimediadesign alvorens hij besefte dat hij liever wijsbegeerte wilde studeren. “Voor een extreem matige app kun je dus ook bij mij terecht”, grapt hij.

Nu schrijft Michiel zijn scriptie om zijn bachelor wijsbegeerte af te ronden. Wat hij daarna gaat doen, weet hij nog niet precies. Misschien een master in de richting van de journalistiek. “Ik ben begonnen met filosofie om beter te worden in schrijven. Sterker nog, alles wat ik deed stond in dienst van een betere intellectueel en schrijver worden. Ik begon met schrijven op internetfora. Ik wilde hier graag een zo goed mogelijk betoog neerzetten over een onderwerp waar ik wat vanaf wist en dat ook nog eens goed onderbouwd en verwoord was. En ik wilde daar blijkbaar erkenning voor van mensen online… Wat eigenlijk best sneu is”, Michiels zelfkritische karakter steekt wederom de kop op, “En op de middelbare school haalde ik hoge cijfers voor mijn opstellen, dus dan gaat het een beetje vanzelf spreken dat je daar iets mee gaat doen.”

De wekker om 3 uur ’s nachts zetten kan helpen

Het schrijversbestaan lonkt, maar boezemt hem ook angst in. Schrijven gaat niet zonder slag of stoot: “Ik had gehoopt dat het op den duur makkelijker zou worden om op onderwerpen te komen en dat het me minder moeite zou gaan kosten om te schrijven. Ik zou zo graag een onuitputtelijke bron van ideeën zijn, maar dat ben ik niet. En als ik naar mijn stukken kijk, vraag ik me weleens af of ik wel beter ben gaan schrijven, of dat ik eigenlijk hetzelfde schrijf als een paar jaar geleden. Het kost me nog steeds veel moeite.” Michiel speculeert dat hij misschien gewoon meer levenservaring, kennis en ‘bagage’ moet opdoen voor hij naar eigen tevredenheid kan schrijven.

Om elke twee weken op een nieuw onderwerp te komen, probeert Michiel van alles. “Mensen krijgen vaak de beste ideeën wanneer ze aan het poepen zijn of onder de douche staan, maar ja, je kan ook niet tien keer per dag naar de wc gaan om iets nieuws te bedenken. Dus ik heb een aantal keer mijn wekker om drie uur ’s nachts gezet, omdat ik merkte dat mijn hoofd ook aan de gang ging als ik niet kon slapen.” De setting waarin hij uiteindelijk het liefst zijn woorden op papier kreeg, was thuis - in een comfortabele outfit met een flesje wijn.

Een eend moet zich ook niet met mijn leven bemoeien vanuit zijn eendenmoraal

Onder tijdsdruk een column produceren vindt Michiel dus lastig. Temeer omdat hij veel waarde hecht aan authenticiteit: zijn stukken moeten origineel zijn, verrassen en zaken vanuit een ander oogpunt benaderen. Dat is lastig, maar ook iets waar hij erg trots op is, wanneer het lukt. In zijn column over de verhouding tussen mensen en eenden is dit hem, naar eigen zeggen, het best gelukt. “Op de een of andere manier ben ik er toen in geslaagd om met een originele twist te komen die ook nog eens tot de verbeelding sprak. Ik stelde dat wij onze mensenmoraal niet moeten projecteren op eenden, die het heel normaal vinden om te verkrachten. Dat zit in de aard van het beestje. En ik zou het ook niet prettig vinden als een eend zich met mijn leven zou bemoeien vanuit zijn eendenmoraal.”

Ik wil niet dat valszingende Idols-meisje op de stip zijn

In drie woorden omschrijft Michiel zichzelf als ‘reflectief, semi-intellectueel en schaamteloos’. Schaamteloosheid is een groot goed voor een schrijver, vindt hij. Niet voor niets is Herman Brusselmans één van zijn favoriete auteurs. “Brusselmans doorbreekt taboes en heeft met die schaamteloosheid zichzelf overwonnen. Zo zie ik dat in ieder geval”, stelt hij. Ook Michiel heeft er een handje van om met zichzelf te spotten, zoals hij in zijn column over het dragen van een luier op een festival deed.

Ondanks zijn voorliefde voor schaamteloosheid, is Michiel zich terdege bewust van zichzelf en zijn schrijven, misschien zelfs in extreme mate. “Ik ben bang om dat meisje op de stip te zijn die in de audities voor Idols denkt dat ze goed kan zingen, maar de plank volledig misslaat. Omdat niemand ooit het lef had, om dat tegen haar te zeggen en ze allemaal maar dachten ‘ah joh, ze heeft er plezier in, laat haar maar gewoon doen.’ Je kunt je eigen werk altijd slecht inschatten.” Kritiek helpt je in die zin alleen maar vooruit, maar je moet er ook tegen kunnen om het te horen. “Zeker omdat columns zo dicht bij jezelf liggen, kan dat lastig zijn.”

Wees niet bang om tegen de haren in te strijken

Een tip die Michiel mee wil geven aan de campuscolumnist van 2019, is om kritiek niet te vrezen. “Je moet niet bang zijn om tegen de haren in te strijken. Dan zijn mensen maar even boos.” De boel een beetje opschudden, van een andere kant belichten en daar je lezer mee verrassen, dus. “En zelfonderzoek doen! Ga na welke aannames en ‘confirmation bias’ er leven in jezelf en in je sociale kring, en probeer daar buiten te treden.”

Wat moet je doen om de nieuwe campuscolumnist te worden?
Om mee te dingen naar de titel van campuscolumnist van de UU en het daaraan verbonden Erik-Hardemanstipendium van 1000 euro moet je twee columns insturen. De columns moeten het universitaire leven verrassend onder de loep nemen en mogen niet langer zijn dan 500 woorden. Stuur de columns vóór 1 december naar: m.j.agterberg@uu.nl  De campuscolumnist krijgt de titel aan het begin van het nieuwe jaar.

Advertentie