'Corona maakt ons als internationale studenten nog internationaler'

Giancarlo Marini bleef in Utrecht tijdens de lockdown. Foto's Sanne van Amersfoort

Nederland is de afgelopen jaren steeds populairder geworden onder internationale studenten. Volgens het Nuffic is maar liefs tien procent van de studenten in Nederland een buitenlandse student. Ook in Utrecht neemt het aantal internationale studenten steeds meer toe, dit collegejaar van zo'n 3500 naar zo'n 4100. In de bachelor steeg het aantal EER-studenten met 22 procent en het aantal niet-EER studenten met 25 procent. In de master groeide het aantal EER-studenten met 19 procent.

Toen vorig jaar de coronacrisis toesloeg, vertrokken veel internationale studenten uit Utrecht en volgden hun cursussen thuis bij hun ouders. Sommige studenten bleven hier. DUB vroeg twee internationale studenten naar hun ervaring in Nederland tijdens de lockdown.


Giancarlo Marini (24): ‘Door de lockdown is het contact met de Nederlandse studenten hechter’

Grote feesten, de ‘orange army’, de beste dj’s, het roken van wiet en de grootste feestvierders in het buitenland: net als andere internationals zag de Amerikaanse masterstudent Giancarlo Marini de Nederlanders als grootste feestvierders. “Wat is dan een betere manier om dat van dichtbij meet te maken dan hier te studeren?” dacht hij. Giancarlo zit nu in zijn tweede jaar van zijn master Energy Science van de faculteit Geowetenschappen. Hij zit nu in zijn tweede en laatste jaar van zijn master. Maar van feesten kwam niet veel, met dank aan de tweede lockdown in Nederland.

 

Wie is Giancarlo?

 

Giancarlo woont nu bijna anderhalf jaar in Utrecht. Hij is een van de gelukkigen die een kamer heeft kunnen bemachtigen tussen de ‘Dutchies’. “Mijn internationale master bestaat voor 40 procent uit internationale studenten. In het begin was het erg moeilijk om de Nederlandse medestudenten te leren kennen, omdat zij vooral elkaar opzochten. Maar in de loop van de tijd zijn we allemaal hechter geworden. Ik vind de Nederlanders echt heel grappig. De Nederlanders van de master Energy Science zijn minder nerdy dan de internationals, al zeg ik het zelf!” vertelt Giancarlo.

Eenzamer sinds de corona
“De meeste van mijn internationale vrienden gingen terug naar hun ouders, maar ik besloot te blijven. Dus het was moeilijk in de beginfase van de lockdown in maart. Ik had het geluk dat ik ook Nederlandse vrienden had en vrienden van mijn werk. Twee studiegenoten vroegen of ik bij hen in huis wilde komen wonen. Dat was een grote verrassing. Toch voel ik me absoluut meer eenzaam sinds het begin van de coronacrisis.”

Giancarlo had ook terug kunnen gaan naar zijn ouders in Portugal. “Doordat ik lang in de Verenigde Staten heb gewoond, kon ik mijn ouders maar weinig zien. Ik dacht dat dit makkelijker zou zijn wanneer ik in Europa ging wonen. Maar dat is nu niet eens veranderd, ook al woon ik in Nederland in plaats van Amerika. Mijn ouders wilden dat ik bij hun kwam wonen tijdens de eerste lockdown, maar ik wil niet meer bij mijn ouders wonen, haha!” vertelt Giancarlo grappend. “Ik hou erg van mijn sociale leven hier. Ik zou geen vrienden hebben in Portugal waar mijn ouders wonen, dus dat is een beetje een verschil met andere internationale studenten.”

Corona bracht ons dichter bij elkaar
Het ergste van de hele situatie vindt hij dat hij zijn familie en vrienden niet zo vaak kan zien. Een deel van Giancarlo’s familie woont nog in Brazilië, waar in de zomer de besmettingen torenhoog opliepen. “Mijn ouders zijn nu in de zestig, dus in het begin waren mijn broers en ik erg ongerust. Gelukkig hebben ze nooit Covid gekregen, maar mijn grootouders zijn wel besmet geraakt in Brazilië. Dat was erg stressvol. Mijn opa moest aan de beademing op de ic en heeft daar een maand in isolatie gelegen. Niemand van ons dacht dat hij het zou redden. Iedereen belde hem elke dag alsof het de laatste keer was dat zij hem spraken. Mijn oma was er iets later nog erger aan toe en lag ook op de ic, helemaal alleen in isolatie. Ze was erg zwak en kon zichzelf niet eens voeden.

Mijn familie die naar Brazilië gereisd was, kon net zo weinig doen als ik, die 5000 kilometer verderop zat. Ze hadden net zo goed bij mij aan de andere kant van de wereld kunnen blijven, dat zou geen enkel verschil hebben gemaakt,” vertelt Giancarlo.

De opa en oma van Giancarlo maken het nu goed. Giancarlo is tijdens de kerst naar Parijs gevlogen om zijn ouders en twee broers te zien. “Het is al 7 jaar geleden dat we met het hele gezin bij elkaar zijn. Corona heeft ons eigenlijk nu meer bij elkaar gebracht.”

Zo zit Giancarlo nog altijd in Nederland en volgt de meeste cursussen online. Wat hij vervelend vindt aan deze tijd is vooral het gebrek aan vrijheid dat hij ervaart. “Ik vond alle feestjes en de kleine clubs hier in Utrecht super leuk. De Nederlanders zijn erg “gezellig” zoals ze het zeggen, en ik vind dat heel moeilijk om dit alles niet mee te maken terwijl ik nog wel hier ben.”


Nicoletta Cirlig (26): ‘Mijn huisgenoten stonden met de koffers op de gang, ik was de enige die bleef’

Nicoletta Cirlig woont anderhalf jaar in Utrecht. Twee jaar werkte ze als journalist in Moldavië, ze kwam naar Utrecht om haar cv uit te breiden met een Engelstalige master op het gebied van kunst en cultuur.

Nicoletta is zelf erg voorzichtig door het coronavirus. Zo gaat ze twee keer per week naar de supermarkt om haar vaste boodschappen te doen, en vermijdt ze drukke plekken.

Wie is Nicoletta? 

 

Als voormalig student journalistiek heeft Nicolette wat onderzoek gedaan naar het studentenleven in Utrecht. Nicoletta: “De Nederlandse studenten zijn heel warm en sociaal. Dat is anders dan ik had verwacht. Ik had van tevoren gelezen dat Nederlanders erg gereserveerd kunnen zijn. Dit had ik in mijn achterhoofd gehouden toen ik hierheen verhuisde.”

Nicoletta woonde bij het uitbreken van de coronacrisis in een studentenhuis voor internationale studenten in De Uithof. “Het is raar, want bij de start van de pandemie woonde ik in een studentenhuis. Veel van mijn huisgenoten vertrokken. Een aantal huisgenoten stond in de gang met hun koffers en ik was zo’n beetje de enige die bleef. Dat gaf me een eenzaam gevoel. Ik ontgroeide dat gevoel door meer vriendschappen te sluiten met mensen uit mijn werkgroep. Het bracht me eigenlijk dichter bij mensen met wie ik aanvankelijk niet close was. Ik werk en studeer ook tegelijkertijd, dus kreeg ik gelukkig geen tijd meer om me eenzaam te voelen.”

Leuk om in de stad te zijn waar de universieit is
Ook voor Nicoletta was de ‘feeling’ van het studeren in het buitenland en het snuiven van de cultuur een van de grootste redenen om naar Utrecht te komen. Nicoletta zegt dat ze ondanks de pandemie geen spijt heeft dat ze naar Nederland is gekomen. “Ik wilde graag de sfeer meemaken. Hoewel het onderwijs online is, heb ik het gevoel dat het ook leuk is om te zijn in de stad waar de universiteit is. Je voelt je meer verbonden met wat je studeert. Je kunt nog steeds mensen ontmoeten, al moet dat nu op afstand. Het is echt vanwege de internationale ervaring dat ik ben gebleven. Ik kom nog steeds andere studenten tegen die me meer perspectief geven in mijn onderzoek voor de universiteit of zelfs in het sociale leven.”

Een vriendin van Nicoletta vertrok naar Duitsland. “Zij voelde zich eenzaam en volgt haar UU-master nu daar. Zij is Koreaans maar veel van haar vrienden studeerden in Duitsland. Corona maakt ons als internationale studenten nog internationaler.”

Ook al is Nicoletta blij dat ze gebleven is, zijn er zaken die ze naar vindt. “Ik vind het natuurlijk niet prettig dat ik mijn familie niet kan bezoeken. Ook kan ik niet zo vaak rondreizen. Toen ik in Nederland kwam, wilde ik het land zien en ook door België en Duitsland gaan reizen, dus het is jammer dat ik dat niet kan.”

Nederlanders en corona maatregelen
Nicoletta is wel een beetje gefrustreerd over het feit dat de Nederlanders zich niet aan de maatregelen houden. Ze is zelf voorzicht en denkt dat hoe meer we ons aan de regels houden, hoe sneller de maatregelen zullen verdwijnen. Dan kan ze ook sneller haar familie weer zien. “Ik houd afstand van mensen en word elke dag voorzichtiger. Vooral bij het busstation waar veel mensen op dichtbij elkaar staan. De manier waarop ik boodschappen doe is ook anders: ik maak van tevoren een boodschappenlijst waardoor ik maar twee keer in de week naar de supermarkt hoef. Ik merk dat andere studenten dat niet doen, en bij elke studiepauze in de bibliotheek naar de supermarkt gaan.”

Ze heeft moeite met de manier waarop deze zomer de regels versoepeld werden. “In de zomer was ik vier dagen in Berlijn. Daar was een mondkapjesplicht. Hier was dat niet verplicht. De mensen in Nederland kwamen nog heel dicht bij elkaar op straat. Studenten waren aan het feesten en ik zag ze in bars. Dat maakte me gefrustreerd omdat ik mijn familie niet kan zien vanwege de hele pandemie. Ik ben er sterk van overtuigd dat als je de regels volgt, de ic cijfers zullen afnemen.”

Advertentie