Coronakopstuk De Wit: ‘Het is moeilijk de politieagent van eigen gedrag te zijn’

Het is druk in de Utrechtse binnenstad, zegt John de Wit, fotos: Ivar Pel

John de Wit, jij onderzoekt hoe mensen omgaan met de coronamaatregelen. Volg jij altijd elke coronamaatregel op?
“Ik doe mijn best maar ik durf niet te zeggen dat ik perfect ben, nee. Ik ben ook menselijk. Mijn lief geeft me weleens op mijn kop en zegt dat ik een grotere bocht moet nemen als ik om iemand heenloop. Het blijft ingewikkeld om voortdurend na te denken over wat je doet. Het zijn zo veel gewoonten die je moet doorbreken.”

Welke maatregel vind je zelf het moeilijkste om op te volgen?
“Soms is het niet mogelijk om drukte te vermijden, op straat of in een winkel, en dan kan het lastig zijn om 1,5 meter afstand te houden. Dat is vervelend. In dat soort situaties gebruik ik een mondkapje.”

Je bent lid van de Wetenschappelijke Adviesraad Corona Gedragsunit van het RIVM? Wat doet deze raad?
“In deze adviesraad zitten verschillende hoogleraren en wij denken mee over alle voorkomende vragen. Als lid realiseer ik me wel dat ik een soort voorbeeldfunctie heb. Dus ik wil geen Grapperhausje maken, zeg maar.”

Van iedereen wordt verwacht dat ze zich aan de maatregelen houden. Waarom vinden mensen dat zo moeilijk?
“Omdat de maatregelen de verschillende behoeften doorkruisen van mensen als het gaat om gezondheid, seks en intimiteit en sociaal en fysiek contact.

“Met andere gedragswetenschappers heb ik onderzoek gedaan naar die behoeften ten tijde van corona. Hoe belangrijk zijn ze? Het blijkt dat voor corona sociaal contact en intimiteit heel belangrijk was voor mensen, en gezondheid veel minder. Tijdens de eerste lockdown zag je dat heel erg veranderen: ineens was gezondheid veel meer van belang, en de rest juist minder. Op het moment dat de lockdown eindigde, werden die sociale dingen wel weer belangrijk, maar bleef gezondheid óók belangrijk. Gedrag is een spiegeling van wat er belangrijk wordt gevonden. Als je je bedreigd voelt in je gezondheid, ga je eerder je gedrag aanpassen dan wanneer die bedreiging afneemt.”

Waarom volgt de ene persoon de maatregelen wel op en de ander niet?
“Dat is een heel goede vraag. Mensen verschillen in hoeverre ze iets op zichzelf betrekken, hoe relevant ze het vinden, en in hoeverre ze zelf vinden dat ze een bijdrage kunnen leveren. De één ziet iets sneller risico’s terwijl de ander denkt: het zal allemaal wel meevallen. De één vindt het belangrijk om mee te doen, de ander vindt dat meedoen niet zo veel uitmaakt.

“Juist door die verschillen in mensen is de communicatie van de overheid naar de burgers belangrijk, zodat ook de groep die het minder belangrijk vinden om de maatregelen te volgen, bij de les wordt gehouden. Die mensen hebben meer ondersteuning en overtuiging nodig om zich aan de regels te houden. Meestal helpt het om ze te laten zien dat ze zelf ook geraakt kunnen worden, of dat bijvoorbeeld hun dierbaren ziek kunnen worden.

“In de communicatie vanuit de overheid wordt nu echter meer ingespeeld op emotie. Met het doel om mensen het gevoel te geven dat hun gedrag ertoe doet. Als één persoon op een terrasje gaat zitten, is er niet zo veel aan de hand, maar als iedereen dat doet, dan wel.”

Welke groepen leven de regels het minste na en welke het meeste?
“Daar hebben we niet heel veel gegevens over; wie zich niet aan de regels houdt, is makkelijker te bepalen aan de hand van het aantal infecties. Als je afgaat op infectiecijfers zijn het met name mensen tussen de 20 en 40 jaar die meer moeite hebben met het zich aan de regels houden. Dus de mensen voor wie sociale ontmoetingen een centralere rol spelen in het leven en de wat jongere mensen die zelf betrekkelijk minder last krijgen van een corona-infectie. Wat we weten is dat vanaf het moment dat het aantal infecties in het najaar begon toe te nemen, wel meer mensen zich aan de regels zijn gaan houden.”

Wat vind je ervan dat mensen zich niet aan de regels houden?
“Ik vind dat heel begrijpelijk. Met mijn achtergrond als psycholoog snap ik heel goed dat mensen die zelf niet zoveel risico lopen en minder dreiging van het virus ervaren, toch mogelijkheden opzoeken om het leuk en gezellig te hebben in het leven. Dat is een vanzelfsprekend proces. En niet iets wat je mensen kwalijk kunt nemen.

“Met de maatregelen is het eigenlijk de hele tijd zoeken naar een balans tussen de verschillende dingen die belangrijk zijn voor mensen. Mensen vinden het uiteindelijk heel ingewikkeld om de politieagent van hun eigen gedrag te zijn. Dus als er ineens meer mag, laten ze de teugels vieren. Verstandig is het niet, maar wel al te menselijk.”

Zouden wat jou betreft de regels meer moeten worden afgedwongen?
“Iets meer sturing is belangrijk. Mensen zijn geneigd om te kijken wat er voor hen zelf maximaal inzit. Als jij je aan de regels houdt, dan hoef ik het misschien niet te doen, denken ze. Dat is waar ik me eigenlijk al het hele jaar druk om maak:
dat we het aan mensen zelf over laten om beslissingen te nemen die ook anderen raken. De overheid zegt: ‘Blijf zoveel mogelijk thuis’. Maar wíe blijft er dan uiteindelijk thuis? Het advies is dat we drukte moeten mijden, maar hoe moeten mensen bepalen wanneer het te druk is? En wie moet dan vervolgens thuisblijven?

“Mijn zorg is dat de mensen die zich het minst druk maken over corona bijvoorbeeld lekker gaan funshoppen, terwijl mensen die voorzichter of kwetsbaarder zijn thuisblijven terwijl ze wellicht echt noodzakelijke boodschappen zouden willen doen. Je in de openbare ruimte begeven is een schaars goed geworden en dat betekent dat we een systeem moeten hebben om dat eerlijk te verdelen. Dat is er nu niet. En ik maak me er druk om dat de meer kwetsbaren minder dan hun deel krijgen, omdat anderen voor het maximale voor henzelf gaan.

Wat zou er dan moeten gebeuren?
“Afspraken moeten helder zijn en mensen moeten ook aangesproken kunnen worden op hun gedrag. Dat vinden we niet leuk, maar dat moet wel voor de eerlijke verdeling. Nederlanders zoeken wel een beetje de grens op, dat heeft met cultuur te maken.”

In De Uithof staat naast de Spar een gigantisch scherm waar persoonlijke videoboodschappen op worden uitgezonden. Onder andere: ‘Mijn zoontje heeft astma, ik laat hem niet buitenspelen met andere kinderen. Maar ik ben bang dat ik hem besmet door naar kantoor te gaan. Houd afstand voor mij.’ Op het Intranet van de UU las ik dat dit een sociaal experiment is…

“Klopt, ik ben één van de onderzoekers en was een model in het filmpje; ik mocht iets zeggen over ouderen en kwetsbaar zijn voor corona. De reden voor het experiment was bezorgdheid over het aan de regels houden op het Science Park. De universiteit wil mensen bewust maken dat ze zich aan de maatregelen moeten houden niet alleen voor zichzelf, maar ook voor ánderen.”

Weten mensen dat niet ondertussen?
“Dingen weten en ernaar handelen is niet altijd hetzelfde. En daar gaat het over: de universiteit wil mensen van hun gedrag bewust maken. Het experiment is ook om te kijken in hoeverre zo’n boodschap het gedrag van de mensen beïnvloedt op een goede manier. Maar het is lastig om het effect te onderzoeken, want er zijn weinig mensen in De Uithof.”

Persoonlijk raakte ik erdoor teleurgesteld. Toen ik langsfietste vroeg ik me af: ‘Waarom moet er een scherm staan in de buitenruimte (waar minder besmettingen plaatsvinden) in een gebied waar sowieso bijna geen student meer mag komen? Moet zelfs de buitenruimte overgenomen worden door corona?’

“Je vond het indringend.”

Indringend is het juiste woord. Ik vroeg me af waarom het nodig is om op de fiets naar mijn ene college weer herinnerd te worden aan coronamaatregelen. Ik werd er moedelozer van in plaats van dat ik dacht: ‘ik ga extra goed afstand houden’. Een soort bevestigen van de angstcultuur.
“Wat je ervaarde is op zichzelf geen onbekend fenomeen, dat heet selectieve aandacht. We hebben met z’n allen de neiging om ons af te sluiten voor negatievere dingen. En soms kan een bepaalde vorm van communicatie, zoals zo’n scherm, op een indringende manier dan toch wel door die selectieve aandacht komen.

“We weten het allemaal wel, maar we doen het niet per se. Irritatie, zoals jij dat ervaarde, hoeft effect niet in de weg te staan. Neem bijvoorbeeld waspoederreclames. Die zijn notoir irritant, maar verkopen wel.”

Op 7 november verscheen er een uitgebreid interview met hoogleraar Medicine at old age Rudi Westendorp in het NRC. Hij stelt dat de proportionaliteit van het coronabeleid eruit is. Ook noemt hij de griepgolf van winter 2017-2018, waar in drie maanden tijd bijna 10.000 mensen stierven. Niemand paste hun gedrag aan. Aan corona zijn inmiddels 8616 mensen overleden, met een gemiddelde leeftijd van 80 onder mannen en 83 onder vrouwen. Waarom moet ons gedrag nu wel worden aangepast?
“Dat is een ingewikkeld debat. Als individu kan je heel veel verschillende dingen willen: gezondheid, seks en sociaal contact: daar zoek je een balans in. Maar het gaat ook over de balans van dingen die je als samenleving wil. Zoals de bescherming van de volksgezondheid, de economie en het welzijn van de mens. Ik denk dat Nederland best aardig die balans heeft gevonden. We doen het echt niet zo slecht en de maatregelen zijn minder ingrijpend dan in andere landen.

“Uiteindelijk gaat het in een democratische samenleving over wat we met zijn allen vinden. En dat de verschillende stemmen meetellen. Het is goed om kritisch te blijven, maar ook om het grotere geheel te zien. Wat ik een belangrijker balans vind, is de zorg voor corona en de andere zorg. Daar moet nog wat aan gedaan worden.

“En wat betreft de sterfteleeftijden: het zal je opa of oma maar wezen. Denkt na. Als je naar de abstracte cijfers kijkt, kun je op die manier redeneren. Maar voor de meeste mensen is het uiteindelijk heel erg concreet. Het zijn wel mensen die wij kennen. Je kan je toch niet een samenleving voorstellen waarin je geen maatregelen neemt omdat de mensen die doodgaan 70+ zijn? Maar het zijn wel belangrijke vragen om te stellen en het gaat erom dat je de dingen in balans houdt. In die zin vind ik dit een belangrijke bijdrage aan het debat. Want het gaat om meer dan alleen de korte termijn coronapandemie.”


Prof. dr. John Benjamin Frank de Wit (55)…

-Is hoogleraar Sociale Wetenschap aan de Universiteit Utrecht, met de focus op volksgezondheid
-Is lid van de tijdelijke Wetenschappelijke Adviesraad Corona Gedragsunit
-Doet onderzoek naar het effect van coronamaatregelen op gedrag
-Onderzoekt ook hoe de coronapandemie het hebben van seks beïnvloedt, met name onder mannen
-Promoveerde in 1994 aan de UvA met een proefschrift over HIV-infectiepreventie onder homoseksuele mannen
-Studeerde psychologie in Nijmegen
-Woont in de Utrechtse binnenstad en staat versteld van de drukte aldaar

Foto's: Ivar Pel

Advertentie