'Leuk om de collegebanken weer in te duiken'

De cijfers bevestigen: hoogopgeleiden leren graag door

Cursisten Foto: Beeldboot, Cathy van Schaik
Foto's: Beeldboot, Cathy van Schaik

Volgens cijfers uit 2023 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deed 13 procent van alle Nederlanders tussen de 25 en 65 jaar een werkgerelateerde cursus. De wens om het eigen werk beter te kunnen uitvoeren, was daarbij de voornaamste motivatie. Ook noemen respondenten algemene interesse, een verplichte cursus vanuit de werkgever of veranderingen binnen het bedrijf als reden om bij- of om te scholen. 

In die ontwikkeling voeren hoogopgeleiden de lijst aan. Vooral hoogopgeleide werkenden tussen de 36 en 55 jaar zoeken actief naar manieren om zich te verdiepen en te specialiseren in hun vakgebied. Ook neemt deze groep het meest daadwerkelijke deel aan opleidingen, trainingen en cursussen, blijkt uit een Marktrapportage van bureau Nidap en een recent Doelgroeponderzoek Professionals van de Universiteit Utrecht.

Volgens de onderzoekers zijn de opmars van kunstmatige intelligentie, de toenemende digitalisering en de groeiende complexiteit in het werkveld redenen waarom met name hoogopgeleiden bij willen leren. Respondenten gaven aan daarbij niet alleen behoefte te hebben aan verdieping binnen hun eigen vakgebied, maar ook steeds vaker te moeten samenwerken met collega’s buiten hun eigen expertise. Dit vraagt om nieuwe vaardigheden. De ontwikkeling van leiderschapsvaardigheden zijn daarbij populair, maar ook persoonlijke effectiviteit, zoals overtuigen en onderhandelen, en creativiteit en innovatief denken staan in de top 5. 

De grootste scholingsbehoeften komt vanuit de top van organisaties: de managers en leidinggevenden. Zij zien hun organisatie, rol en verantwoordelijkheden veranderen. Op de tweede plaats staat de ICT-sector. Technologische ontwikkelingen vragen daar om een update van vakkennis. Human Resource Management en personeelszaken, waar de behoefte aan extra scholing vooral wordt veroorzaakt door interne organisatieveranderingen, staan op de derde plaats. De zorgsector, op plaats vier, heeft behoefte aan scholing in beroepsvaardigheden, omdat het werk complexer en specialistischer wordt. 

Een groot deel van hoogopgeleid Nederland staat dus open voor een vervolgopleiding. Uit het Doelgroeponderzoek van wie de respondenten 23 jaar of ouder waren, minimaal een hbo-opleiding hadden gedaan en in de provincie Utrecht wonen, blijkt dat meer dan 70 procent van de hoogopgeleide werkenden, vooral met een wo-diploma, zelfs overweegt binnen zes maanden een opleiding te volgen. 

Met name in sectoren als gezondheidszorg, wet- en regelgeving, cultuur en samenleving en onderwijs denkt bijna de helft hierover na. Toch slagen universiteiten er nog niet goed in om deze doelgroep aan zich te binden. Volgens hetzelfde onderzoek staan respondenten positief ten opzichte van een opleiding bij de UU vanwege de kwaliteit van het onderwijs, maar is een groot deel, 64 procent, van de doelgroep niet bekend met het aanbod van opleidingen voor professionals van de UU. Daar is dus nog een mismatch te beslechten. 


 

‘Ik wil niet iemand worden, die ik niet wil zijn’

Cursist Ronnie Peskens. Foto: Beeldboot, Cathy van Schaik

Naam: Ronnie Peskens (38)
Beroep: Docent Scheikunde in opleiding

“Ik ben eind januari 2025 als zij-instromer de Lerarenopleiding Scheikunde gestart aan de Universiteit Utrecht en sta sinds september 2024 voor de klas. Ik ben nu bezig met mijn eerstegraadsbevoegdheid. Ik heb best wat moeten zoeken, voordat ik het traject had gevonden dat het beste bij mij past. De UU is wat dat betreft een fijne opleider. Ze bieden maatwerk en houden woord. Veel andere opleiders zien de zij-instromer als gast die zich moet aanpassen. Hier denken ze met mij mee en kan ik alles in een jaar afronden. 

“Ik heb vijftien jaar als chemicus en productmanager gewerkt voor een van de grootste coatingfabrikanten ter wereld en heb een tijdje in Amerika gewoond. Ik heb scheikunde gestudeerd en daarna nog een MBA gedaan een master of Business Administration. Het carrièreperspectief navigeerde mij richting de chemische industrie, maar op de een of andere manier is het onderwijs mij altijd blijven trekken. Ik vond de omgeving waarin ik werkte soms te commercieel. Ik was alleen maar bezig met cijfers en geld en miste de menselijke kant. Ik ben toen op eigen initiatief stagiaires en kleine projecten op middelbare scholen gaan begeleiden. Blijkbaar kruipt het bloed toch waar het niet gaan kan.

“Mijn omgeving reageerde nogal verbaasd toen ik vertelde dat ik het onderwijs inging. Verklaarde me voor gek. Je levert natuurlijk ook wel wat in. Maar voor mij was het heel duidelijk: als ik het niet doe, word ik iemand die ik niet wil zijn. Ik heb toen een paar oriënterende trainingen gevolgd, want je weg vinden naar een bevoegdheid is complex en brengt kosten met zich mee. Je moet je niet laten ontmoedigen. De beloning is wel groot als je, net als ik, het leuk vindt om nieuwe dingen te leren en uitdagingen aan te gaan.”


‘Relevante vragen voor kunstenaars’

Cursist Joyce Overheul. Foto: Beeldboot, Cathy van Schaik

Naam: Joyce Overheul (35)
Beroep: Beeldend kunstenaar

“Ik heb begin juni de cursus De kunst van het vragen afgerond. Vier keer twee uur, om de week op een dinsdagavond, in de Universiteitsbibliotheek in het centrum van Utrecht. Het was heel leerzaam. Ik was nieuwsgierig naar de structuur en geschiedenis van het mecenaat. Dat gaat over de financiële en sociale steun die personen verlenen aan kunstenaars, wetenschappers of andere creatievelingen. Hoe werkt het precies? Kan ik zelf iets met collega’s organiseren? Kunnen we de komende jaren nog subsidies krijgen? Voor mij als kunstenaar en ondernemer allemaal relevante vragen. 

“Een bekende van me vroeg of ik interesse had in de cursus. Zo ben ik erop gekomen. Maar ik heb eigenlijk geen moment getwijfeld. De locatie was heel fijn en de kosten waren laag. Ik betaalde als kunstenaar 30 euro voor het hele traject, omdat de cursus gesponsord wordt door de Vriendenloterij. Het was een grote groep van ongeveer zestig cursisten, zowel makers als mensen uit de cultuursector. Ongeveer de helft van de groep volgde de cursus online, maar ik ben altijd fysiek aanwezig geweest. Face-to-face werkt beter voor mij. Dan haal ik er meer uit. 

“Het viel me op dat iedereen gemotiveerd was. Mensen hebben zelf voor de cursus gekozen en dat merkte je. Het tempo lag hoog en er werd een strak schema gevolgd, maar dat deerde niet. We kregen veel nuttige informatie en gingen regelmatig in break-out groepjes uiteen om ervaringen te delen. Ik zou het zo weer doen. Ik heb mijn bachelor en master aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht gedaan en weleens overwogen om een tweede master te doen, maar zoiets moet in je schema passen en de kosten zijn hoog. Dit soort korte cursussen zijn ideaal en ook nog eens leuk om te doen.”


‘Ik ben een cursusveelvraat’

Cursist Tom Schoenmaker. Foto: Beeldboot, Cathy van Schaik

Naam: Tom Schoenmaker (56)
Beroep: Gebiedsregisseur Ruimtelijke Ontwikkelingen bij Waternet

“Het is alweer twee jaar geleden dat ik de cursus Ruimtelijk ordening in een veranderend klimaat deed. In de lente van 2023 bij de faculteit Geowetenschappen. Zes weken lang, ongeveer een dag in de week. Ik werk bij Waternet, namens het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam. Ik voel me in deze rol verbonden met zowel het landelijke als stedelijke gebied en alle opgaven die daarin zitten. Deze opleiding was voor mij dan ook heel interessant. 

“Het mooie is, dat deze cursus de twee verschillende werelden van bodem en grond bij elkaar brengt. De waterschappen houden zich bijvoorbeeld bezig met de bodem, de fysische eigenschappen van grond en het beheer daarvan. Anderen, zoals projectontwikkelaars kijken naar ruimtelijke ordening en de eigendomsrechten van grond. Die twee botsen nog weleens. We staan voor de opgave om dat beter op elkaar af te stemmen en deze opleiding helpt daarbij. 

“De visie van de docenten was daarbij heel inspirerend. De cursus had wat mij betreft ook best langer mogen duren. De samenwerking met de docenten en medecursisten, afkomstig van de gemeente, het rijk en de bouwsector, zorgde voor goede discussies. Ook heb ik er fijne contacten aan overgehouden. En de individuele opdracht die ik destijds heb uitgevoerd, is later door studenten opgepikt en verder uitgewerkt in een minor.

“Dit soort trainingen kan ik doen als onderdeel van mijn persoonlijke ontwikkelingsplan op mijn werk. Dit was dan ook niet de eerste opleiding die ik volgde. Ik ben wat dat betreft een veelvraat. Ik heb oorspronkelijk Bouwkunde gestudeerd aan de TU Delft en jaren later nog andere studies gevolgd. Ik vond het ook leuk om de collegebanken weer in te duiken en rond te lopen tussen de studenten op de campus van het Science Park. Het geeft nieuwe energie.”


‘Ik ben toe aan een volgende stap’

Cursist Jennifer Walroud. Foto: Beeldboot, Cathy van Schaik

Naam: Jennifer Walroud (38)
Beroep: Toezichtcoördinator Klantmanagement Douane regio Arnhem

“In februari 2024 ben ik gestart met de tweejarige executive master Bestuur & Beleid voor Professionals. Het is een introductie in openbaar bestuur en organisatiestructuren. Ik vind de theorie achter de praktijk interessant. Waarom werken dingen in een organisatie zoals ze werken? Maar ook de grote denkers en strategen komen voorbij, zoals Plato en Machiavelli. En dan is het fascinerend om te zien hoe theorieën die eeuwen geleden golden, nu nog steeds van toepassing zijn. 

“Ik heb oorspronkelijk Technische Bedrijfskunde gestudeerd aan de Universiteit Twente en later nog een postbachelor Accountancy & Controlling gedaan. Sinds 2016 werk ik bij de douane. Wat ik nu doe is heel uitvoeringsgericht. Mooi werk, maar ik ben toe aan een volgende stap. Het is eigenlijk mijn vorige teamleider die dat heeft aangewakkerd. Die stelde voor om eens na te denken over andere onderdelen binnen de organisatie. 

“Zo ben ik bij deze opleiding terechtgekomen. Ik doe ‘m in deeltijd. Dat betekent twee jaar lang, ongeveer 20 uur per week. Een keer in de twee weken heb ik de hele vrijdag les. Daarnaast werk ik 36 uur per week dus het is best aanpoten. Maar 8 uur per week mag ik onder werktijd aan mijn studie besteden en de kosten worden vergoed door mijn werkgever. Dat past binnen mijn loopbaantraject.

“Wat ik fijn vind, is dat alle lessen op de faculteit zijn in het centrum van Utrecht. Online komt bij mij niet meer binnen. We hebben een leuke groep van 22 mensen, van begin 30 tot 60 uit verschillende sectoren. Je studeert individueel, maar omdat je veel in groepjes bespreekt, zie je goed waar de overlap zit en waar de verschillen. Iemand uit het basisonderwijs komt bijvoorbeeld met een heel ander vraagstuk dan ik met mijn douaneachtergrond. Dat is heel leerzaam.”


Lang zullen we leren

In samenwerking met het programma Onderwijs voor Professionals van de Universiteit Utrecht heeft DUB het themamagazine Lang zullen we leren! gemaakt, dat in verschillende gebouwen te vinden is. Het magazine gaat in november ook mee met Illuster, het blad van alumni. Alle verhalen uit het magazine staan ook online en de komende twee maanden zullen we een aantal van deze verhalen uitlichten op onze website. Ook zullen er de komende weken nog een paar extra verhalen over onderwijs voor professionals uitsluitend online worden gepubliceerd. Alle verhalen zijn via deze link te vinden.

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Advertentie