DUB-panel: studenten en docenten denken net even anders over herkansingen
Studenten in de bètafaculteit riepen onlangs op om de discussie over de Utrechtse herkansingsregeling opnieuw te openen. Het strenge Utrechtse beleid zou zorgen voor studievertraging omdat studenten die geen 4 halen voor hun cursus gedwongen worden om het vak over te doen.
Tegelijkertijd zouden ambitieuze Utrechtse studenten in het nadeel zijn ten opzichte van studenten van andere universiteiten. Met hoge cijfers afstuderen en een cum laude halen, is lastiger als voldoendes niet herkanst mogen worden. Een plekje in een selectieve master zou daarom moeilijker te bemachtigen zijn.
Toenmalig rector Van der Zwaan hield de boot af. Volgens hem bestaan er voor serieus werkende studenten voldoende mogelijkheden om hun cijfer binnen de cursus zelf te 'repareren'. Maar de nieuwe rector Henk Kummeling krijgt de kwestie na de komende verkiezingen ongetwijfeld weer op zijn bord.
Onze stelling voor het DUB-panel luidt daarom:
De universitaire herkansingsregels zijn te streng
En ja hoor. In de reacties is de waterscheiding tussen studenten en medewerkers overduidelijk. Studenten uit ons panel springen op de bres voor ruimere herkansingmogelijkheden. Docenten en andere medewerkers zijn veel terughoudender.
“De regel is dat je pas mag herkansen als je minimaal een 4 hebt gehaald”, zegt student Psychologie Melissa Alberts. “Dat betekent dus dat je, als je een hele slechte dag hebt, misschien niet eens meer in aanmerking komt voor een herkansing.”
Niet eerlijk, vindt Melissa. Net als het feit dat je in Utrecht geen voldoendes mag herkansen. Ze pleit voor overleg met andere universiteiten. “In feite hebben studenten die aan een andere universiteit studeren, waar wel ‘eindeloze’ herkansingsmogelijkheden zijn, een betere kans om toegelaten te worden tot bepaalde masterprogramma's.”
Ze krijgt steun van studiegenoot John Özgüc. “Er zijn gevallen waarin de toetsinhoud niet overeenkomt met wat je leerde tijdens het vak. Dan is het mogelijk dat een student die 4 niet pakt. En als je een hoog cijfer wilt halen maar je hebt een 6, dan wil je toch ook de kans krijgen om van je fouten te leren? Ik denk dat herkansen een privilege moet zijn voor álle studenten. Tenzij je een 10 haalt natuurlijk.”
Ook student Taal- & Cultuurstudies en Spaans Francisca Duiser vindt dat voldoendes moeten kunnen worden herkanst. “Studenten doen daar dan een extra inspanning voor. Dat zou mogelijk moeten zijn en ook gewaardeerd moeten worden.”
'Geen coulance als studenten andere prioriteiten stellen'
Docenten in ons panel zijn juist positief over de huidige regels. Zij stellen dat de minimumvereiste voor een herkansing studenten aanzet tot hard werken. Bovendien kent een cursus vaak meerdere toetsen: het gemiddelde daarvan moet hoger dan een 4 zijn. “Als er meerdere toetsmomenten in de cursus zitten, en die bestaan deels uit essays, papers, groepsopdrachten, presentaties dan mag de regel juist wel strenger”, vindt docent-onderzoeker Sociale Geografie en Planologie Bouke van Gorp. “Herkansen bij een 5. Er is binnen de cursus genoeg gelegenheid om te repareren.”
Docent Vergelijkende Literatuurwetenschap en opleidingscoördinator Frank Brandsma vindt de regels “helder en werkbaar”. “Wie hoge cijfers wil halen, zal daar 100 procent voor moeten gaan, ook in samenwerkingsopdrachten. Een student die - afgezien van ziekte en andere overmacht - in een vak zo minimaal presteert dat alle toetsen samen onder 4 zitten, doet er goed aan het vak helemaal over te doen.”
Onderwijswetenschapper en onderwijsdirecteur Jeroen Janssen: “In de regel kom ik weinig studenten tegen die het presteren om een eindcijfer lager dan 4,0 te halen. Wanneer dat wel gebeurt vraag ik me altijd af: wat heb je gedaan dat je eindcijfer zo laag is? Als je dat dan met studenten bespreekt, blijkt vaak dat er óf persoonlijke omstandigheden spelen of dat studenten inderdaad andere prioriteiten hebben gesteld. In dat eerste geval kunnen de regelingen in het Onderwijs- en Examenreglement uitkomst bieden. In het laatste geval hoeven we niet coulant te zijn lijkt me.”
'Het kan gebeuren dat je een fikse uitlijder maakt'
Ook docent Kunstgeschiedenis Annemieke Hoogenboom is tegen het systematisch toestaan van herkansingen bij een cijfer onder de 4, maar vindt het “denkbaar dat een student onevenredig wordt gedupeerd door een enkele slechte dag of door een minuscuul tekort aan punten”. In die bijzondere situaties zouden opleidingen zelf mogen beslissen om coulant te zijn, wat haar betreft. “De beslissing daarover zou wat mij betreft niet bij individuele docenten moeten liggen maar bij de studieadviseur en/of de examencommissie.”
Directeur bedrijfsvoering van het departement Maatschappijwetenschappen Miranda Jansen toont als enige niet-student bij voorbaat enige clementie. “Het herkansen van cijfers onder de 4 vind ik wel een bespreekbare optie. Het kan gebeuren dat je één keer een fikse uitglijder maakt. Nu word je daar wel echt voor gestraft als je het hele vak over moet doen. Wel vind ik dat de inspanningsverplichting voor studenten dan moet blijven gelden.”
'Op de arbeidsmarkt mag je ook niet zoveel overdoen ...'
Voor het herkansen van voldoendes, voelen de docenten niet veel. Het zou de cum laude minder waard maken en opleidingen meer werk bezorgen. Echt goede studenten komen bovendien vanzelf wel bovendrijven.
Miranda Jansen: “Als je cum laude-waardig bent dan laat je zien dat je altijd goede cijfers haalt. Simpel gedacht wellicht, maar zo simpel is het volgens mij wel. Hetzelfde geldt voor wie zijn kansen op de arbeidsmarkt of op de toelating tot een master wil vergroten met een mooie cijferlijst. Straks op de arbeidsmarkt mag je ook niet zoveel overdoen…”
Annemieke Hoogenboom: “Wat zou het antwoord zijn als je aan een student zou vragen: ‘Stel jij zit in de sollicitatiecommissie van een organisatie en je kan kiezen uit twee kandidaten. De een heeft zijn of haar diploma zonder herkansingen gehaald en de ander met. Naar wie gaat, bij overigens gelijke geschiktheid, je voorkeur uit?’"
“Een uitblinkende student heeft geen herkansingen nodig en profileert zich door constante hoge cijfers. Het gemiddelde zal nauwelijks lijden onder een vak dat een 7,5 oplevert, in plaats van de 'normale' 8 of 9”, stelt ook Frank Brandsma. Bovendien is volgens hem “het eind zoek” als studenten bij een voldoende kunnen herkansen. “Wie dan wel en wie niet? Moet je bij alle tentamens de volledige groep de gelegenheid geven het over te doen?”
'We denken nog weinig na over het compenseren van onvoldoendes'
Is het Utrechtse herkansingsmodel dan ideaal volgens de docenten? Onderwijswetenschapper Jeroen Janssen denkt dat de universiteit nog wel stappen kan zetten. “Waar we bijvoorbeeld nog te weinig over nadenken, is over het compenseren van onvoldoendes: binnen cursussen en tussen cursussen. Je kunt bijvoorbeeld beargumenteren dat het goed is om een beperkte vorm van compensatie toe te staan: toetsen zijn geen instrumenten waarmee je een onfeilbare uitspraak kunt doen of een student de stof wel of niet beheerst. Door studenten toe te staan een onvoldoende op een cursus te compenseren met een voldoende op een andere cursus, kun je studenten beschermen tegen de meetfouten die nu eenmaal kleven aan elke toets.”
Volgens voormalig UCU-onderwijsdirecteur Fried Keesen is het debat over herkansingen en compenseren van onvoldoendes slechts een afgeleide van een groter debat. En dat moet eerst maar eens gevoerd worden. “Afschaffen van herkansingen is de meest effectieve manier om studierendement en doorstroom te verbeteren. Dat was zo en dat blijft zo. Maar wat is veranderd is het denken over rendement. Ook in het strategisch plan van de UU staat Bildung weer hoger in het vaandel dan ten tijde van de prestatie-afspraken met het ministerie. De discussie die gevoerd moet worden, is hoe dat zich tot elkaar verhoudt."