Een vleesloze universiteit als opstap naar een duurzamere universiteit

Niet vaak wordt er zo veel en zo heftig gereageerd op een artikel op DUB als op het verhaal waarin de rector persoonlijk pleit voor een vleesvrije universiteit. Hij zegt het als onderdeel van de discussie om de universiteit niet alleen volgend maar ook leidend te maken in het nastreven van een duurzame samenleving.

In de reacties wordt vooral ingegaan op de impact van vlees op de ecologische voetafdruk en op het dierenleed dat voorkomen wordt door een veganistisch dieet. Vooral voorstanders van een dergelijk dieet (nog altijd een minderheid in Nederland) laten zich horen. Moet de UU naar deze voorstanders luisteren?

Rector Bert van der Zwaan die deze discussie heeft uitgelokt: “Ik heb de opmerking over een vleesloze universiteit doelbewust gemaakt in een breder kader van mogelijkheden om als instelling onze ecologische footprint te verkleinen en meer duurzaam te worden. De discussie die het veroorzaakt, is exemplarisch voor de maatschappelijke rol en de voorbeeldfunctie die je als universiteit in mijn ogen moet hebben.

“Vaak wordt gezegd dat studenten en medewerkers niet geïnteresseerd zijn in duurzaamheid, maar dat zijn ze wel. De mening dat onze footprint kleiner moet worden, wordt breed gedeeld. Ik vind het belangrijk dat medewerkers en studenten hierover aan het denken gezet worden. Geen vlees verkopen op de universiteit en daarmee bijdragen aan het verkleinen van onze footprint kan daar een voorbeeld in zijn. We zullen met elkaar in gesprek moeten gaan over onze eigen duurzame verantwoordelijkheid en daarin keuzes maken."

Michiel Scherrenburg, programmaleider Duurzaamheid van de UU: “Uit een rapport van CE Delft Top 10 Milieubelasting van de gemiddelde consument blijkt dat de Nederlander het milieu het meest belast door wat hij bezit. Op de tweede plaats door vleesconsumptie. De nummers 3 tot en met 10 hebben – op individueel niveau - een significant minder grote impact op ons milieu.

“Doordat het meeste vlees buiten de universiteit om wordt geconsumeerd liggen voor ons als instelling de verhoudingen anders. Voor de universiteit zorgen de gebouwen, het energieverbruik, het woon-werkverkeer en de vliegreizen voor de grootste impact op het milieu.

“Door duurzaam te bouwen, het energieverbruik terug te dringen en volledig over te stappen op groene energie, zijn we goed op weg, maar zoals Bert van der Zwaan ook aangaf in zijn speech, zijn we er daarmee nog niet en moet er nog veel gebeuren willen we CO2-neutraal zijn in 2030.

"Met ons programma duurzaamheid, waar ook de GreenOffice toebehoort, werken we hard aan het realiseren van deze ambitie. Dat doen we op verschillende fronten. De universiteit wil een inspirerend voorbeeld zijn. Dit kan door een duidelijk standpunt in te nemen op een onderwerp dat zoals de wetenschap heeft aangetoond, een grote impact heeft op ons milieu. We zullen hierover de discussie moeten blijven voeren.

"In het najaar komen we met een duurzaamheidsplan dat aansluit op het nieuwe Strategische Plan. Dan komen we met voorstellen om de universiteit dichter bij haar doel te brengen om in de nabije toekomst CO2-neutraal te zijn. 

Timo Bierhoff, hospitality manager van cateraar Sodexo: “Samen met de GreenOffice en de universiteit hebben we steeds overleg over het verduurzamen van het bedrijfsrestaurant. We passen ons assortiment continue aan naar de huidige wensen. Inmiddels hebben we ook veganistisch broodbeleg en elke dag een veganistische maaltijd en broodjes. Zo houden we ons assortiment geschikt voor alle gebruikers, waarbij iedereen vrij is in zijn eigen keuzes."

Floris de Gelder, directeur Utrecht Science Park: “Vooropgesteld wil ik zeggen dat wij als USP maar een kleine rol spelen in dit soort kwesties. Als USP hebben we geen beleidsmatige verantwoordelijkheid en gaan wij niet over aanbestedingen of contracten. Maar ook wij proberen een steentje bij te dragen in de discussie om de campus duurzamer te maken.

“Als USP willen wij alle instellingen, bedrijven en mensen in het Utrecht Science Park met elkaar verbinden en zo de betrokkenheid met het gebied vergroten. Op dit moment hebben we twee concrete projecten op het vlak van duurzaamheid. Het eerste is de Zero Footprint Campus. Een groep kunstenaars is bezig een plan te ontwikkelen waarmee zij  op hun geheel eigen wijze de discussie aanzwengelen of 70.000 mensen op 300 hectares zelfvoorzienend kunnen zijn, en zo ja op welke manier.

“Wat wij op dit moment ook doen, is het uitnodigen van foodtrucks in De Uithof en bij de Hogeschool Utrecht in Rijnsweerd. Hierbij letten we op duurzame aspecten. Als we een keuze hebben tussen een biologische foodtruck en een niet-biologische, wint de biologische.

“Wij willen de wereld dus wel beter maken, maar met behoud van keuzevrijheid.”

Hoogleraar Denise de Ridder, psycholoog, voedseldeskundige en expert op het gebied van nudging betrokken bij het onderzoeksfocusgebied Future Food: “Als je naar de discussie kijkt over de vleesloze universiteit zie je twee extreme standpunten. Het ene is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun keuzes, of het nu om roken, drinken of  eten gaat. Het andere standpunt gaat uit van het opleggen van ander gedrag, omdat het voor iemand misschien een te zware opgave is om het gedrag zelf te veranderen. Als psycholoog staat ik een beetje tussen deze twee standpunten in. Ik denk dat je mensen een beetje keuzevrijheid moet geven en ze moet stimuleren naar ander gedrag,

“Mensen kunnen ook een behoefte voelen om geholpen te worden bij het veranderen van hun gedrag. Het is soms niet altijd eenvoudig om gewoontes te doorbreken. Door het stellen van een nieuwe norm help je ze daarbij. Als de gedragscode is, dat je vlees meeneemt van huis, dan is er een duidelijke afspraak. Bovendien is het niet zo ingewikkeld om je boterhammen met worst van huis mee te nemen.

“Het idee van nudgen, het stimuleren van mensen tot een ander gedrag, werkt alleen als het alternatief doenbaar is en niet al te ingrijpende dingen van een mens verlangt. Je kunt daarbij ook denken aan een snackloze dag om gezond eten te promoten en dus ook een vleesloze dag. Nudgen kan ook als je mensen wilt laten herinneren aan gedrag dat ze wel willen doen, maar niet toepassen. Zoals het licht uit doen van hun kamer als ze naar een vergaderruimte gaan. Het blijkt dat mensen dit vaak vergeten, omdat ze met hun hoofd al bij de vergadering zijn of hun papieren bij elkaar zoeken voor de bijeenkomst. Het helpt dan om de lichtknop te laten opvallen, zodat bij het verlaten van de kamer hun oog op de lichtknop valt.

“Nudgen is een stuk moeilijker als het gaat om mensen op de fiets of in het openbaar vervoer te krijgen.  Het alternatief voor de auto moet makkelijk bereikbaar zijn en als jij ver weg woont of in een plaats met slecht openbaar vervoer, is er dus geen goed alternatief voor handen. Onderzoekers uit het vliegtuig krijgen, valt daar ook onder. Je wordt als wetenschapper geacht te communiceren en kennis uit te wisselen met een internationaal gezelschap. De trein nemen naar Amerika is geen optie, en de boot doet er te lang over. Het beperken van vliegreizen is een moeilijk verhaal.”

Noot: Studentleden van de Universiteitsraad willen weten hoe studenten denken over een duurzame universiteit. Op internet hebben ze daarom een poll geopend. Klik voor meer info hier.

Het aantal vegetariërs in Nederland

In Nederland is één op de 25 inwoners vegetarisch, zegt de Vegetariërsbond die deze cijfers baseert op een aantal wetenschappelijke studies. Dat zou betekenen dat van de 30.000 studenten en 6700 werknemers van de UU’ers er 1468 vegetariër zijn.

Over het aantal veganisten in Nederland zijn nauwelijks cijfers bekend. Website Dietcetera houdt het op een procent van de Nederlandse bevolking. Zij tellen hierin ook de niet fulltime veganisten mee. Omgerekend zouden er dus 367 UU’ers zijn die alle dierlijke producten altijd of regelmatig laten staan.

In het voorjaar van 2013 heeft DUB voor haar themamagazine over een duurzame UU Het groene geweten zelf een steekproef gehouden onder 142 studenten naar hun liefde voor vlees. Slechts 6 bleken een vegetarisch dieet te volgen (2,8 procent), wat dus minder is dan het Nederlandse gemiddelde.

Advertentie