Egyptische student krijgt gelijk van de rechtbank en mag zijn kamer weer in

De Egyptische student, door het AD Utrechts Nieuwsblad Chavi genoemd, huurt één van de drie kamers in een woning in Rivierenwijk. Op 1 augustus kon hij plotseling zijn huis niet meer in, omdat alle sleutels vervangen waren. Hij moest bij vrienden slapen en geld aan hostels uitgeven. Zijn huurcontract loopt pas over zes maanden af. 

Huisbaas Maurits (ook een gefingeerde naam) is ook student: hij heeft het huis van zijn ouders gekregen. Hij zegt tegen het AD dat hij fungeert als hospita. Als hospita heeft hij het recht om een jaarcontract eerder op te zeggen. Dat is niet het geval wanneer de huisbaas ergens anders woont. Chavi zegt dat Maurits geen hospita is. Om aan te tonen dat Maurits níet in het huis woont, heeft hij een reeks video’s gemaakt die duidelijk maken dat andere mensen de kamers bezetten. Maurits zegt dat hij niet vaak thuis is, omdat hij zich niet prettig voelt met Chavi als huisgenoot.

Duidelijk is dat de twee studenten elkaar niet mogen. Maurits ergert zich eraan dat Chavi persoonlijke spullen zet in een gemeenschappelijke kast en een Palestijnse vlag in de gemeenschappelijke kamer heeft opgehangen. Hij klaagt ook dat hij het huis niet schoonmaakt.

Chavi vindt de beschuldigingen overdreven, maar hij is ermee eens dat de sfeer zo verslechterd is dat het niet meer mogelijk is om samen in het huis te blijven wonen. Aanvankelijk vroeg de student om tot februari in zijn kamer te mogen blijven, aangezien het in Utrecht lastig is om een andere kamer te vinden. Maar tijdens de zitting, focuste hij op financiële compensatie. De rechter gaf Chavi gelijk: de huisbaas had de sloten niet mogen vervangen en Chavi heeft recht op compensatie.