Fijn om terug te zijn, maar het is nog niet helemaal ‘normaal’ in de collegezaal
Anderhalf jaar van restricties door het virus en dan ineens weer een collegezaal of werkgroepruimte instappen alsof er niets gebeurd is. Kan dat?
De afgelopen weken schreef DUB over docenten die zich grote zorgen maken over hun gezondheid nadat de overheid op aandringen van de universiteiten besloot het onderwijs weer te openen voor alle studenten. Moeten er geen voorwaarden gesteld worden zoals een vaccinatie of een negatieve test?, vragen zij zich af.
Ook zijn er klachten over de ventilatie van de UU-zalen: is die wel op orde? En van studenten horen we verhalen dat ze het best spannend en psychisch belastend vinden om weer mede-studenten en docenten ‘in het echt’ te ontmoeten.
We legden ons panel daarom per mail de stelling voor: ‘Het is weer als vanouds in de collegezaal’
Masterstudent Geowetenschappen Marte Vroom en masterstudent Life Sciences Sterre van Wierst beantwoorden die vraag met een volmondig ja. Beiden vinden het geweldig weer onderwijs op de universiteit te kunnen volgen. Van Wierst: “Studenten zijn duidelijk blij om weer omringd te zijn door andere studenten.”
De twee zeggen zich ook op hun gemak te voelen tijdens hun colleges. Vroom: “Ik heb er vertrouwen in dat het vaccin zijn werk goed doet en ik vertrouw er ook op dat andere studenten en medewerkers zich hebben laten vaccineren.” Van Wierst: “Wat opvalt is dat mijn medestudenten zich veilig voelen vanwege de verwachting dat de vaccinatiegraad heel hoog is onder ons biomedici.”
Maar beiden komen met dezelfde kanttekening. Ze nemen het niet langer voor lief dat ze fysiek onderwijs kunnen volgen. Vroom: “Zodra ik iets online heb (bijvoorbeeld een meeting) staat me dat meer tegen dan eerst.” Van Wierst: “De sfeer is nu hetzelfde als voor corona, maar studenten vragen zich wel af hoe lang deze vrijheid zal duren.”
Ook masterstudent Psychologie Melissa Alberts vindt het “heel prettig” om weer fysiek onderwijs te kunnen volgen. Maar voor haar voelt het nog niet als vanouds tijdens colleges en werkgroepen. “Het is nog onwennig om weer dichter bij andere studenten te zitten, sowieso eigenlijk dat we weer op locatie mogen komen.”
De praatjes zijn terug
Enkele docenten in het panel ervaren het college geven zelf weer zoals ze dat voor corona deden, maar er zijn ook dingen veranderd of nog niet hetzelfde als eerder. Innovatiewetenschapper Frank van Rijnsoever merkt bijvoorbeeld op dat er ook nog steeds onderwijs online wordt gegeven. Of omdat het met het oog op eerdere striktere regels niet was ingeroosterd, of omdat sommige dingen online beter blijken te verlopen dan in de collegezaal. Zo zijn enkele hoorcolleges vervangen door podcasts zodat er meer tijd is voor andere contactmomenten. “Kortom, we proberen de goede ervaringen van het online onderwijs wel vast te houden, naast het vertrouwde on campus onderwijs.”
Onderwijswetenschapper Casper Hulshof: “Ja, het is weer als vanouds. Tegelijk is het allemaal weer even wennen. De onderwijsruimten in het Ruppert zijn eigenlijk totaal ongeschikt voor kleine groepen en goede ventilatie ontbreekt.” Met ironie: “In die zin kun je ook zeggen dat er weinig verschil is met de eerdere situatie.”
Ook filosoof Floris van den Berg klaagt over de ruimte waarin hij doceert. “Ik geef college in een inpandige, raamloze collegezaal. Dat betekent geen afleiding, maar ook geen raam dat open kan. Ik heb een voorkeur voor collegezalen met ramen met uitzicht op de natuur en met zoveel mogelijk daglicht.”
Maar hij is wél erg enthousiast over het weerzien met zijn studenten en blij met de hoge opkomst. “De praatjes voor en na colleges met studenten had ik erg gemist en volgens mij is dat informele gedeelte van onderwijs juist belangrijk, niet alleen voor de studenten.”
En net als Van Rijnsoever ziet hij dat de corona-ervaring een bonus heeft. “In de tweede week was ik geveld door griep, volgens de test was het geen corona. Het was toen heel fijn dat ik tijdelijk kon overstappen naar online college - dat is een optie die er voor corona niet was.”
Vooral gezellig
Voor cultureel geograaf Bouke van Gorp verloopt het doceren voorlopig nog niet zoals ze het gewend was. Een hybride college van 75 eerstejaars studenten in de zaal en ruim 100 thuis ingeschakeld is “toch even iets anders”. “Zonder moderator(en) ben je dan nergens.”
Of studenten die in levende lijve aanwezig waren zich wel weer helemaal op hun plek voelden, durft ze niet te zeggen. “In de zaal zag je verschillende dingen: studenten dicht naast elkaar in de banken en studenten verder uit elkaar.”
Met het oog op de verdere planning van de colleges en de krappe ruimten die ze daarvoor ter beschikking heeft, wilde Van Gorp weten wat studenten ervan vinden dat ze straks weer in overvolle zalen kunnen komen te zitten. Via Mentimeter legde ze haar eerstejaars enkele stellingen hierover voor.
Van twee werkgroepen weet ze de antwoorden al. De meeste studenten blijken die volle zalen vooral gezellig te vinden. Dat beschouwen ze ook als ‘pas echt studeren’. Minder studenten zeggen zich ongemakkelijk of onveilig te voelen bij het vooruitzicht vaker fysiek college te gaan volgen.
De meeste studenten antwoordden ook zeker vaker te zullen komen. Maar er is daarnaast een aanzienlijke groep die de reis naar de universiteit alleen wil overwegen ‘als het uitkomt’. “Een ander deel vond het ook prima als de situatie blijft zoals die is (75 in de zaal, de rest thuis online red.) en enkelen bevalt het goed om alles thuis online te kijken.”