Snackbar Huzur, trefpunt voor studenten sinds 1991
Gastheer Memet: ‘Gezichten vergeet ik niet’
Na een avond en nacht stappen, leiden voor veel studenten met lekkere trek alle wegen naar Grillroom Huzur. Stap je de snackbar binnen, dan zie je vrijwel overal foto’s, kaartjes en stickers hangen. Er is een spiegelwand en aan het plafond zijn FC Utrecht sjaals bevestigd. Op de kleine televisie boven de balie staat vaak een voetbalwedstrijd op en om de hoek hangt een landkaart van Turkije. Het gezicht van deze snackbar is Memet Aygis. Een vrolijke en kordate Utrechter met een donkere snor, kort grijs haar en lachrimpeltjes. Hij runt de zaak samen met zijn zoon Ahmed, die dezelfde gastvrijheid toont als zijn vader
In 1991 opende Aygis de deuren van de grillroom. “Ik ben erin gerold”, zegt de voormalige welzijnsambtenaar. Op een dag, zo vertelt hij, belde zijn collega die als uitzendkracht werkte zijn vrouw. “Hij vroeg haar twee roti’s en twee Fernandes te brengen.” Toen Aygis voor de maaltijd wilde betalen, hield de uitzendkracht hem tegen. “’Nee, dat hoefde niet’, zei hij. ‘Het komt uit mijn restaurant’.” Mehmet geloofde hier geen woord van: “Grappenmaker. Je hebt een restaurant en dan ga je via een uitzendbureau werken? De uitzendkracht zei: als je me niet gelooft, kom dan maar een keertje koffie drinken.”
De uitzendkracht en eigenaar van het restaurant had schulden en wilde graag van het pand af. Aygis droomde van een eigen bedrijf en zag zijn kans schoon. Hij kocht de zaak en maakte er een grillroom van. Het eerste jaar was financieel moeilijk, maar daarna keerde het tij en sindsdien loopt de tent als een trein.
Een plekje voor iedere student
De locatie is voor studenten geweldig centraal. Grillroom Huzur zit in de Voorstraat op loopafstand van verschillende studentenverenigingen en cafés en is tot vijf uur in de nacht open. “De vaste gasten zijn studenten”, vertelt Aygis. Het drukst heeft hij het tijdens de introductietijd in augustus en in de maand september. De favoriete snack? Dat verschilt van klant tot klant, zegt hij. Of het nu om een Hollandse of Turkse snack gaat, ze verkopen allemaal even goed.
De studenten laten graag hun ‘visitekaartje’ achter, want waar je ook kijkt, zie je foto’s van studenten. Achter de toonbank hangen ontelbaar veel kerstkaarten van verenigingen. “Dames die hier om de hoek in de Boothstraat woonden, brachten eens een foto als kerstkaart.” Deze hing te pronken aan het prikbord naast de deur. Maar de volgende dag was hij weg. “Ik zei toen, neem er nog een mee, dan hang ik die achter de bar. Dan komt niemand eraan.” Toen andere verenigingen die foto zagen hangen, kwam de stroom aan post op gang.
Meer dan een snack
Wanneer de huidige vaste gasten naar de foto’s kijken, worden ze herinnerd aan de decennia aan studenten die hen voorgingen. Zo herinnert Aygis zich een dame die kort geleden nog langskwam. Hij herkende haar van haar studententijd, twintig jaar geleden. De snackbareigenaar wist nog altijd haar vaste recept: een pita kaas. “Namen zeggen me niets, maar gezichten kan ik niet vergeten.” Ze kwam langs omdat ze in de stad was om haar zoon te bezoeken die nu ook in Utrecht student. Die zoon komt ook weleens een pita halen.
Aygis zit vol van dit soort verhalen. Jaren terug, vertelt hij, ontmoetten een jongen en een meisje elkaar in de zaak. Beiden bestelden ze altijd een frikandel speciaal. Week na week na week spraken ze af bij de snackbar, iedere keer met een frikandel speciaal tussen hen in. “Ik vroeg: als jullie gaan trouwen, nodigen jullie me dan uit? Dan kom ik een doosje frikandellen naar jullie brengen.” Ze zijn inderdaad getrouwd, en de frikandellen smaakten ze goed.
Als thuis
Eens in de zoveel tijd gaat de snackbar dicht als alle medewerkers met vakantie gaan. Dit wordt gemerkt. Olivier, student en vaste gast, komt al jaren bij Huzur voor zijn nachtelijke dürüm-döner. Het voelt voor hem als thuis. De medewerkers herkennen hem gelijk en weten zijn bestelling uit het hoofd. ‘Huzur’ betekent in het Turks ‘innerlijke rust’, wat Olivier ervaart elke keer dat hij weer naar binnen stapt. “Mocht je ook een keer iets online bestellen, dan komt een werknemer aan de deur. Die herkent je kop en komt vriendelijk een praatje maken.”
Toen Olivier eens na een stapavond voor een dichte deur stond, was hij teleurgesteld. Tijdens zijn volgende bezoek zei hij daarom tegen Aygis: wat fijn dat je terug bent. Ik heb jullie gemist. “Je zag dat het hem echt raakte. Hij moest een traantje wegpinken.” Over zijn succes zegt de eigenaar: “Het ligt natuurlijk aan jezelf, hoe je met je gasten omgaat. We doen ons best om iedereen tevreden te stellen. En vaak lukt dat ons.”