Geschiedenisstudent aast op deelname ‘Utrechtse’ Vuelta
‘Thymen Arensman bestaat niet’. Een mooier compliment kon de 19-jarige Utrechtse geschiedenisstudent Thymen Arensman vorig jaar niet krijgen na zijn tweede plaats in de Franse beloftenkoers Tour de l’Avenir in 2018. De tweet van sportpublicist Frank Heinen aan journalist en oud-prof Thijs Zonneveld verwijst naar een stille afspraak onder prominente wielervolgers. Om te voorkomen dat grote talenten aan de druk ten onder gaan, moeten ze niet worden gebombardeerd tot de komende winnaar van de Tour de France. Liever nog even laten rijpen en doen of ze niet bestaan.
Maar dát er voor Thymen Arensman mogelijk een mooie toekomst ligt te wachten, daar twijfelt dus niemand aan. En al helemaal niet nu de man die hem in de Tour de l’Avenir nipt voorbleef, de Sloveen Tadej Pogačar, in de Ronde van Spanje van dit jaar uitgroeide tot de grote revelatie. “Echt bizar om te zien dat hij nu al op dat niveau etappes wint en hoog in het klassement eindigt”, zegt Arensman in een café aan het Jaarbeursplein. Het geeft hem vertrouwen. “Vorig jaar reed ik gewoon met hem mee naar boven.”
Maar Arensman vindt het net zo “bizar” om te zien dat de Sloveen nog veel afgetrainder oogt dan vorig jaar. “Ik denk dat hij misschien wel twee kilo lichter is. En hij moet ook kracht hebben gewonnen. Het kan niet anders of dat heeft hij aan zijn nieuwe World Tour-ploeg te danken. Die stappen wil ik in de komende jaren ook gaan zetten.”
Thymen Arensman tweede in de Tour de l'Avenir. https://t.co/y6CM2zBBCg
— Thijs Zonneveld (@thijszonneveld) August 26, 2018
Thymen Arensman bestaat niet.
— Frank Heinen (@FHeinen) August 26, 2018
Vanaf juli staat de tweedejaars student onder contract bij Sunweb, de Duitse topformatie waar Tom Dumoulin zich ontwikkelde van ietwat bonkige tijdrijder tot ranke maar oersterke ronderenner. Met zijn 1,90 meter is Arensman niet het prototype klimgeit. Maar met zijn tanige gestalte torst hij niet heel veel gewicht mee. Bergop rijden gaat hem nu al heel goed af. “Tom Dumoulin en Chris Froome zijn ook vrij lang, daar spiegel ik me aan. Maar elke kilo is er wel één als je omhoog moet fietsen. Het doel is: zo licht mogelijk met zoveel mogelijk kracht.”
Met een beetje geluk staat Arensman over een klein jaartje aan de start van de Vuelta met het team waar vedette Dumoulin dit jaar vertrok. De ronde begint dan in Utrecht met een ploegentijdrit vanaf het Jaarbeursplein. De tweede etappe eindigt in De Uithof. Zijn ploeg heeft al laten doorschemeren dat de kans reëel is dat hij geselecteerd wordt. “Daar kijk ik echt wel naar uit. Hoe vet is dat om straks voor een miljoenenpubliek door de straten van Utrecht te knallen met de ploeg?”
De geschiedenisstudent op het Jaarbeursplein waar over een jaar de Ronde van Spanje start. Foto DUB
Arensman groeide op in een echte wielrenfamilie in Deil in de Betuwe. Vader, moeder, ooms, tantes, ze fietsten bijna allemaal. Op behoorlijk hoog niveau vaak. Vakantie in Frankrijk betekende: tegen de bergen op fietsen. “Op feestjes gaat het er nog vaak over dat ik als 10-jarig jochie bij bocht 2 op Alpe d’Huez echt in toom moest worden gehouden. Ik wilde gewoon zo hard mogelijk omhoog.”
Als puber fietste hij elke dag naar zijn middelbare school, 13 kilometer heen en 13 kilometer terug. Zo hard mogelijk. Op zijn gewoon stadsfiets. Maar wel met een horloge om zijn pols dat zijn hartslag en de tijd aangaf. “Ik moest in ieder geval sneller zijn dan de trein. Misschien heeft dat tegen de wind in fietsen wel geholpen en rijd ik nu harder die berg op.”
De interesse voor geschiedenis was toen al gewekt. Online speelde hij Grepolis waarmee je oude Griekse steden nabouwde of hij las boeken over de Vikingen. “En dan uitpluizen wat echt was en wat verzonnen. Dat vind ik nog steeds heel interessant.”
Na zijn keuze voor een studie Geschiedenis in Utrecht hoopte hij even zijn colleges te kunnen combineren met zijn dagelijkse trainingen. Maar aan de universiteit was het niet mogelijk een plek te vinden om zijn dure fiets te stallen. Jammer, maar de studie biedt volgens Arensman verder genoeg tijd en ruimte om zijn ritjes van soms wel vier uur te plannen. Of voor trainingsstages en wedstrijden in het buitenland. “Het is vooral een kwestie van assertief zijn. Vooraf contact opnemen met docenten en coördinatoren en zelf met oplossingen en alternatieven komen. Dan lukt het allemaal wel.”
Ik vind het wel lekker mijn eigen weg te gaan
Echt veel interesse hebben mede-studenten en docenten nog niet voor de prestaties van Arensman. “Ik ben die ene jongen die soms een maand weg is en dan weer eens opduikt. Met anderen heb ik niet veel te maken. Maar dat is niet erg: ik vind het wel lekker om mijn eigen weg te gaan. Ik studeer graag alleen en ik fiets graag alleen. Dat zat er al vroeg in: op de proeftraining van de voetbalclub had ik het helemaal niet naar mijn zin. Wachten tot iemand anders je een bal geeft? Niets voor mij. Bij het fietsen kon ik zelf bepalen hoe hard ik mezelf kapot reed.”
In het peloton is ‘de student’ Arensman net zo goed een uitzondering. Geen van zijn huidige of toekomstige teamgenoten doet naast het wielrennen nog een serieuze studie. Alle uitnodigingen van fietscollega’s om na het seizoen eens lekker los te gaan in een ver land, moest hij afslaan. “Iedereen zegt dat je een studie niet kunt combineren met het wielrennen. Tot nu toe heb ik bewezen dat het wel kan.”
Straks krijg ik dagelijks appjes die vertellen wat en hoeveel ik mag eten
Arensman prijst zich gelukkig dat hij gesteund wordt door zijn nieuwe werkgever. Vorig jaar klopten de grote profploegen al op de deur van de student. Maar Arensman wilde wachten met de stap naar het echt grote werk. Samen met Sunweb besloot hij zijn contract pas volgende zomer in te laten gaan. Ook om nog een jaar te kunnen studeren.
“Fysiek ben ik er wel klaar voor, maar mentaal nog niet helemaal. In wedstrijden moet ik nog leren minder met mijn krachten te smijten. Daarnaast eist het professionele leven veel van je. Als ik nu al bij Sunweb zou rijden, zat ik hier niet met een cappuccino en een koekje. Daar krijg je dagelijks appjes met wat en hoeveel je mag eten. Je moet dan helemaal voor je sport leven. Daar kies ik heel bewust voor. Maar ik ben nog jong en kan me nu nog een jaar laten zien in een paar mooie wedstrijden, de Ronde van Italië voor Beloften bijvoorbeeld.
“Bovendien wil ik heel graag mijn bachelor afmaken. Dat is toch iets waar je altijd op terug kunt vallen, als het niet loopt zoals je hoopt. Die kans bestaat natuurlijk. Ik kan nu in ieder geval mijn tweede jaar afmaken. Hoe het dan verder gaat met mijn laatste jaar, moeten we nog even bekijken. Maar ik ben vast van plan om mijn bachelor te halen.”
Foto: Lizzie Haumesser
Dat het topsportleven aan een zijden draadje hangt, daarvan is Arensman sinds dit jaar maar al te goed doordrongen. Arensman ging drie keer tegen de vlakte. Tijdens een trainingsrit na een college botste hij op een kleuter die onverwachts met zijn skelter de weg opreed. Resultaat: een gebroken sleutelbeen en een operatie. Dat het jongetje zijn been brak en moest revalideren, maakte alles nog wat erger. De wedstrijden na zijn herstel verliepen ook zeer teleurstellend. Zowel in de Ronde van Italië als in ‘zijn’ Tour de l’ Avenir kwam hij ten val en moest hij opgeven.
Je moet het risico accepteren
De wielrenwereld stond bovendien even stil nadat de Belg Bjorg Lambrecht bij een ongeval in de koers overleed. “Dat is natuurlijk verschrikkelijk, je weet dat het iedereen zomaar kan overkomen. In de eerste wedstrijden na een valpartij heb je ook de neiging om voor de zekerheid achterin het peloton te gaan hangen, maar je moet de knop omzetten en het risico accepteren.”
Vooruit kijken dus. Na de ploegentijdrit komt de tweede etappe van de Ronde van Spanje volgend jaar vlak langs zijn ouderlijk huis. “Mijn moeder heeft al aangekondigd busjes te regelen voor de bewoners van het verzorgingstehuis waar zij werkt. Dat zijn allemaal fans van me. Ik hoop vooral op dat soort mooie dingen.”