Project Even over morgen

Gesprekken buiten je bubbel zorgen voor meer tolerantie en wederzijds begrip

Saira Wahid
Onderzoeker Saira Wahid in gesprek. Foto's: Ebru Aydin

De Ethiopische Tagay is twee à drie dagen in de bibliotheek Overvecht te vinden, soms zelfs vier. Zijn dochtertje is een beetje verlegen, zegt hij. Dat verdwijnt zodra ze in de bibliotheek met andere kinderen speelt. Ondertussen leert hij Nederlands en studeert voor zijn vrachtwagenrijbewijs.

“Wat maakt een plek fijn om op te groeien?“, vraagt Jikke Wams hem, zorgethicus en onderzoeker bij het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. Ze verwijst naar de vraag op tafel, tussen de boekenkasten.

“Het is heel anders om in Nederland op te groeien dan in Ethiopië”, antwoordt Tagay de wetenschapper. “Het land is arm en er is weinig goede infrastructuur. Als kind speelde ik veel buiten met mijn buurkinderen. Het is heel belangrijk om te kunnen spelen als kind, misschien wel één van de belangrijkste dingen. Net als het hebben van liefhebbende ouders die je ook ondersteunen in wat je doet.” Tagay vindt het een fijn gesprek: “Ik leer altijd iets nieuws als ik met mensen praat.”

Yara Al Salman

Yara Al Salman (GW)

Overbruggen
Negentien wetenschappers van de Universiteit Utrecht (UU) voerden begin november twee weken lang zo’n driehonderd gesprekken met Utrechtse bibliotheekbezoekers, onder andere in de binnenstad, Overvecht, Zuilen en Kanaleneiland.

Het project Even over Morgen is onderdeel van het public engagement-programma van de UU, waarbij de universiteit een breed publiek meer bij de wetenschap probeert te betrekken. Vorig jaar gingen wetenschappers met bibliotheekgangers in gesprek om vragen te verzamelen voor de Utrechtse Wetenschapsagenda. Die vragen werden het startpunt voor de gesprekken van de tweede editie van Even over Morgen.

“Het is belangrijk dat mensen weten hoe je tot kennis komt, hoe je op vragen antwoorden vindt en hoe wetenschappers daar op de universiteit mee bezig zijn”, vertelt Lieke Dekker, projectleider van Even over Morgen.

“Het zorgt er misschien voor dat mensen op een andere manier keuzes gaan maken in hun dagelijks leven. Of meer vragen gaan stellen bij wat hun verteld wordt en nieuwe informatie niet zomaar voor waar aannemen. In onze public engagement-programma’s proberen we iets aan te wakkeren bij mensen.”

Saira Wahid

Saira Wahid (FSW)

Persoonlijke verhalen
De bibliotheekgesprekken gaan – naast een fijne plek om op te groeien – over vrijheid, recyclen en of het goed is om vaak een gezondheidstest te doen. Mensen komen met heel uiteenlopende, persoonlijke verhalen, zegt onderzoeker Jikke Wams. Maar ondanks alle individuele verschillen hebben mensen soortgelijke ideeën bij een fijne jeugd: veiligheid, liefde, kind kunnen zijn.

“Het is belangrijk om veel steun van familie en vrienden te hebben”, zegt ook expat Francesca. Zij groeide op in een kleine, hechte gemeenschap in het zuiden van Italië, studeerde in Milaan en werkt nu als accountant in Nederland. Haar zoontje speelt met de andere kinderen in de bibliotheek, terwijl zij Nederlandse boeken zoekt; ze is net aan een taalcursus begonnen.

De krapte op de woningmarkt raakt haar direct. “Ik heb een tijdelijke woning”, vertelt Francesca. “Het is mijn grootste zorg op dit moment, want zonder een huis mis ik een belangrijke basisbehoefte. Ook voor mijn kind.”

Het is volgens Francesca mede daarom zo belangrijk dat onderzoekers met allerlei verschillende mensen in gesprek gaan. “Je krijgt inzicht in wat er bij mensen speelt, bijvoorbeeld welke persoonlijke gevolgen het woningtekort heeft. Ik zou graag willen dat we meer van zulke gesprekken gaan voeren, ook over andere onderwerpen. Het zorgt voor discussie en het is een mooie manier om mensen te spreken die de wetenschap niet volgen.”

“Het zou goed zijn voor de tolerantie en het wederzijdse begrip”, zegt Wams. In onze snelle maatschappij zijn we volgens haar soms te veel gefocust op onszelf, waarbij we vergeten met de ander betrokken te zijn. “Hoe kan je een mooi gesprek voeren over onderzoeksonderwerpen of levensvragen met mensen die je niet dagelijks spreekt? Als je hier open voor staat – leer ik nu al – kan dat al best wel snel, ongeacht of je elkaar kent of niet.”

Lucas Roorda

Onderzoeker Lucas Roorda (REBO).

Blik verruimen
Iets verderop zit bioloog Jonas Mars. Hij stelt de vraag of het goed is om vaak een gezondheidstest te doen. Daar hebben mensen heel verschillende meningen over, merkt Mars. “Maar het is interessant om andere meningen te horen en mee te krijgen hoe mensen denken over dit soort vragen”, zegt hij.

“We voeren te weinig van dit soort dialogen”, vindt ook hij. "De gesprekken die ik normaal gesproken met familie, vrienden en collega's voer, gaan vaak over steeds dezelfde dingen. Zij zijn het vaak ook met mij eens. Of nou ja, niet altijd, maar ze zijn het in ieder geval niet compleet met me oneens."

Terwijl het volgens de onderzoeker leerzaam is om mensen te spreken die het niet met je eens zijn. “Het zet je ook aan om na te denken over je eigen argumenten. Iedereen heeft tot nu toe in een gesprek iets interessants gezegd, ook diegene met wie ik het oneens ben. Als zij achteraf opschrijven wat ze van het gesprek hebben geleerd, is dat ook wat ik van het gesprek heb geleerd.”

Volgens Mars is het belangrijk dat de universiteit de kloof probeert te dichten met de maatschappij. “Ik denk dat de universiteit best ver afstaat van de samenleving. Ook omdat er voornamelijk hoogopgeleide mensen werken. Het is goed als de universiteit ook direct contact heeft met mensen uit allerlei lagen van de maatschappij. Er gaat veel overheidsgeld naar de universiteit. Mensen moeten dan ook weten wat daarmee gebeurt.”

Advertentie