SSH-panden krijgen beter isolerend glas
‘Het geeft wat overlast, maar de bouwvakkers zijn heel lief’
Maandagochtend 7 uur. Het begin van de nieuwe werkweek. Het is koud en donker buiten, maar Brams college begint pas om 11. Hij kan nog even slapen.
Maar dan… Er klinkt commotie in de voortuin. Er wordt met de voordeur geslagen. Zware mannenstemmen. Gerinkel, gehamer en af en toe een schreeuw. Wie doet dat nou op dit tijdstip? Oh ja, de werklieden van de SSH die verder gaan met de renovatie. Geïrriteerd legt Bram zijn kussen op zijn oor.
In de gang van Brams studentenhuis in Utrecht Oost staat een bouwvakker met eeltige werkman-vingers op zijn telefoon te tikken. Hij is verantwoordelijk voor een deel van het renovatiewerk, maar weet niet uit zijn hoofd in welke kamer hij vandaag aan de slag moet. Het moet blijken uit informatie in meerdere PDF documenten die via de app met hem gedeeld zijn. In één van de documenten staat een schema, in een ander document staat een plattegrond, en in weer een ander document staan de meest recente wijzigingen van het schema. Maar de PDF-documenten zijn onhandig en veel te groot voor zijn kleine scherm.
Hij kan ook niet zomaar een kamer uitkiezen. Dit binnenstadspand heeft geen woonkamer, dus iedere slaapkamer functioneert als woon-, slaap- en studeerkamer. Sommige van deze kamers zijn maar 12 vierkante meter groot en ze staan meestal vol met spullen die de bewoner nergens anders kwijt kan. Het aannemersbedrijf moet daarom volgens planning werken, anders storen ze kamerbewoners die er niet op gerekend hadden om hun spullen aan de kant te zetten en hun kamer tijdelijke uit te moeten.
Renovatie van de stadspanden
In totaal heeft de SSH ongeveer 150 stadspanden in Utrecht. Alle stadspanden met enkelglas krijgen nieuw monumentaal isolerend glas – enkel glas met een isolatiewaarde van dubbel glas (HR++). De SSH voerde in 2023 allereerst een pilot uit met twee aannemersbedrijven, waarbij dit speciale glas in zes stadspanden werd geplaatst. Daarbij hoefden de monumentale kozijnen niet vervangen te worden. Deze pilot was succesvol: in 2023 is bij achttien panden het glas vervangen. De komende jaren zal de SSH de resterende stadspanden aanpakken.
Het plaatsen van nieuw glas met een betere isolatiewaarde in de stadspanden stond al lang op de agenda van de SSH, maar was tot voorheen eigenlijk niet mogelijk. Tom Quik, manager onderhoud en verbetering van de SSH: “De meeste van onze panden zijn beschermd stadsgezicht of hebben zelfs een monumentale status. Daarom mogen we niet zomaar de kozijnen vervangen. Dubbel glas is een stuk dikker dan enkel glas, en zo’n dikke ruit past eigenlijk niet in zo’n oud kozijn. Gelukkig zijn de technieken de laatste jaren zo ver doorontwikkeld dat er nu veel dunner glas bestaat met dezelfde isolerende waarde als triple glas. En uit de pilot bleek dat het vervangen van het glas goed gekoppeld kon worden met het schilderwerk van de kozijnen, dat sowieso iedere vijf à zes jaar moet gebeuren. Daarom hebben we besloten om de komende jaren, wanneer een stadspand toe is aan schilderonderhoud, ook gelijk isolatieglas te plaatsen.”
Behulpzaam
De werkman in het huis van Bram staat nog steeds in de gang van het stadspand op zijn telefoon te kijken, als Benine met natte haren naast hem komt staan. Ze heeft op dit vroege tijdstip al gedoucht en ontbeten, omdat ze zo naar stage moet.
“Mijn kamer is toch aan de beurt?”, vraagt ze. Gister is bij haar al een kiepraampje vervangen en ze denkt dat vandaag de rest van de ramen aan de beurt zijn. Al haar meubels staan aan de kant en zijn afgedekt met plastic.
Maar Benine vergist zich. Iemand anders doet de ramen die niet open kunnen, zegt de bouwvakker. Hij praat met de schilders en met de andere partijen die in het pand aanwezig zijn en wat blijkt: de kamer van Benine is waarschijnlijk pas volgende week aan de beurt. Al kan hij niet met zekerheid zeggen welke dag. Benine besluit dan maar een paar dagen bij haar vriendje te gaan slapen.
Onduidelijke planning
“De communicatie over de planning is soms wel irritant”, zegt Daan, een bewoner van een ander stadspand dat ook nieuw glas heeft gekregen. “Vaak weet je pas de dag van tevoren in welke kamer ze de volgende ochtend verder gaan. Dat is best lastig, want je moet alles binnen een straal van twee meter van je ramen weghalen en met plastic bedekken, zodat er geen verf en bouwstof in je meubels komt. Wel handig om dat op tijd te kunnen plannen, want je kamer is echt onbruikbaar. Thuis studeren wordt dan lastig.”
Tom Quik vertelt dat de aannemers zelf verantwoordelijk zijn voor de communicatie met de studenten. Bij sommige huizen verloopt de communicatie via de huis-oudste. Bij andere hebben de werkmannen een groeps-chat aangemaakt met de bewoners. Daarin wordt informatie gedeeld, maar dat gebeurt niet altijd of het is onoverzichtelijk. Ook reageren de bouwvakkers na 5 uur ‘s middags niet meer. Bewoners moeten de planning voor de volgende dag dus echt op tijd achterhalen.
Maar ook voor de werkmannen is het niet makkelijk. Ze moeten hun planning bijvoorbeeld aanpassen als het regent, of wanneer studenten ziek zijn, of als een van de andere uitvoerende partijen tegen problemen aanloopt, waardoor al het andere werk vertraagd wordt.
“Als de SSH zich daar te veel mee gaat bemoeien, zijn we alleen maar een stoorzender. Afhankelijk van meerdere factoren wordt de planning soms per dag aangepast. Als dat soort informatie iedere keer via ons gecommuniceerd moet worden, dan is dat heel inefficiënt”, zegt Quik. “Wij zijn er voor de bewoners als ze bijvoorbeeld klachten hebben of wanneer er dingen verkeerd zijn gegaan. In mijn ervaring verloopt het contact tussen de aannemer en de studenten meestal heel soepel. Onze bewoners zijn welbespraakt, redelijk en meestal vriendelijk.”
Het verschilt per huis hoe gemakkelijk de werkmannen hun werk kunnen doen. “Sommige huizen zijn heel hecht”, vertelt een van de schilders. ‘Daar gaat alles heel makkelijk. Ze gaan gewoon bij elkaar op de kamer zitten en zijn daardoor heel flexibel. Dan kunnen we lekker doorwerken en zijn we ook snel weer weg. In andere huizen lijkt iedereen meer op zichzelf te zijn. Dan merk je soms wel dat mensen het toch wel heel vervelend vinden als we steeds hun kamer inlopen. Maar we doen altijd ons best om zo snel mogelijk weer weg te zijn.”
Scheve huizen
Niet altijd verloopt alles even soepel. “Voor ons huis zijn een paar keer de verkeerde ramen besteld”, vertelt Emma, die met zeven huisgenoten in een stadspand woont. ‘Er zat al één raam in voordat ze ontdekten dat ze de verkeerde maat hadden. Het raam was te klein.”
Dit was ook het geval in het huis van Giel. Hij woont in een kamer met een klein balkonnetje op de eerste verdieping. Nadat het glas eruit was gehaald, bleek de verkeerde maat besteld te zijn en werd op de plek van glas houten platen geschroefd, tot een week later de goede maat werd geleverd.
Ook de opbouw van de steiger leidde tot wat overlast. “Wij hebben een bloempot in de tuin staan”, vertelt Jade. “Die hadden ze midden in onze moestuin neergezet om ruimte te maken. Net als de picnic tafel. Ze wisten natuurlijk niet dat het een moestuin was, maar toch jammer.”
Quik beaamt dat er af en toe iets verkeerd gaat. “Er zijn inderdaad weleens verkeerde ramen besteld, en er gaat weleens wat mis in de samenwerking tussen de verschillende partijen die in een huis aan het werk zijn, maar we denken dat dit vooral kinderziektes waren. De stadspanden zijn ook een geval apart, zowel wat betreft de bewoning als hoe ze gebouwd zijn. Er zijn bijvoorbeeld geen standaardmaten. Dat geeft ook juist karakter aan deze panden; alles is oud, een beetje schuin aan het worden en een beetje aan het verzakken. Daarom moet alles goed worden opgemeten en dat gaat weleens fout. Maar nu het project wat langer loopt, gaat alles steeds beter.”
Zowel Giel, Jade als Emma zijn blij met de resultaten van de renovatie. Hun kamer is veel makkelijker warm te krijgen dan voorheen. “Vroeger waaide de wind zo door de ramen heen”, vertelt Emma. “Nu heb ik daar geen last meer van. Ook heb ik in de ochtend bijna geen condensatie meer op mijn ruit. Het is veel minder vochtig.”
Lieve bouwvakkers
Op een ladder in de keuken van een stadspand aan de Kemperstraat staat een schilder even te fistpumpen op de muziek die uit zijn speaker knalt. Hij heeft een grijs gouden paardenstaart en een gezicht net zo verweerd als de kozijnen die hij aan het schuren is.
“Lekker, hè?”, schreeuwt hij. “Boris Brejcha! Ken je hem? Heerlijk, man. Ik hou van House.” Hopelijk is deze muziek ook in dit huis populair, want het volume staat hoog. Toch lijkt Joop de kwaadste niet; hij draait het volume naar beneden als je zegt dat je wil studeren.
“De bouwvakkers zijn echt heel lief”, vertelt Emma, die in een van de gerenoveerde huizen woont. “Ik was ziek op de dag dat ze in mijn kamer aan de slag zouden gaan. Maar toen ze ‘s ochtends bij me aanklopten en zagen hoe ik eraan toe was, gooiden ze meteen de planning voor me om. “Blijf maar lekker warm in je bed liggen”, zeiden ze. “Wij gaan het regelen.” Toen hebben ze eerst de kamer van een andere huisgenoot gedaan.” Alex, die in een ander stadspand woont, overkwam hetzelfde. “Ze hebben zelfs aangeboden om thee te maken. Echt heel lief.”