Hoe het hybride onderwijs tijdens corona van de grond kwam

Fotos: DUB

Hij vond het niet leuk, die eerste keren onderwijs geven voor de webcam in zijn woonkamer toen de lockdown in maart 2020 een feit was. Omdat de servercapaciteit toen nog onvoldoende was, moesten studenten die zijn college via Teams volgden, hun microfoon en camera uitzetten. Docent Ondernemingsrecht Etzel van Dooren was feitelijk aan het praten tegen een scherm met daarop zijn eigen PowerPoint.

Na de uitbreiding van de servercapaciteit kon Van Dooren de gezichten van zijn studenten weer zien en hun stem horen, maar het was nog steeds niet ideaal om te discussiëren met de hoofden in postzegelformaat onder de bijna beeldvullende PowerPoint. “Voor niemand was dit een inspirerende vorm van onderwijs. Zelf had ik veel moeite met het feit dat ik mijn energie niet kwijt kon, ik niet kon rondlopen, niet bewegen. Dat het niet goed lukte om discussies tussen studenten aan te wakkeren.” Kon dat niet anders?, vroeg hij zich af.

En daar was de pedaalzaal
De vraag kwam onder meer terecht bij het projectteam Future Learning Spaces dat nadenkt over en onderzoek doet naar onderwijsruimtes van de toekomst. Hierin werkt Educate-it samen met de afdeling Audiovisueel & Mediaproducties, Vastgoed & Campus en het Facilitair Service Centrum. Al enkele jaren stimuleert Educate-it om onderwijs meer blended te maken door bijvoorbeeld hoorcolleges en kennisclips op te nemen. Ook werd al  geëxperimenteerd met een virtueel klaslokaal. “We waren dus al bezig met onderwijsvernieuwing en toen de vraag kwam hoe we het online onderwijs dynamischer konden maken, kwam de AV-afdeling met de ‘pedaalzaal’, de voorloper van de werkgroepruimte met hybride functie”, zegt Len Dijstelbloem van Educate-it.

Gido van den Hengel en Henny Ram van de AV-afdeling laten vol trots deze pedaalzaal zien. Het is een klein lokaal aan de Bolognalaan waarvan één muur vol hangt met twee grote schermen met daartussen een whiteboard. Onder elk van de schermen en onder het whiteboard ligt op de grond een voetpedaal. Op enige afstand van de muur staat een desk met een knoppenpaneel, een desktopcomputer en drie schermen. Boven die schermen torent een camera uit die om zijn as kan draaien. Met de voetpedalen kan de camera gericht worden op één van de borden. “De docent staat tussen de borden en het desk en kan via de pedalen de camera besturen en bepalen welk scherm de studenten thuis zien.”

Etzel van Dooren is één van de eerste docenten die in september van het vorige collegejaar (2020-2021) gebruik maakt van dit nieuwe lokaal. Hij is meteen enthousiast. Hij kan weer bewegen tijdens het doceren, schrijven en tekenen op het whiteboard, de gezichten van zijn studenten op het grote computerscherm zien. “De opstelling lijkt op een pre-corona college, maar dan digitaal. Het maakte het voor mij mogelijk om op een dynamische manier online onderwijs te geven.”

Op weg naar hybride onderwijs

Etzel van Dooren, still uit een YouTube-video van de UU

Ondertussen werd verder nagedacht over het onderwijs als studenten weer terug mochten komen naar de universiteit. Wat zou er mogelijk zijn? Wat als slechts kleine groepen onderwijs op de campus mogen krijgen? Hoe kan het online onderwijs dan interactiever worden? De mogelijkheid die de pedaalzaal biedt, zegt Len Dijstelbloem, bood kansen voor hybride onderwijs. De definitie hiervan is dat de docent op locatie onderwijs geeft aan een deel van de studenten, terwijl het andere deel van de studenten de les gelijktijdig volgt via Teams.  

Behalve de praktische voordelen van hybride onderwijs in een tijd dat studenten niet naar de universiteit kunnen komen, omdat ze bijvoorbeeld in quarantaine zitten of vast zitten in het buitenland, zijn er ook “didactische uitdagingen”, zegt Dijstelbloem. Zo moet interactie bij hybride onderwijs mogelijk zijn. “Tussen de docent en studenten en tussen studenten onderling. Voorwaarde daarvoor is dat iedereen elkaar kan zien en horen. Studenten op afstand voelen zich vaak minder betrokken en interactie tussen studenten in de werkgroepruimte en thuis is niet vanzelfsprekend. We streven er naar dat beide groepen studenten in gelijke mate mee kunnen doen met het onderwijs, zodat ze voelen dat ze tot één community behoren. Dat vergt wel wat van een docent.”

Een pilot met 23 lokalen
Het idee werd vervat in een pilot waarin onderwijslokalen geschikt werden gemaakt voor de hybride vorm, op de niveaus van zaalinrichting, techniek en didactiek. Ook het universiteitsbestuur zag er brood in . Hoewel vernieuwingen vaak mondjesmaat worden uitgeprobeerd, en pas ‘uitgerold’ na een uitgebreide evaluatie, werd meteen fors geïnvesteerd in het mogelijk maken van hybride onderwijs. Voor blok 4 van het vorige collegejaar werden 23 onderwijsruimtes voorzien van de nodige spullen. Precies op tijd voor de geringe versoepeling van de coronamaatregelen voor het hoger onderwijs: vanaf 26 april 2021 mocht ongeveer een derde van het onderwijs op campus worden gegeven.

Len Dijstelbloemin mei 2021 tijdens een workshop aan docenten, eigen foto

Voor docenten kwamen handleidingen en workshops over de technische mogelijkheden en didactische scenario’s. Aanvankelijk liep het nog niet echt storm. Niet alle docenten hadden meteen weer puf om na de omschakeling naar online onderwijs weer een nieuwe uitdaging te omarmen. Zo niet Etzel van Dooren. Hij kon niet wachten om zijn masterstudenten uit te nodigen in de hybride ruimte.

“Dit onderwijs heeft zoveel potentie. Studenten die graag fysiek aanwezig willen zijn, kunnen weer komen. Maar als je niet kan komen – bijvoorbeeld omdat je zelf of familieleden tot een risicogroep behoren – kan je het college nog steeds vanuit huis volgen en hoef je niks te missen. Het is ook mogelijk dat mensen aan de andere kant van de wereld het onderwijs volgen en actief deelnemen aan de discussie.”

Mogelijkheden van hybride onderwijs onderzoeken
Na de ervaringen in blok 4 wilde het universiteitsbestuur beslissen over een uitbreiding van het aantal hybride lokalen voor het nieuwe academische jaar en wachtte op een evaluatie. Docenten en studenten kregen vragen over de techniek, inrichting, ondersteuning en didactiek. Dijstelbloem: “De eerste ervaringen van de docenten en studenten met hybride onderwijs waren positief, maar we hadden niet voldoende input om goede conclusies te trekken. Zo willen we niet dat hybride onderwijs een doel wordt voor noodsituaties als een lockdown. De onderwijsvorm moet op zichzelf een toegevoegde waarde hebben.”

Toch zagen alle partijen zagen wel de toegevoegde waarde. Bijvoorbeeld voor het onderwijs van de Europese master Charm EU dat dit collegejaar van start is gegaan. Dit is een master waaraan vijf Europese universiteiten waaronder de UU deelnemen. Studenten zitten verspreid over de vijf instellingen en moeten samen onderwijs krijgen. “Dat kan met een hybride lokaal”, zegt Dijstelbloem. Ook docent Van Dooren ziet legio mogelijkheden. “We staan pas aan het begin. Door hybride onderwijs kunnen bijvoorbeeld studenten uit het buitenland die in het eigen land niet een opleiding van hetzelfde niveau kunnen krijgen maar die niet de mogelijkheden hebben om naar ons land toe te komen, ook onze colleges volgen en zo toegang tot goed onderwijs krijgen.”

Henny Ram met op scherm Gido van den Hengel

Het universiteitsbestuur zag die kansen ook en koos voor een praktische oplossing. Besloten werd het aantal lokalen uit te breiden tot 44 waarmee het College van Bestuur in totaal zo’n zes ton heeft geïnvesteerd in het hybride onderwijs. “Er is wel gekozen voor een flexibele inrichting”, zegt Dijstelbloem “Blijkt hybride onderwijs toch tegen te vallen, dan zijn de lokalen eenvoudig weer te ontmantelen. De apparatuur kan elders binnen de universiteit worden gebruikt. Bovendien zijn de lokalen nu ook te gebruiken voor volledig online onderwijs of onderwijs puur op locatie.”

De AV-afdeling ging aan de slag en heeft in de zomer “knetterhard” gewerkt en 21 onderwijsruimtes omgeturnd tot hybride lokaal, zegt Henny Ram. Vijf zijn er te vinden op de international campus, zestien in de binnenstad en 23 op het Utrecht Science Park. “Voor de lokalen in ons gebouw aan de Bolognalaan is de belangstelling van docenten groot”, zegt Gido van den Hengel die verderop in de gang zijn werkplek heeft. Sinds dit collegejaar kunnen ze via de gewone roostering worden ingeboekt. Ook heeft de AV-afdeling een pool van werkstudenten opgezet, die de docenten kunnen ondersteunen bij de techniek.

Docent en regisseur in één
Het hybride onderwijslokaal lijkt precies op de eerste pedaalzaal, met dit verschil dat er aan de andere kant van de desk tafels en stoelen staan waar afhankelijk van de ruimte 24 tot tachtig studenten kunnen zitten. De camera kan ook deze studenten in beeld nemen en via een zaalmicrofoon kunnen hun vragen en antwoorden gehoord worden door de studenten op Teams. De docent moet daarvoor wel de goede knoppen op de desk indrukken.

Henny Ram en Gido van den Hengel van de afdeling Audiovisueel & Mediaproducties demonsteren de mogelijkheden. Van den Hengel speelt de docent, Ram de student. Ram ziet van links naar rechts het scherm met de PowerPointpresentatie, het whiteboard en het scherm met de medestudenten op Teams. Als Ram een vraag stelt, richt Van den Hengel met een druk op een knop de camera op Ram en zet de microfoon aan. Zo kunnen de studenten op Teams niet alleen horen wat Ram zegt, maar ook zien wie Ram is. Stelt een student op Teams een vraag, dan is deze ook voor iedereen in de klas te zien en te horen. Op een scherm op de desk ziet Van den Hengel wat de studenten op Teams zien. Als docent ben je zo de beeldregisseur van je eigen onderwijs.

Gido van den Hengelmet op scherm Henny Ram

Onderwijs in een hybride zaal
Gabriëlle Cremers zet in de hybride collegezaal 0.19 van Janskerkhof haar presentatie klaar en installeert haar laptop om het college op te nemen. Ondertussen druppelen zo’n vijftien studenten het lokaal binnen. Vandaag staat het hoorcollege van het vak Registergoederenrecht op het programma.

Hybride collegezaal van Janskerkhof.

De redenen dat ze in deze hybride zaal haar hoorcollege opneemt, zijn van praktische en didactische aard. “Onderwijs op locatie vind ik de meest attractieve variant, maar niet alle 150 derdejaars die dit vak volgen, mogen vanwege de coronamaatregelen al in één zaal zitten.” Een andere reden is dat ze haar opgenomen hoorcollege dynamisch wil maken en dat kan hier, omdat ze heen en weer kan lopen tussen het grote scherm en het whiteboard. Vorig jaar had ze hier al ervaring mee opgedaan in ‘de pedaalzaal’ aan de Bolognalaan. Het was “the next best thing”, zegt ze en dat vonden haar studenten ook. “We kregen er goede feedback op.”

Nu zet ze een volgende stap en neemt ze haar hoorcollege op met een aantal van haar studenten in het lokaal. “Ze kunnen zich inschrijven. Wie het eerst komt, het eerst maalt. Er komen elke week zo’n vijftien studenten. De rest kijkt de volgende dag naar de opname.” De werkcolleges zijn wel allemaal op locatie, benadrukt ze. “Live, tenzij iemand vanwege corona niet naar college kan, dan kan die meekijken via Teams.”

Duidelijk is dat de aanwezige studenten er zin in hebben. Ze doen actief mee.  Ze bladeren op verzoek van Creemers naar pagina 201, beantwoorden haar vragen en stellen er zelf ook geregeld één. Creemers laat de camera alleen draaien van Powerpoint naar Whiteboard.
Uit privacy overwegingen worden de aanwezige studenten niet in beeld genomen en wordt geen gebruik gemaakt van de zaalmicrofoon. De vragen uit de zaal worden  herhaald of in het antwoord verwerkt.

Dat de overige studenten dit college niet gelijkertijd via Teams volgen heeft een praktische reden. “Ik wilde nog niet full-fledged hybride aan de gang. Ik wil stapje voor stapje het hybride onderwijs verkennen. Met een kleine groep in de les zou het minder impactvol zijn om eventuele technische kinderziektes op te lossen, maar gelukkig heb ik daar geen problemen mee gehad.”

Elke les leert ze weer bij en groeit het zelfvertrouwen, zegt ze een week later. “Ik ben erg enthousiast over de mogelijkheden. De combinatie PowerPoint, whiteboard en interactie met studenten op locatie werkt goed. Mocht ik volgend jaar weer college geven in een hybride onderwijszaal, dan wil ik studenten er wel live via Teams bij betrekken. Dan komt er voor mij een derde scherm bij. Dat moet gaan lukken.”

Student Thomas is blij met de optie om naast het werkcollege ook het hoorcollege live bij te wonen. “Ik heb al anderhalf jaar thuis achter het computerscherm gezeten en door hier te zitten, wordt ik actiever gestimuleerd om mee te denken. Dat vind ik bijzonder nuttig, want ik ben daardoor extra bezig met de leerstof.  En met zo weinig studenten is het een soort privéles.”

Verhaal gaat verder onder deze video van een hybride les van Etzel van Dooren

Doorontwikkelen
‘Full-fledged’ hybride onderwijs geven waarbij de docent onderwijs geeft, verschillende schermen in de gaten moeten houden en moet zorgen voor interactie tussen alle studenten, vergt ook wel wat van de docent zegt Len Dijstelbloem. Zelf geeft ze les over hybride onderwijs aan docenten. “De eerste keer merkte ik dat ik toch vooral in de camera keek om de deelnemers die via Teams meededen bewust bij de workshop te betrekken. Daardoor had ik minder oog voor de deelnemers die aanwezig waren in het lokaal.” En dat terwijl ze haar aandacht evenredig wilde verdelen. “Maar nu vind ik daar steeds beter een weg in. En doordat de apparatuur eenvoudig te bedienen is, vind ik de technische kant van hybride onderwijs, niet het moeilijkste onderdeel.”

Volgens Dijstelbloem past de hybride onderwijsvorm in het Utrechtse onderwijsmodel dat staat voor kleinschalig en interactief. “De hybride lokalen zijn eigenlijk ook opgezet voor het geven van werkcolleges, maar dit type onderwijs staat nog in de kinderschoenen en er is onderzoek nodig om hier meer kennis over op te doen. Hoe pak je dit onderwijs aan als docent? Waar liggen verbeteringen, waar is behoefte aan voor de toekomst en wat vinden studenten van hybride onderwijs?”

Dijstelbloem heeft evaluatieformulier klaarliggen voor docenten en voor studenten die ervaring hebben met hybride onderwijs. “Hun ervaringen zijn voor ons waardevol en onmisbaar.” De evaluatie is ook bedoeld om te delen met andere instellingen. “Iedereen is bezig zich te vernieuwen en verschillende universiteiten en hogescholen zijn aan het experimenteren met vormen van hybride onderwijs. Maar onze lokalen staan wel bij de anderen in de belangstelling.”

Dit verbaast de enthousiaste Etzel van Dooren niet:  “Deze vorm van hybride onderwijs is nog maar het begin. Er valt vanzelfsprekend nog genoeg te verbeteren, maar als je bedenkt wat we in anderhalf jaar tijd hebben bereikt, kan je volgens mij niet anders dan trots zijn op de geleverde prestaties. Ik ben benieuwd naar de mogelijkheden voor de toekomst. Er valt nog een wereld te winnen. Waar staan we volgend jaar?”

 

Advertentie