Hoorcolleges kijk je thuis, op de uni krijg je écht college
Laat studenten thuis kijken naar opgenomen hoorcolleges, en gebruik contacturen voor verdieping en interactiviteit met studenten. Daarvoor pleit hoogleraar Harold van Rijen.
Elke nieuwe onderwijstechnologie stuit op flinke weerstand. Het is een rode draad in het verhaal dat Harold van Rijen vorige week hield bij de officiële aanvaarding van de leerstoel Innovatieve leervormen in het biomedisch onderwijs.
Toen de Amerikaanse psycholoog Burrhus Skinner eind jaren vijftig van de vorige eeuw een van de eerste leermachines presenteerde, werd al snel gewaarschuwd voor de robotisering van het onderwijs. Liever docenten van vlees en bloed dan “koude” machines, zo klonk het.
Van Rijen zag eenzelfde soort scepsis toen de universiteit in 2006 begon met het opnemen en het online beschikbaar stellen van presentaties van docenten en hoorcolleges. Tal van docenten waren aanvankelijk bang dat een deel van de studenten als bedankje voor die service in bed zou blijven liggen, om het college later nog eens op de laptop terug te kijken.
Het is wellicht allemaal terug te brengen tot de angst om vervangen te worden door machines, zegt Van Rijen in een vraaggesprek met DUB. “Er verschijnen vandaag de dag nog steeds publicaties met titels als Can podcasts replace professors? Het woord replace klinkt daarbij natuurlijk heel bedreigend.”
Bij heel veel hoorcolleges luisteren studenten alleen maar, en praat de docent. Wat dat betreft kan je net zo goed thuis een video kijken, toch?
“Ik ben een heel groot voorstander van contactonderwijs, en hoorcolleges kunnen enorm veel waarde hebben, zeker om passie over te brengen op studenten. Ik denk alleen dat je de kwaliteit van hoorcolleges kan verbeteren met behulp van e-learning.”
“Er staat een fantastisch filmpje op internet van Salman Kahn, die vertelt over de het idee van de Flipped Classroom. Hij pleit ervoor om de zelfstudie en het hoorcollege om te wisselen. Nu bereiden studenten zich thuis voor, en lopen ze soms vast, of begrijpen ze iets niet, en het hoorcollege helpt ze niet altijd verder met hun vragen. Waarom draai je de twee niet om? Neem een hoorcollege op, zodat de studenten het thuis kunnen bekijken. En gebruik het contactmoment als docent om studenten te helpen bij het uitwerken van opdrachten en om dingen die ze niet begrijpen uit te leggen. Zo zorg je dat de docent aanwezig is op het moment dat studenten de docent écht nodig hebben.”
“Stel je voor: Bij Geneeskunde krijgen studenten les in het luisteren naar harttonen. Als studenten niet voorbereid naar college komen, dan moet de cardioloog die les geeft helemaal terug naar de basis: hoe zit het met de eerste harttoon, en met de tweede? Als je er zeker van bent dat studenten dat bij aanvang van het college al weten, dan wordt het startpunt van die les héél anders. Dan kan je meteen - baf! - de diepte in, waarbij de studenten de vragen stellen.”
“Voor docenten is het winst als je op een hoger niveau kan vertellen over je vakgebied. En voor studenten ook. Daar wordt het contactonderwijs beter, sterker en efficiënter van. Als studenten met vragen naar de les komen, wordt het college meer bepaald door de student, en minder door de docent.”
“Bij Geneeskunde doen we momenteel een experiment met deze onderwijsvorm. Veertig studenten van SUMMA, de selectieve Geneeskundemaster, hebben een iPad in bruikleen gekregen met daarop een iBook als cursusboek. In dat digitale boek staan onder meer filmpjes, e-lectures en oefenmodules om bijvoorbeeld delen van een knie op een röntgenfoto benoemen. Van de studenten wordt verwacht dat ze al vóór de onderwijsbijeenkomsten de opgenomen hoorcolleges bekeken hebben. Tijdens de contactmomenten kan er op die manier meer aandacht worden besteed aan interactie en verdieping.”
Moet de universiteit een iPad kopen voor alle 30.000 studenten?
“Nee, dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Maar ik vind wel dat de universiteit van studenten mag verwachten dat ze een eigen laptop gebruiken voor het onderwijs en digitale toetsing. Bij Diergeneeskunde hebben ze al een bring your own device-traject ingezet. Het hebben van een geschikte laptop is daar een toelatingseis voor nieuwe studenten. Ik heb begrepen dat studenten daar deze verplichting de normaalste zaak van de wereld vinden.”
“Het zou een geweldig idee zijn om een laptop voor álle studenten van de universiteit verplicht te stellen. Op die manier kan je ook digitaal toetsen breed invoeren. Je kan een tentamenzaal in het Educatorium vullen met honderden vastgeschroefde desktopcomputers, maar dat is kostbaar en waarschijnlijk is één zaal lang niet genoeg. Bovendien staan die zalen buiten de tentamenperiodes waarschijnlijk leeg.”
“Digitaal toetsen heeft allerlei voordelen, bijvoorbeeld de mogelijkheid om bewegende beelden op te nemen in toetsen. Bij Geneeskunde kun je röntgenbeelden of echobeelden in de vragen verwerken. Je kunt een enorme databases aanleggen met toetsvragen, zodat tentamens sneller en beter samengesteld kunnen worden. Het is simpel proeftentamens beschikbaar te stellen aan studenten als er tienduizenden vragen in die database staan. Uiteraard gaat ook nakijken sneller als het digitaal gaat. Bovendien kun je achteraf betere diagnoses stellen. Op welke onderwerpen scoren studenten goed, en waarop slecht? Dat kun je gebruiken om je onderwijsprogramma te verbeteren.”
Niet elke docent is een held op ict-gebied. Hoe overtuig je de computertechnisch wat minder begaafde docent van de noodzaak van de nieuwe onderwijstechnologie?
“Het UMC Utrecht is een ict-programma gestart met de naam Onbegrensd Leren. Hierin is ook financiële ruimte voor professionalisering en ondersteuning van de docent. Dit programma zal best practices identificeren waarmee andere docenten over de streep kunnen worden getrokken.
Hiernaast zou peer pressure een belangrijke rol kunnen spelen. Bij Geneeskunde worden cursussen met opgenomen hoorcolleges en digitale zelftoetsing, vaak goed beoordeeld. Maar als die voorzieningen het blok erna ontbreken, dan zijn studenten vaak teleurgesteld. Onderwijstechnologie is mijns insziens een middel om je curriculum te verbeteren en aantrekkelijker te maken voor de studenten van nu.
De oratiespeech van Harold van Rijen is hier terug te zien.