'Hoorcolleges moeten geen herhaling van een boek zijn'

Jan Haarhuis, programmamanager van Educate-IT (links) en onderwijshoogleraar Harold van Rijen (rechts). Foto: Helga Wellink.

Het onderwijs aan de Universiteit Utrecht wordt kleinschaliger en activerender door een slimmere toepassing van online leren, denken Jan Haarhuis en Harold van Rijen, twee van de auteurs van een nieuwe universitaire visie op onderwijstechnologie. 

De Universiteit Utrecht gaat de komende jaren stevig inzetten op een nieuw leerconcept: blended learning. Klassieke hoorcolleges zullen plaatsmaken voor weblectures en e-modules. Twee van de pleitbezorgers van dit didactische model vertellen aan DUB wat studenten en docenten te wachten staat.

"Blended learning verandert de insteek van je onderwijs helemaal", zegt onderwijshoogleraar Harold van Rijen. "Je gaat van een docentgestuurde aanpak naar een studentgestuurde aanpak. Niet: wat heb ik als docent te vertellen? Maar: welke vragen hebben de studenten? De docent is geen 'sage on the stage' meer, maar de ‘guide on the side’, de coach in een leerproces."

"De rol van de docent en student gaat schuiven", vult zijn collega-rapportschrijver Jan Haarhuis aan. Haarhuis leidt vanuit het Bestuursgebouw het programma Educate-IT. "De student gaat meer de positie innemen van de docent door te discussiëren, te presenteren en uitleg te geven. "De docent zal een meer begeleidende, coachende rol in gaan nemen."

Jullie pleiten met blended learning voor een andere kijk op contactonderwijs. Studenten komen nu naar de campus voor hoorcolleges die ze net zo goed thuis kunnen bekijken.
Van Rijen: "Met onderwijstechnologie kun je facetoface-onderwijs veel interessanter en nuttiger maken voor student én docent. Stel je voor: je laat studenten een van tevoren opgenomen hoorcollege kijken als huiswerk. En je plakt er ook nog een online zelftoets aan vast. Op basis van de resultaten van die toets kan de docent zien of de studenten de stof begrepen hebben. Dat verandert het onderwijs helemaal. Je hoeft in het contactonderwijs niet het hele verhaal lineair af te draaien, maar je focust op de onderwerpen die studenten niet goed begrepen hebben."

Haarhuis: "Op basis van de uitslagen van die zelftoetsen kun je hele gerichte interventies plegen om studenten verder te helpen. Je ziet waar studenten moeite mee hebben en past daar het onderwijs op aan. De basiskennis presenteer je als docent in een video die je jaarlijks herhaalt of met beperkte aanpassingen opnieuw aanbiedt. Dat betekent dat er voor docenten ruimte ontstaat om veel gedifferentieerder en flexibeler het contactonderwijs te benutten. Je hebt aan de excellente kant meer tijd om topstudenten te begeleiden, en je hebt ook meer tijd om zwakkere studenten te helpen. Daar zit de kracht van blended learning."

Je kunt tegenwoordig gratis online onderwijs volgen via massive open online courses (moocs). Gaat het universitaire onderwijs ook die kant op?
Haarhuis: "Voor de duidelijkheid: we gaan contactonderwijs niet afschaffen, absoluut niet. Communityvorming blijft een heel belangrijk aspect van het universitaire onderwijs."

Van Rijen: "Het didactische concept van moocs is vaak flinterdun. Het is een reeks opgenomen presentaties, met een discussion board en wat zelftoetsen. Je ziet ook dat maar drie procent van de studenten de eindstreep halen, dat zegt genoeg. Er is een spectrum van alleen klassikaal onderwijs en alleen maar online onderwijs. Ergens daar tussenin gaan wij uitkomen."

Krijgen studenten in de toekomst minder contactonderwijs dan nu?
Haarhuis: "Wat we in elk geval willen, is dat de groepsgrootte teruggebracht wordt. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat een ideale groepsomvang 12 tot 16 studenten is. In een dergelijke setting doen studenten actiever mee. Je kunt je niet meer anoniem verschuilen. Met online leren kunnen we dit kleinschaligere onderwijs realiseren. Als je hoorcolleges opneemt, dan houden docenten meer tijd over, en kunnen ze lesgeven in kleinere groepen. Ik zie ook nieuwe leervormen voor me, dat groepen studenten op vaste momenten bij elkaar komen, en dat de docent er af en toe bij zit en het proces volgt."

De Universiteit Utrecht heeft in prestatieafspraken beloofd dat bachelorstudenten een minimaal aantal contacturen krijgen. Dat lijkt me op gespannen voet te staan met blended learning.
Haarhuis: "Bij de contacturen tellen we niet alleen onderwijsuren waarbij een docent fysiek aanwezig is. Er is ook contact tussen studenten onderling, en virtueel contact met docenten. Als je alleen naar collegeuren zou kijken, dan onderschat je de tijd die docenten achter de schermen bezig zijn met de online begeleiding van studenten, het maken van kennisclips, het afnemen van zelftoetsen en het met learning analytics volgen van het leerproces van studenten. Die uren zijn lastig meetbaar, dus ik pleit er voor dat we goede indicatoren ontwikkelen om ze mee te nemen in de urendiscussie." 

Er zijn docenten die helemaal geen zin hebben in nog meer ict in het onderwijs.
Van Rijen: "Toen de faculteit Geneeskunde ging experimenteren met blended learning was er aanvankelijk argwaan onder docenten. Maar die was vooral van praktische aard. Docenten hebben namelijk tal van ideeën over onderwijsverbetering. Ze kunnen ze alleen vaak niet zelf realiseren. Daarom is ons programma ook gericht op het wegnemen van technologische drempels. We helpen met het opnemen van hoorcolleges en kennisclips, we helpen met het ontwikkelen van modules op internet, we helpen met digitaal toetsen. Doe je dat, dan merk je opeens dat docenten echt veel zin hebben om die stap te zetten."

Haarhuis: "De docent blijft zelf de baas in het klaslokaal. Dit is niet een programma dat we van bovenaf hebben bedacht en vervolgens UU-breed uitrollen. Docenten krijgen ruimte op te experimenteren, en we gaan ook onderzoeken welke vormen van online leren werken, en welke niet. Begin 2015 lanceren we een website waarop docenten informatie kunnen vinden over blended learning en ondersteuning kunnen aanvragen om it-tools in hun onderwijs te implementeren."

Blended learning veronderstelt dat studenten goed voorbereid naar college komen. Is dat niet wat optimistisch? In een rapport van Stichting OER geven studenten aan dat ze aan hulp nodig hebben bij het online studeren.
Haarhuis: "We verwachten een andere houding van studenten, dus we zullen studenten ook moeten trainen en laten ervaren wat de voordelen van blended learning zijn. Studenten hebben baat bij een actieve leerstand, ze zullen moeten inzien dat dat beter is dan achteroverleunend luisteren naar een college terwijl ze tegelijk op Facebook en Twitter zitten."

Van Rijen: "De studenten van nu staan heel erg in de consumptiestand. Dat kunnen we ook onszelf aanrekenen. Als een docent moppert dat studenten niet voorbereid zijn voor een hoorcollege, dan moet die docent zich afvragen hoe dat komt. Als hoorcolleges niks meer zijn dan het herhalen van een hoofdstuk uit een boek, dan is er bij studenten ook geen prikkel om zich voor te bereiden."

Veel studenten beginnen nu pas serieus met studeren in week 8 van een onderwijsblok. Hoe dwing je af dat studenten al in week 1 beginnen met weblectures kijken en e-modules maken?
Van Rijen: "Bij de opleiding Geneeskunde hebben ze dit heel kinderachtig maar ook effectief opgelost. Daar krijgen studenten geen toegang tot sommige practica als ze niet van tevoren een e-learningmodule hebben afgerond. Dan krijg je studenten wel aan het werk, want zonder dat practicum haal je dat vak niet. Ik kan me voorstellen dat je dit doet in het begin van de studie, en wat minder streng wordt in de loop van de studie. Studenten begrijpen dan wat de meerwaarde van die voorbereiding is."

Advertentie