Iedereen had iets met Matthias Jorissen

Veel bezoekers van de uitvaart van Matthias, deelden in een volle Janskerk dezelfde gedachte: ‘Ik dacht dat mijn band met hem uniek was, maar wat ik met hem had, hebben deze achthonderd andere mensen ook!’ Marian Joseph, partner en collega van Matthias, drukte hen op het hart dat dit gegeven de band echt niet minder bijzonder maakte. Haar man kon gewoon met heel veel mensen goed opschieten.

Ooit riep hij dat hij journalist of burgemeester had willen worden, maar dat was er nooit van gekomen. Alhoewel: na zijn dood noemden zijn buren in de Utrechtse Vogelenbuurt hem de ongekroonde burgemeester van de straat. Vanaf zijn bankje voor het huis knoopte hij gesprekken aan. Hij kende iedereen, koppelde mensen aan elkaar en kwam in actie als hij vond dat er iets moest veranderen in zijn buurt. De domineeszoon had weliswaar afstand genomen van de kerk; uit het geloof filterde hij wel een paar waarden die in zijn leven heel duidelijk terugkwamen. Hij was zorgzaam, hartelijk, sociaal en gul. Toen er in zijn koor ooit een keyboard nodig was, maar het aan middelen ontbrak, trok hij zelf de knip. En dat was niet de enige keer. Ook in de gangen van de faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie is zijn sociale kant het eerste dat bij mensen naar boven komt. Als hij zin had in koffie, kwam hij met een dienblad met volle bekers voor de hele gang weer terug. Om vervolgens met al die collega’s de laatste universitaire nieuwtjes te bespreken.

Matthias, van 2006 tot 2011 voorzitter van de Universiteitsraad, wist hoe de hazen liepen en was een wandelende encyclopedie. Een ideale vraagbaak, maar ook een voorspeller. Uitspraken over benoemingen van collegevoorzitters en directeuren kwamen regelmatig uit. Tijdens vergaderingen fluisterde hij de griffie continu in hoe hij dacht dat mensen op elkaar zouden reageren. Dat deed hij met een flinke dosis scherpe humor, waardoor hij de griffie liet worstelen tegen een schaterlach, terwijl hij zelf met uitgestreken gezicht voor zich uit bleef kijken. Zoals zijn zoon het omschrijft: hij kon irritant geestig zijn. Zijn grappen waren soms net over het randje. Hij bleef het speelse en ondeugende behouden, dat hem als UU-student economisch-sociale geschiedenis kenmerkte. Dat maakte dat hij goed lag bij studentleden in de medezeggenschap. Hij was nog steeds één van hen. Waar personeelsleden in de raad er wel eens een handje van hadden om studenten de les te lezen, deed hij dat juist niet. Matthias liet ze zo veel mogelijk vrij, bezocht constitutieborrels en regelde zelfs dat ze jaarlijks een bijdrage kregen om een pak te kopen, zodat ze er netjes bij liepen.

Hij was geen eendimensionale man met oogkleppen. Verplaatste zich in anderen. Je zou denken dat een linkse ‘knor’ als Matthias niets moest hebben van het voornemen van zijn dochter om zich aan te sluiten bij vrouwencorps UVSV, maar niets was minder waar. Hij had haar juist verteld dat hij het leuk vond. Tekenend voor Matthias was ook dat hij er op stond dat hij en Marian hun kinderen joods zouden opvoeden. Ook al was het niet zijn geloof, dat stond buiten kijf. Al voordat hij Marian leerde kennen  - ze waren als student beiden actief in de medezeggenschap - was hij geïnteresseerd in het jodendom. Wat er in de Tweede Wereldoorlog was gebeurd, trof hem diep. Dat hij zich zou gaan inzetten voor de joodse gemeenschap, zou je kunnen zien als een bijdrage aan het herstel van dat wat verdwenen was.

Opkomen voor minderheden, voor de rechten van een ieder, liep als een rode draad door zijn leven. Medezeggenschap paste daarbij, maar ook politieke activiteiten. Jarenlang zette hij zich in voor de PvdA, maar toen hij vond dat die partij een verkeerd standpunt innam in het vluchtelingendebat, stapte hij over naar D66. Wat hij vroeger een ‘te rechtse partij’ vond, ervoer nu als een warm bad.

Bijzonder was dat juist dat vluchtelingenthema een illustrerende rol speelde aan het eind van zijn leven. Begin december vorig jaar bezocht Matthias met een paar collega’s de theatervoorstelling A room with a view, deels gespeeld door acteurs uit sloppenwijken en vluchtelingenkampen. Na afloop concludeerde hij direct dat iedereen bij de UU de voorstelling zou moeten zien. De acteurs kwamen uit onder meer India, Ghana, Pakistan, Palestina en Irak en speelden een spel met maskers. Met veel mime, livemuziek, improvisatie en tragikomische verhalen vertolkten ze de medewerkers van een hotel, die voorbereidingen moesten treffen voor een belangrijk evenement. Ze waren typetjes als dictator, oud vrouwtje, manager en vluchteling. Matthias zat vooraan, zijn armen over elkaar, benen gestrekt. Geboeid, geraakt en genietend. Aan zijn lichaamstaal kon je zijn betrokkenheid zien. Hij lachte, raakte ontroerd, wond zich op en deed mee wanneer feedback van het publiek werd gevraagd.

In zijn enthousiasme liep hij na afloop direct naar de leidster van het theatergezelschap. “Wat kost de voorstelling?” Als adviseur van vluchtelingenproject InclUUsion wilde hij regelen dat de hele UU het stuk zou kunnen zien. Uit eigen zak zou hij 1000 euro neerleggen, maar dat is nog niet genoeg om A room with a view binnen te halen. Daarom zijn collega’s een crowdfund-actie gestart. De bedoeling is dat de voorstelling binnenkort te zien is op de universiteit. Wie doneren, krijgen automatisch een ticket, ongeacht het bedrag dat zij schenken, zodat ook studenten de mogelijkheid hebben om te komen. Precies wat Matthias voor ogen had. 

*update 10 oktober 2018* De crowdfundactie is geslaagd. Aanstaande vrijdag is de voorstelling A room with a view voor genodigden te zien in het auditorium van het University College Utrecht. Belangstellenden mogen nog doneren. Wie de voorstelling wil bezoeken, moet in verband met het beperkte aantal resterende plaatsen eerst contact opnemen via: incluusion@uu.nl.

Advertentie