Jeroen van der Lely verkiest studie Literatuurwetenschap boven profvoetbal
Wie denkt in stereotypen, ziet in Jeroen van der Lely allesbehalve een profvoetballer. Hij heeft geen dikke Mercedes Maybach onder zijn kont, draagt geen zonnebril of Beats-by-Dre-hoofdtelefoon en er flaneert geen blonde schone aan zijn zij. Hij komt met de trein. Draagt een zwarte rugzak, zwarte hoody en zwarte jeans. Bestelt groene thee.
Oké, hij heeft wél tattoos. Op zijn rechterarm prijkt een bij. Had hij puur willekeurig laten zetten, toen oud-teamgenoot en goede vriend Peet Bijen jarig was. Die schrok zich kapot. En op zijn borst staat er nog één, vertelt hij. Zijn broer heeft hem ook: ‘Brothers by blood, mates by choice’. Met hem en zijn andere broer woont hij nog in een appartement in Enschede, waar mensen hem herkennen. In Utrecht kan de voormalig voetballer van FC Twente anoniem door de straten. ‘Als ze me straks op mijn studie vragen of ze me ergens van kennen, dan zeg ik: van het interview met DUB.’
Jeroen is ontspannen. Hij zou een paar maanden gaan reizen. Door corona heeft hij meer tijd om zich voor te bereiden op een nieuw leven. Af en toe bekijkt hij huisjes in Utrecht. Zijn nieuwe stek mag ook buiten de stad zijn. Hij houdt van een rustige omgeving. Begin dit jaar besloot hij te stoppen met voetbal en schreef hij zich in bij Literatuurwetenschap in Utrecht. Een beslissing die er aan zat te komen.
Door Hakim Ziyech voelde ik dat alles in het voetbal om presteren draait
Eigenlijk komt het inzicht al in 2015, op een zomeravond in Almelo. Het zou zíjn moment moeten worden. Na jarenlang de jeugdopleiding van FC Twente te hebben doorlopen, mag Jeroen uitgerekend tegen aartsrivaal Heracles Almelo zijn basisdebuut in het eerste elftal maken. Als linkervleugelverdediger. Dit was zijn jongensdroom: profvoetballer worden, in volle stadions spelen. Goed voetballen, toegejuicht worden door z’n eigen aanhang.
In werkelijkheid rent de vleugelaanvaller van de tegenstander hem aan alle kanten voorbij. Met gebogen hoofd loopt Jeroen na negentig minuten rennen van het veld. 2-0 verloren. FC Twente-aanvoerder Hakim Ziyech doet in de media zijn beklag over de kwaliteit van zijn verdedigers. De voetbalwereld is keihard. Jeroen niet.
“Niets ten nadele van Ziyech, want dat vind ik een prima kerel en topvoetballer, maar toen voelde ik voor het eerst heel duidelijk dat alles om presteren draait. Het altijd moeten leveren, de onderlinge competitiviteit. Dat paste niet bij mij als persoon. Ik ben toch meer van het gewoon lekker gezellig samen doen, weet je. Ik genoot het meest van de ochtenden. Het ontbijten, de gezelligheid, het lachen. En van de verschillende culturen en typen mensen.
“Dat is wel vreemd, want vroeger was dat heel anders. In de jeugd bij amateurclub De Zweef in Nijverdal kon ik mezelf echt opvreten als ik een wedstrijd niet won en liep ik op iedereen te schelden. Maar ik merkte dat ik toch een soort afstand aan het creëren was met het voetbal. Ik was er steeds minder mee bezig en zocht naar mogelijkheden om mijn leven in te vullen op een manier waarop ik dat leuk vond. Met lezen en studeren, bijvoorbeeld.”
Afspreken met vrienden was er niet meer bij
Sommige profvoetballers blijven het leuke spelletje in het voetbal zien, maar Jeroen raakt dat kwijt. Hij volgt een opleiding filosofie erbij, maar merkt dat hij daar maar weinig puf voor heeft. “Voetbal vroeg mentaal veel van me. Relaxen had ik echt nodig om me op te laden.”
In 2017 stopt hij met profvoetbal, maar komt daarop terug na gesprekken met anderen. Het was toch zijn droom, hij besluit door te zetten. Andere spelers peppen hem op, zoals de ervaren Duitser Chinedu Ede, die het voetbalinzicht van Jeroen ziet. “Hij liet mij inzien dat ik juist die kwaliteit moest ontwikkelen, terwijl ik op dat moment alleen maar keek naar wat ik níet kon.”
Jeroens mooiste actie uit zijn loopbaan is een splijtpass op diezelfde Ede. En toch wordt het er niet beter op. Voor zijn gevoel gaat zijn niveau naar beneden. Bovendien wordt hij steeds minder opgesteld. De stress neemt toe, omdat Twente niet best presteert. “Je beseft dat er heel veel op het spel staat en legt daar de focus op. Afspreken met vrienden was er niet meer bij.” Twente degradeert en in de eerste divisie belandt Jeroen nota bene op de tribune.
Hoe lang wilde ik nog voetballer zijn?
Bij een club in Denemarken, waar het voetbalniveau lager ligt, probeert hij het plezier terug te krijgen. “Dat was een mooi avontuur, ik heb genoten van de stad Aalborg. Maar ik merkte ook dat ik geen motivatie meer had om me op te laden voor de trainingen. Er bleef een vraag in mijn hoofd hangen: hoe lang wil ik nog voetballer zijn? Ik wilde ook nog wel een keer studeren. Bij Vendsyssel FF had ik nog tot deze zomer kunnen blijven, maar toen ik op de bank belandde, was het voor mij duidelijk. Ik stop.”
“Nu is er rust, meer energie, tijd voor lezen en vrienden. ‘Toch zijn er ook dingen die ik mis, hoor. Als we in de Grolsch Veste een wedstrijd hadden gewonnen, werden we door bijna dertigduizend mensen toegezongen. Dat geeft toch wel een heel mooi gevoel. Dan leefde ik de rest van de avond op een roze wolk. Ook de kick die een duel kan geven. In 2016 wonnen we van Ajax door een penalty in de laatste minuut. Dat was echt een mooie wedstrijd, man.”
Van een hele dag series kijken, word ik niet gelukkig
Zijn beroep heeft hem op een bepaalde manier gevormd. “Ik was altijd een hele stille jongen, totdat ik iemand goed leerde kennen. Tegenwoordig praat ik meer met mensen. Heb geleerd assertiever te zijn, voor mezelf op te komen en wat meer van mezelf af te bijten. Ik ben minder in mezelf gaan leven.”
“Daarnaast is me discipline bijgebracht. Ik kan me goed voor verschillende dingen motiveren, ook voor minder leuke taken. Je kunt de hele dag een serie liggen kijken, maar daar word ik niet gelukkig van. Die instelling kan ik straks tijdens mijn studie goed gebruiken. Ik heb een duidelijke structuur in mijn dagen. Ik eet gezond, sport genoeg. Als ik zie hoe andere oud-voetballers dichtgroeien na hun carrière: dat zal mij niet overkomen.”
Ik wil graag leren kritischer naar teksten te kijken
In zijn appartement in Enschede stort hij zich vol op de boeken. “Momenteel lees ik Bird by Bird van Anne Lamott, een boek dat over schrijven gaat. En ik lees de laatste tijd veel over het stoïcisme. Dat is een levensfilosofie. Was een tip van mijn voormalige leraar filosofie. Ook lees ik veel fictie. Joel Dicker is mijn lievelingsschrijver. Hij maakt echt topboeken. Mooie mysteries, waarbij aan het eind van het verhaal alles mooi samenkomt. Als lezer sta je elke keer weer versteld van de wending. Hij heeft een mooie vlotte stijl. Ik kan echt lekker opgaan in zo’n boek.”
Ooit dacht hij ook na over een studie wiskunde, in de voetsporen van zijn vader, maar Literatuurwetenschap past beter bij hem. Vanwege zijn interesses. “Maar ik heb nog helemaal geen beeld van wat ik hierna zou willen doen. Ik had ook nog nooit van deze studie gehoord. Het voelt voor mij als een brede studie, waarbij je op een bepaalde manier teksten leert in te schatten. Momenteel neem ik veel van wat ik lees aan voor waarheid. Ik wil graag leren kritischer naar teksten te kijken. Ook wil ik beter leren schrijven. Ik hoop dat ik vervolgens beter weet wat ik wil en een master kan volgen die daar bij aansluit.”
Zijn laatste studie dateert van drie jaar geleden. “Ik zou niet meer weten hoe het moet, studeren. Ik heb er heel veel zin in. Het voelt alsof ik vier jaar jonger ben. Dat is wel weer leuk.”
Twee, drie keer trainen per week? Ik weet niet of ik daar nu op zit te wachten
Voetballen doet ie nog steeds. Hij traint met zijn broer bij zijn oude club De Zweef in het Overijsselse Nijverdal, waar hij opgroeide. Komend seizoen wil hij gaan voetballen, maar hij weet nog niet waar. Misschien in Nijverdal, misschien in Utrecht. Afhankelijk van waar hij in de weekenden denkt te zijn.
De Utrechtse Derde Divisionist Hercules meldde zich al voor de oud-prof. ‘Dat vond ik wel mooi. Maar ja, dat is nog best een hoog niveau. Met serieuze verplichtingen, zoals twee tot drie keer in de week trainen. Ik weet niet zo goed of ik daar nu op zit te wachten. Misschien dat ik het leuker vind om op een lager niveau een balletje te trappen.’ Bij studentenvoetbalvereniging Odysseus wellicht? Heeft hij van gehoord. “Ik weet het nog niet.”
Wonen, studeren, sociaal leven en voetballen; alles ligt open voor Jeroen van der Lely. Een nieuw avontuur lonkt. Dus, Utrechtse boekenclubs en amateurvoetbalverenigingen, sla jullie slag. En zeg dan vooral dat het bij jullie heel gezellig is.