Mythes rondom de aandachtsspanne
Kunnen studenten zich slechter concentreren dan vroeger?

Terwijl je je sterk probeert te concentreren op het hoorcollege en braaf mee typt met wat de docent vertelt, dwalen je gedachten langzaam af. Je staart naar het scherm van een medestudent, eet je meegebrachte boterham op en pakt zo nu en dan je telefoon om te kijken of er nog een interessante melding is binnengekomen. Veel mensen zijn er van overtuigd dat jongeren hun aandacht nergens lang bij kan houden. Dat leidde zelfs tot een onderzoek waarin stond dat de aandachtsspanne nog maar acht seconde zou zijn, één seconde minder dan dat van een goudvis.
Ook Steven Raaijmakers raakt zo nu en dan afgeleid door zijn smartphone. “Ik kan mijn telefoon even oppakken om te scrollen en zo ineens 20 minuten verder zijn.” Raaijmakers is gepromoveerd op zelfregulerend leren en werkt nu als onderwijsadviseur en trainer aan de Universiteit Utrecht. Hij leidt onder andere docenten op, geeft onderwijsadvies aan docenten en zorgt voor onderwijsverbeteringen. In het handboek Activerende Didactiek van Lia Bijkerk, kwam Raaijmakers een interessante grafiek tegen die zijn interesse wekte. “Daarin staat dat de aandacht gedurende een hoorcollege afneemt.”
Raaijmakers was benieuwd naar de bronnen van de data waarop deze grafiek was gebaseerd. “Na graven, graven en nog eens graven ben ik uiteindelijk bij een boek uit 1967 uitgekomen.” De grafiek bleek van een docent die hij had getekend op basis van het observeren van studenten en hoeveel aantekeningen zij tijdens een hoorcollege maakten. “Maar hij keek alleen naar hoeveel aantekeningen studenten maakten en ging ervan uit dat dit iets zei over hun aandacht.” Die stelling werd niet onderbouwd, zegt Raaijmakers, die naast dit onderzoek geen andere heeft kunnen vinden. “Er zijn momenteel onvoldoende studies gedaan die nauwkeurig inschatten hoe lang mensen hun aandacht ergens bij kunnen houden.”

Foto: DUB
De mythes van de aandachtsspanne
Het magische getal van een aandachtsspanne van 15 minuten zie je volgens Raaijmakers vaak terugkomen. Daar ligt volgens hem dan ook meteen de grote mythe van de aandachtsspanne. Volgens de onderwijsadviseur gaat het om het idee dat de aandachtsspanne een emmertje met water is dat langzaam leegloopt, waarbij die van de ene persoon na acht minuten leeg is en die van de andere persoon na twaalf minuten. Een andere mythe is dat de aandachtsspanne in mensen aan het krimpen is. Onze zogenaamde emmertjes met aandacht zijn niet aan het afnemen.”
Kloppen doen ze niet, zegt hij, omdat de aandachtsspanne afhankelijk is van externe factoren. Dat de ene persoon zich dus altijd langer kan concentreren dan een ander klopt niet, maar is afhankelijk van externe factoren. Raaijmakers: “Het ligt er dus maar net aan waar je interesses liggen. Zo houdt de ene persoon een college over de Tweede Wereldoorlog lang vol en de ander een college over het menselijk lichaam.”
Wat volgens hem geen mythe is, is de aandachtsboog. “In een film zitten bijvoorbeeld verschillende aandachtsbogen en de regisseur is er bewust mee bezig om de film zo te maken dat die je aandacht vast blijft houden. Wel zijn er heel veel externe afleiders die ervoor zorgen dat het veel moeilijker wordt om zo’n langere aandachtsboog vol te houden,” benadrukt hij.
Aandachtsprobleem
Er is volgens Raaijmakers dus wel een aandachtsprobleem. “Er is steeds meer informatie en we zijn almaar op zoek naar nieuwigheid. We hebben nu dus wel meer afleiders dan vroeger.” Hét voorbeeld daarvan is de smartphone. “Een filmpje op TikTok bijvoorbeeld, is zo ontworpen dat het je aandacht grijpt en zo lang mogelijk probeert vast te houden. En dat is niet bevorderlijk voor de aandacht”. Er is dus een verschil tussen de aandacht die van buiten gestuurd wordt, zoals TikTok filmpjes, en de aandacht die wij zelf sturen om ergens actief onze aandacht op te houden, zoals bij het lezen van een studieboek, zegt hij.
Eigenlijk is een goed hoorcollege een pingpong spel tussen twee partijen, legt Raaijmakers uit. “De docent legt iets uit, diegene checkt het bijvoorbeeld in een actief gedeelte, en de student zorgt dat die zo min mogelijk afgeleid raakt en vragen bedenkt gedurende het college.”
Vijf tips van Raaijmakers voor studenten om minder snel afgeleid te raken.
1. “Van nature gaat onze aandacht af op beweging. Bewegende laptopschermen kunnen dus erg afleidend zijn. Ga daarom voor optimale concentratie, op de eerste rij zitten.”
2. “Als je je beter wilt concentreren op een hoorcollege kun je ook gaan met de intentie om één vraag te stellen. Dan moet je goed opletten wanneer je die vraag kan stellen. Wanneer in het college is jouw vraag nuttig? Dat heeft als gevolg dat het je taak wordt om echt goed te begrijpen wat de docent aan het vertellen is. Die inzet zorgt ervoor dat je beter op let.”
3. “Leg jezelf drempels op om te vermijden dat je je smartphone oppakt. Een kleine drempel kan zijn dat je hem in je tas legt. Een grotere drempel kan zijn dat je bepaalde apps gebruikt die je telefoon afschermen of je laat je telefoon zelfs thuis. Een veel gehoord argument onder studenten voor het gebruik van hun telefoon is de tweestapsverificatie. Maar wie zich goed voorbereid en bijvoorbeeld de syllabus voor een college al opslaat op zijn laptop, heeft die telefoon eigenlijk niet nodig.”
4. “Een veelgebruikte techniek die studenten gebruiken om zich langer te concentreren is de Pomodorotechniek, waarbij je een timer zet van 25 minuten en vervolgens geconcentreerd probeert te werken aan een taak. Na die 25 minuten kun je een pauze nemen van 5 minuten en vervolgens zet je opnieuw een timer van 25 minuten. Voor sommige mensen erg nuttig, maar het kost je na afleiding best wat tijd om opnieuw te focussen. Als je er dus na 25 minuten nog lekker in zit, ga dan vooral door. Uiteindelijk merk je vanzelf wel wanneer je een pauze goed kunt gebruiken.”
5. “Tot slot kan een aandachtsritueel helpen. Je pakt bijvoorbeeld je kopje koffie, zet een aantal dingen klaar, beantwoord je laatste openstaande appjes en dan is het tijd om te gaan studeren. Als je dit elke keer op dezelfde manier doet, is het makkelijker om je aandacht op je studeerwerk te richten.”
Vier tips van Raaijmakers voor docenten om de aandacht van studenten erbij te houden.
1. “Aan de ene kant bestaat die aandachtsspanne van 15 minuten niet, maar aan de andere kant is een unit van 15 minuten best logisch om te gebruiken in een college. Als je een college hebt van drie kwartier bijvoorbeeld dan deel je die op in drie thema’s van 15 minuten. Het gaat er vooral om dat de structuur helder is voor studenten.”
2. “Het verbinden aan de belevingswereld van studenten kan nuttig zijn. Wel is het voor docenten erg lastig om precies te weten waar de interesses van studenten liggen. Je kunt de plank ook volledig misslaan, zo spreek ik uit ervaring.”
3. “Vertel als docent waarom dit hoorcollege zo gaaf is. Als statistiekdocent bijvoorbeeld, vertel waarom je vakgebied zo leuk en nuttig is. Waarom vertel jij dit verhaal? Waarom ben je dit aan het doen?”
4. “Voeg actieve momenten toe aan het college. Dit kan in de vorm van een quiz van Kahoot of met Mentimeter, vragen stellen of het sparren in een groepje.”