Het effect van kunst op wetenschappelijk onderzoek
Kunst helpt wetenschap door het out-of-the-boxdenken

Leonardo da Vinci, Galileo Galilei, Robbert Dijkgraaf – er zijn veel bekende voorbeelden van wetenschappers die ook kunstenaar zijn. Hoewel beide ambachten op het eerste gezicht veel van elkaar verschillen – objectief versus subjectief, rationeel versus emotioneel – zijn er ook veel overeenkomsten. “Zowel de kunstenaar als de onderzoeker leggen een eenzame weg af op zoek naar vernieuwing. Intuïtieve ideeën en halve vergissingen zijn vaak het vertrekpunt van hun zoektocht. Zij scheppen vanuit de onzekerheid”, aldus een aankondiging van een lezing van Robbert Dijkgraaf in 2009 in Groningen. Ook aan de Universiteit Utrecht zijn wetenschappers actief die kunst vakmatig inzetten. Susanna Bloem, wetenschapshistoricus en -filosoof en componist, ziet kunst als een waardevolle wetenschappelijke onderzoeksmethode, hoewel die vaak discussie oproept. En Stefan Rüdiger, hoogleraar Scheikunde en schilder, ervaart dat kunst het mogelijk maakt om een complex proces uit te beelden, dat meer ruimte overlaat voor de verbeelding.
Susanna Bloem: ‘Met muziek kun je mentale ruimte creëren’
Susanna Bloem is sinds 2020 promovendus bij het UMC Utrecht, de Universiteit Utrecht en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ze volgde een bachelor Geschiedenis en een master History & Philosophy of Science aan de Universiteit Utrecht. Tegelijkertijd deed ze een vooropleiding cello. Daarna had ze verschillende banen, onder andere als assistent bij het Open Science programmateam van de Universiteit Utrecht.

“Veel mensen lijden onder de tijd; ze beschrijven bijvoorbeeld dat ze vastzitten en geen perspectief ervaren. Tijdens mijn studie geschiedenis stuitte ik op een boek van vier psychiaters die in de jaren 30 tijdservaring bij patiënten onderzochten. Zij beschreven dat er meer soorten tijd zijn dan alleen de kloktijd. Zo is er ook de wereldtijd zoals dag en nacht en eb en vloed, de beleefde tijd en de innerlijke levensgeschiedenis. Ik was op dat moment mantelzorger en merkte dat de visie uit die boeken over tijdsbeleving meer overeenkwam met mijn ervaringen dan de hulp die op dat moment vanuit de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) werd aangeboden. Ik begon er meer boeken over te lezen en maakte het ‘t onderwerp van mijn masterscriptie.”
“Na mijn masterscriptie wilde ik verder met het onderwerp tijdservaring bij patiënten en wilde er een proefschrift over maken. Ik bedacht dat ik dat met behulp van muziek beter kon onderzoeken. Ik had de moeilijke inhoud uit die boeken eerder al verwerkt achter mijn piano. Dat is voor mij logisch, want het thema tijd is veel makkelijker te vangen in muziek, omdat dat bestaat bij de gratie van de tijd. Mijn moeder is zangeres en mijn opa en oma zijn kerkmusici en zij hebben mij opgevoed met het idee dat muziek en kunst mensen wezenlijk kunnen helpen.

“Het bleek heel ingewikkeld om voor een proefschrift zo’n interdisciplinair onderzoek georganiseerd en gefinancierd te krijgen - dat heeft jaren geduurd. Ik word nu begeleid vanuit het UMC Utrecht, de UU en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en hoop halverwege dit jaar mijn proefschrift te verdedigen. Samen met patiënten van de gesloten afdelingen psychiatrie van het UMC hebben we een muziek geschreven. Ik ging daar achter de piano zitten en de patiënten konden ervoor kiezen om te helpen met componeren. Samen luisterden we naar de akkoorden en daar raakten we over in gesprek. Ik vroeg bijvoorbeeld: Wat is er voor jou nodig om een zelfhelend persoon te worden? Welke klanken heb jij nu nodig? Wat komt overeen met jouw ervaringen? Automatisch ging mijn hand naar een bepaalde klank en de patiënten reageerden daar dan op. Ze werden soms heel emotioneel omdat ze zich heel erg herkend voelden in de klanken.
“Als we patiënten vragen om terug te kijken op hun eigen genezingsproces, dan omschrijven ze bijna allemaal een ontwikkeling van een vastzittende tijd naar het krijgen van toekomstperspectief. Dat proces gaat niet geleidelijk, maar via turning points. We onderzoeken of kunst een rol kan spelen in het versnellen van dat proces. Met muziek kun je mentale ruimte creëren waar mensen hun zelfhelend vermogen kunnen aanspreken. Wat we straks opleveren is een serie composities, een methodiek voor het uitvoeren van publieksparticipatie in wetenschappelijk onderzoek met behulp van kunst, een vragenset voor hulpverleners en natuurlijk ook een stuk tekst: het proefschrift.

“Mijn onderzoek maakt vaak discussie los: wat is de waarde hiervan voor de wetenschap? Mag jij wel met patiënten werken en welke rol heb je dan? Ben je nog wel een echte componist? Een academische carrière is erg gestoeld op het publiceren van artikelen, maar die leiden niet altijd tot maatschappelijke verandering of impact. Ik kies er dus voor om een academische carrière op te bouwen met andersoortige producten, zoals muziekcomposities, methodieken om met het publiek in gesprek te gaan en co-creatie met patiënten. Tegelijkertijd wil ik dat die producten wetenschappelijk goed onderbouwd zijn, omdat dat het onderzoek validiteit geeft. We zijn bezig een vervolg op te zetten waarbij het lijdensverhaal, de passie, centraal komt te staan en dat willen we combineren met lichaamsgerichte therapie, gericht op ritme en beweging. Ik wil heel graag maatschappelijk relevant werk doen, het liefst op het grensvlak van wetenschap, zorg en kunst, maar de meeste inspiratie haal ik uit de interactie met patiënten.”
Stefan Rüdiger: ‘Creativiteit is de basis van de wetenschap’
Stefan Rüdiger is hoogleraar Protein Chemistry of Disease bij de Universiteit Utrecht. Hij studeerde Scheikunde aan de Duitse Heidelberg University en deed promotieonderzoek aan Freiburg University. Na een postdoc aan de Engelse Cambridge University startte hij in 2004 een eigen onderzoeksgroep op het gebied van eiwitchemie aan de Universiteit Utrecht.

“De eerste keer dat ik ‘wetenschap’ ging schilderen was in 2018, toen een aio van mij promoveerde. Ik schilderde het molecuul waar zij aan gewerkt had, en verwerkte daarin enkele persoonlijke features, zoals haar hoge hakken en rood haar. Mijn tweede schilderij kwam op de cover van het toptijdschrift Molecular Cell. We hadden een artikel ingediend over de werking van ‘chaperonnes’, een soort eiwitmachines die een belangrijke rol spelen in het vouwen van eiwitten in het lichaam. Als dat niet goed gaat, ontstaan er eiwitophopingen waardoor ziektes zoals Alzheimer en Parkinson kunnen ontstaan. Deze chaperonnes zijn alleen in de eerste ‘red hot phase’ actief, daarom heb ik het eerste deel van het proces knalrood geverfd. Chaperonnes geven het vouwen van het eiwit alleen in het begin een zetje, daarna gaat het proces vanzelf verder. Ik was verbaasd dat het was gelukt om op de cover te komen. Het is al lastig om met een artikel in zo’n tijdschrift te komen, laat staan met een coverafbeelding.

“Waarom een mens besluit op een dag te gaan schilderen? Ik weet het gewoon niet. Het is ook alweer 25 jaar geleden dat ik begon met het schilderen van water en boten. Ik ben geboren in Hamburg en ben opgegroeid met zeilen, misschien waren water en boten daarom lang een thema voor mij. Inmiddels is het traditie dat ik bij een belangrijke gebeurtenis van een collega, zoals een promotie, oratie of afscheid, een schilderij voor die persoon maak. Als ik aan deze persoon en zijn of haar werk denk, hoe kan ik dan een aspect daarvan op het doek overbrengen? Ook heb ik al meerdere schilderijen over het scheikundig proces gemaakt die op de poster van een conferentie kwamen. Ik heb een tentoonstelling in Galerie Waterbolk in Utrecht gehad en dit najaar is mijn werk in Regensburg in Duitsland te zien. Ook doe ik dit voorjaar mee aan I Art My Science van de Universiteit Utrecht, het UMC Utrecht, de graduate school of life sciences en De Nieuwe Utrechtse School.
“Voor mijn oratie in oktober 2023 heb ik al het beeldmateriaal geschilderd, er was geen enkele tabel, grafiek of animatie te zien. Centraal in het grootste schilderij staan de eiwitophopingen, maar ook ‘fibril paint’. Dat is een kleurstof die je kunt aanbrengen en die zich hecht aan de eiwitophopingen. Daarmee kunnen we de ophoping herkennen onder de microscoop, en wellicht kunnen we deze kleurstof in de toekomst koppelen aan een eiwit dat de ophopingen laat afbreken. Het is nog altijd een groot vraagstuk waarom je Alzheimer niet krijgt als je 30 bent, maar in de meeste gevallen pas als je ouder bent. Waarom werken de chaperonnes dan niet meer? We hopen daar meer inzicht in te krijgen.

“Met mijn schilderijen van water en boten wil ik sfeer en gevoel overbrengen, maar met mijn schilderijen over wetenschap wil ik iets anders uitdrukken. Je kunt een heel complex proces abstract neerzetten en zelf bepalen waar je de nadruk op wilt leggen. Je laat meer aan de verbeelding over. Zoiets kun je met een PowerPointpresentatie nooit doen. Wetenschap en kunst zijn allebei gebaat bij creativiteit. Je doet iets wat nog niet eerder bestond, en dat is ook de basis van de wetenschap. Wat maakt dat jij een gedachte krijgt die nog niemand eerder heeft gehad? Dat ontstaat niet door alleen maar meer literatuur te lezen of onderzoek te doen. Natuurlijk moet je literatuur lezen, maar des te meer je leest, des te minder creatief je wordt. Creativiteit is out-of-the-boxdenken. Daar kan kunst bij helpen.”
Toelichting gasthoofdredacteur Henk Kummeling
Deze week staat in het teken van het afscheid van rector Henk Kummeling. Vanwege zijn vertrek als rector is hij deze week gasthoofdredacteur van DUB. Hij heeft alle hoofdverhalen van deze week bedacht. De redactie van DUB is met zijn ideeën aan de slag gegaan. Waarom wilde Kummeling een verhaal over wetenschap en kunst?
"Wetenschap en kunst putten uit dezelfde bron: verbeelding en creativiteit. De link tussen kunst en wetenschap heb ik daardoor altijd een zeer logische gevonden. Samenwerkingen tussen kunst en wetenschap leiden keer op keer tot een interessante zoektocht en tot de meest verrassende en inspirerende resultaten. Maar wat ook belangrijk is, is dat kunst vaak veel meer zeggingskracht heeft dan wetenschap. Via kunst kunnen we de wetenschap op een veel indringender manier naar de samenleving brengen. We kunnen onze wetenschappers daarin nog meer stimuleren via onze activiteiten op het gebied van Erkennen & Waarderen.
Susanna en Stefan maken in dit verhaal invoelbaar hoe kunst hen verder helpt als wetenschapper. Maar ook hoe ze via hun wetenschappelijke werk weer nieuwe inspiratie krijgen voor de kunst. Zoals Stefan het zo mooi zegt: “Creativiteit is out-of-the-boxdenken. Daar kan kunst bij helpen. En daar heeft de wetenschap vervolgens ook weer profijt van."