Medezeggenschap slagvaardiger door beter overleg en nauwere samenwerking
Stroperigheid van de organisatie, overvolle agenda’s en verschil van inzicht. De vernieuwing van de medezeggenschap aan de UU blijft een zaak van lange adem. “Terwijl we de wind mee hebben.” Instemmingsrecht op de begroting gaat nu al spelen. Een taskforce moet zorgen voor enige slagkracht.
Een vernieuwing van de medezeggenschap aan de universiteit is nodig. Daar geloven huidig voorzitter van de Universiteitsraad Fred Toppen en voormalig voorzitter Matthias Jorissen in. Dat het allemaal niet zo vlotjes gaat, nemen ze op de koop toe, hoewel ook zij weten dat het nu het moment voor verandering is.
De medezeggenschap lijdt al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw aan erosie. In die tijd werd een wetswijziging doorgevoerd die de bevoegdheden van de medezeggenschap danig inperkte. Raadsleden kregen het imago nog geen deuk in een pakje boter te kunnen slaan en met name studenten laten het massaal afweten bij universitaire verkiezingen. Zelfs nu, nu heel hoger onderwijsland roept om een grotere democratisering, was de opkomst bij de afgelopen verkiezingen een teleurstelling.
Vorig jaar – ver voor de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam - kwam Toppen met een actieplan om de medezeggenschap aan de UU nieuw leven in te blazen. Om het proces te versnellen sloot Matthias Jorissen zich later bij hem aan. Samen trekken ze nu de volgende fase van het project Sofokles (pdf). Onlangs presenteerden ze het plan van aanpak (pdf) om de verschillende raden binnen de universiteit een sterkere stem en meer bekendheid te geven.
Meer instemmingsrecht op hoofdlijnen begroting
Ze hebben het tij mee. Onderwijsminister Bussemaker heeft ervoor gezorgd dat de medezeggenschap vanaf 2016 instemmingsrecht krijgt op hoofdlijnen van de begroting. Het College van Bestuur heeft een voorstel (pdf) geformuleerd hoe die instemming er in Utrecht uit moet zien en voor welke zaken de instemming precies geldt. Dat gaat nu al spelen, omdat deze maand de kaderbrief, de voorlopige verdeling van het geld, voor 2016 aan de orde is. Over de universitaire begroting van 2016 mag de U-raad eind dit kalenderjaar al meebeslissen.
Het College van Bestuur stelt voor om de faculteit instemmingsrechting op de begroting op hoofdlijnen te geven. Maar volgens het college moeten de facultaire raden nog een jaar wachten, tenzij ze denken er dit jaar al klaar voor te zijn. De facultaire begrotingen moeten namelijk al maanden eerder klaar zijn waardoor de nieuwe faculteitsraden krap tijd hebben om een goed oordeel te vellen over de begroting.
Ideeën genoeg, nu aan de slag
Wat Toppen en Jorissen willen is de medezeggenschap – van opleidingscommissie tot U-raad en lokaal overleg – slagvaardiger maken door ze meer te laten samenwerken. Het delen van kennis maakt dat niet elke raad het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Bovendien kunnen raden elkaar op die manier versterken. Wat geen facultaire zaak is, kan doorgespeeld worden naar de U-raad en vice versa, is het idee.
Niet alle raden lijken gecharmeerd van het idee informatie uit te wisselen. Het delen van elkaars vergaderstukken vormt al een probleem, zegt Toppen. “Er is een praktisch probleem en er is een principieel verschil van mening over de openbare status van sommige stukken.”
Vergaderstukken delen vindt niet elke raad wenselijk
Het praktische probleem lijkt makkelijk te tackelen. Om alle stukken op een site te krijgen, moeten stukken op een bepaalde manier worden aangeleverd. “Daar moet moeite voor worden gedaan en dus tijd voor worden vrijgemaakt. Maar helaas gaat dat heel langzaam.”
Het principiële punt komt neer op een verschil van inzicht over de rol van de medezeggenschap. Vergaderstukken van dienst-, faculteitsraden en van de U-raad, zegt Toppen, zijn openbaar, tenzij ze gaan over personen. Sommige raden zien hun rol anders en willen op een vroeg moment al meepraten over nieuw beleid in de faculteit en krijgen daarvoor stukken ter inzage die niet rijp voor de openbaarheid zijn, zeggen ze. Deze raadsleden zeggen daardoor meer invloed op het beleid te kunnen uitoefenen.
Het is een discussie, zegt Toppen. “Wil je als raadslid meebesturen of wil je controle uitoefenen op het bestuur? Ik ben van mening dat de medezeggenschap er is om het bestuur te controleren, niet om mee te besturen. Als jij als medezeggenschapper het beleid hebt helpen vormgeven, hoe kun je er dan nog kritisch op zijn?”
Jorissen ziet dit gedrag ook telkens voorkomen bij de studenten van de U-raad. “Studenten willen graag aan de knoppen zitten. Ze zien een jaar in de U-raad echt als een bestuursjaar en willen in die tijd veel bereiken. Ze hébben er ook veel tijd voor: vier dagen per week. Dan kun je diep op de zaken ingaan.”
Plannen op de rails
In het plan van aanpak blijken nog vele wensen in de kinderschoenen te staan. De compensatieregeling bijvoorbeeld. Deze is voor personeelsleden in een medezeggenschapsraad niet eenduidig. Het ene raadslid krijgt meer tijd vergoed voor het raadswerk dan een raadslid van een andere faculteit. Als het goed is, zijn die verschillen verdwenen aan het begin van het nieuwe academische jaar.
Ook moet nog steeds meer bekendheid worden gegeven aan het raadswerk en moet de band met de achterban beter vormkrijgen via bijeenkomsten en sociale media. Toppen: “Er zijn op dit vlak wel stappen gemaakt, maar het kan altijd beter. Punt is dat we ook niet veel budget hebben om bijvoorbeeld veel publiciteit te geven aan ons werk of bijeenkomsten te organiseren.”
Eén project op dit vlak is de medezeggenschapswijzer: een wijzer waarin rechten en plichten van raden en bestuurders staan. Aan dit plan werkt ook studentenbelanggroep Vidius mee.
Hoog op de wensenlijst staat het inwerkweekend voor alle raadsleden. “Dat willen we al heel lang”, zegt Toppen, “maar stuit op bezwaren van sommige faculteiten en diensten die denken dat er in zo’n weekend te weinig aandacht is voor de lokale onderwerpen.”
Het voordeel van een gezamenlijk weekend is volgens het duo dat je veel tijdwinst boekt doordat experts in één keer alle raadsleden over een onderwerp kunnen bijpraten. “De begroting waarop we dus instemmingsrecht op hoofdlijnen krijgen, leent zich daar bijvoorbeeld uitstekend voor.”
Meer overleg tussen de verschillende raden is goede zaak
Gelukkig zijn er ook plannen die wel tot uitvoering komen. “Het is gelukt om een regelmatig overleg op te zetten voor alle voorzitters van alle raden. Het werkt in onze ogen ook goed. Het zorgt voor minder stroperigheid en meer slagkracht door onderwerpen in het juiste medezeggenschapsorgaan te bespreken.”
En dan zijn er natuurlijk nog de verse actiegroepen Rethink UU en de Nieuwe Universiteit Utrecht die onder meer ageren tegen het rendementsdenken. “Natuurlijk praten wij ook met deze groepen. Het is niet de bedoeling dat we in elkaar opgaan. Deze groepen kunnen op een andere manier omgaan met dingen die ze niet zinnen bij de universiteit. Je hebt elk een eigen rol. Dat zij hun dwarse karakter houden, is prima.”
Taskforce medezeggenschap
Om enige druk achter de gewenste veranderingen te zetten, is een taskforce opgericht van beleidsmedewerkers en leden van verschillende medezeggenschapsraden. Zij kwamen de afgelopen maanden enige keren bijeen. De voornemens van deze taskforce worden in de komende vergadering van de Universiteitsraad op 22 juni 2015 besproken. Een van de eerste aandachtspunten is om een goede website op te tuigen waar alle medezeggenschapsraden op te vinden zijn.