DUB-panel reageert op opiniestuk UU-studenten

Moeten we het bedrijfsleven weghouden van onze studenten?

Bedrijvenmarkt
Foto: DUB

“Grote advocatenkantoren, consultancybureaus, en andere bedrijven hebben te veel invloed op de universiteit”, stelden masterstudent Rechtsgeleerdheid Douwe de Lange en masterstudent Wiskunde en Filosofie Alex Fleuren begin januari in de Volkskrant

Vooral studies als Rechten en Economie zouden daardoor zijn ‘vercommercialiseerd’. “Al vanaf het eerste jaar worden studenten overspoeld door gladde recruiters, goodiebags, en luxe lunches.”

Volgens Douwe en Alex azen veel studenten op goedbetaalde “bullshitjobs” terwijl de wereld te maken heeft met grote problemen die om oplossingen smeken. Een verspilling van talent, vinden ze. 

De twee pleiten ervoor om commerciële ondernemingen niet langer in contact te brengen met opleidingen en studenten. Bovendien zouden universiteiten veel vaker ‘liberal arts onderwijs’ moeten aanbieden, zoals zij dat zelf kregen tijdens hun bachelor aan het University College Utrecht.

Slimme schapen
In Elsevier Weekblad noemde columnist Liesbeth Wytzes het pleidooi tegen onzinbanen “een onzinbetoog”. Twee studenten die zelf een dure en elitaire opleiding hadden kunnen volgen, voerden volgens haar “een domme hetze” tegen het bedrijfsleven die de wereld niet verder zal brengen. 

Maar de UU-studenten geven in hun opiniestuk aan niet alleen te staan. Ze verwijzen naar UU-alumnus en publicist Rutger Bregman die een gebrek aan morele ambitie bij jonge hoogopgeleiden ziet

En ze noemen auteur Roxane van Iperen die een essay schreef over de hoge middenklasse die vooral bezig is met het in stand houden van de eigen bevoorrechte positie. ‘De Zuidas zit vol slimme schapen’, zei zij in het Financieel Dagblad. Het was een verwijzing naar Excellent Sheep, een boek over Yale-studenten die precies weten hoe ze hogerop moeten komen, maar geen kritisch denkvermogen hebben. 

Op DUB trok rechtendocent Tony Barshini in 2022 ook al aan de bel over de focus op cv-building bij zijn studenten. Ook voor hem was de Zuidas een mikpunt. Beginnende rechtenstudenten staan daar volgens hem “binnen drie weken broodjes zalm te happen”. 

Wij legden de leden van ons DUB-panel per mail de stelling van de twee UU-studenten voor: 
‘Het bedrijfsleven moet worden geweerd van de campus’

NEE, reageert, masterstudent Cancer, Stem Cells & Developmental Studies Sterre van Wierst.
“Studenten zullen na hun studie sowieso de arbeidsmarkt opgaan. Je kunt als universiteit dan beter een voorbeeld geven door bedrijven aan te trekken die een moreel kompas hebben. In mijn discipline zie ik voldoende variatie aan bedrijven en geen opmerkelijk grote boosdoeners die alleen willen kapitaliseren op de mens en maatschappij. 

“Ik begrijp heel goed dat sommigen de deur willen dichtgooien voor bedrijven zoals Shell. Die laten onvoldoende zien dat zij bezig zijn met een groene energietransitie terwijl ze veel schade berokkenen aan de wereld. Mij lijkt het terecht dat dat soort bedrijven niet welkom is op een universiteit wanneer er andere bedrijven zijn die wel bezig zijn met vergroenen. 

“Ik zucht overigens altijd een beetje wanneer het gaat over het gebrek van morele ambitie van studenten. Is het aan de universiteit om hen te inspireren of waren zij al verpest voordat ze aan hun studie begonnen? Is het groepsgedrag en cultuur op een opleiding om weg te sturen van moraliteit en te focussen op knaken verdienen? Ik weet het niet. En al ga je bedrijven weren: studenten zetten wel hun eigen vereniging/stichting/bestuur op die gesponsord wordt door dergelijke bedrijven… dat doen ze nu ook al.”

JA, zegt filosoof Floris van den Berg
“Ik vind dat de universiteit een intellectuele vrijplaats moet zijn en dat de campus vrij van invloed van het bedrijfsleven moet zijn. Op de universiteit moet er ruimte zijn voor brede ontwikkeling en Bildung. De universiteit is geen beroepsopleiding (behalve bij geneeskunde en farmacie); dat is een verschil met het hbo. 

“Nadenken over de ethiek en duurzaamheid van het huidige economische systeem dient alle ruimte te krijgen. De universiteit moet niet voorsorteren op het economisch paradigma van het bedrijfsleven. Onafhankelijkheid in onderzoek en onderwijs zijn van fundamenteel belang. Sponsoring door bedrijven van studie- en studentenverenigingen vind ik ook ongewenste inmenging. 

“Met een iets andere interpretatie van de stelling zou ik willen toevoegen dat de catering en de schoonmaak ook niet aan het bedrijfsleven uitbesteed zou moeten worden. Schoonmakers zijn momenteel geen collega’s en maken geen deel uit van de universitaire gemeenschap. Een universiteit die inclusiviteit hoog in het vaandel heeft, laat hier een steek vallen. Niet het economische denken, maar fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, collegialiteit, gemeenschapsgevoel en kwaliteit van diensten zijn belangrijk.”

NEE, mailt onderwijswetenschapper Casper Hulshof
“Ik denk dat 'cv-building' in bepaalde studies wel een rol speelt, maar bij studenten sociale wetenschappen niet zo zeer. Ik heb er nog nooit iets van gemerkt in ieder geval. We ontvingen afgelopen week werknemers uit het bedrijfsleven die over hun werk als onderwijskundige binnen hun organisatie spraken. Zelf zat ik bij een sessie van ASML bijvoorbeeld. Daar kun je als student meteen een stage regelen, bijvoorbeeld - maar dat is gewoon leuk en handig.”

NEE, vindt innovatiewetenschapper Frank van Rijnsoever
“Veel studenten komen uiteindelijk toch terecht in het bedrijfsleven in hun latere carrière, dus het is goed als ze vooraf een beeld hebben van wat dat inhoudt. Daarnaast kunnen bedrijven het onderwijs verrijken met kennis, inzichten en ervaringen die wij als universiteit niet kunnen bieden. 

“Het aantal recruiters of de invloed van grote bedrijven valt bij onze opleidingen over innovatie en duurzame ontwikkeling wel mee. Studenten vinden het bovendien prettig om arbeidsmarktoriëntatie te krijgen, dus ik heb er niet veel moeite mee. Maar dit geldt wel vrij specifiek voor ons departement, waar studenten maatschappelijke verantwoordelijkheid ook hoog in het vaandel hebben staan.

“We zouden als universiteit misschien wel wat kritischer kunnen zijn over wat voor organisaties, en wat voor banen we onder de aandacht van studenten laten brengen. Een baan als consultant is dan niet op voorhand verkeerd. Consultants kunnen echt een bijdrage leveren aan een verbetering van besluitvorming in de publieke en de private sector en voor net-afgestudeerden biedt zo’n baan de mogelijkheid je verder te oriënteren op wat je wilt doen. Maar we zouden ons misschien wel moeten afvragen hoe we de vraag naar externe consultants kunnen beperken. Er is nu wel erg veel vraag naar consultancy, zeker vanuit de publieke sector.” 

Advertentie