Nederlanders en internationals: twee aparte werelden?
“Internationalisering staat hoog op de agenda van de Universiteit Utrecht”, zei rector Henk Kummeling in 2019. In het Strategisch Plan stelt de UU dat iedereen zich welkom en thuis moet voelen aan de universiteit. Het aantal internationale studenten is het afgelopen jaar weer gegroeid. In totaal telt de UU 3.251 internationale studenten op een totale studentenpopulatie van 30.000. Op dit moment zijn zes van de vijftig bacheloropleidingen uitsluitend in het Engels gegeven. Daarnaast zijn er zeven bacheloropleidingen die de optie bieden om het programma volledig in het Engels te volgen. Van de meer dan 150 masteropleidingen zijn er 103 Engelstalig en 14 meertalig.
“Bijna alle respondenten vinden dat er een kloof is”, zegt de Australische Alexander Buse. Samen met zijn medestudenten Elzbieta Janusauskaite uit Litouwen en de Nederlandse Koen Willemen van de opleiding Philosophy, Politics & Economics heeft hij de enquête Bridging the Divide Between International and Dutch Students @ Utrecht University opgezet. Tot nog toe hebben 32 studenten gereageerd, van wie 53 procent uit Nederland komt en de andere respondenten uit het buitenland. Met het onderzoek wil het trio tot op de bodem uitzoeken waar de sociale kloof door wordt veroorzaakt. De enquête kan nog steeds worden ingevuld. Hoewel de steekproef tot nog toe niet representatief is voor de hele UU-gemeenschap, zijn de voorlopige resultaten veelzeggend. Ze sluiten ook aan bij de bevindingen van de meest recente International Student Survey, waaruit blijkt dat 76 procent van de internationale studenten in Nederland meer interactie met Nederlandse studenten zou willen.
In de PPE-enquête erkent ruim 73 procent van de internationale respondenten en 82 procent van de Nederlandse respondenten het bestaan van de sociale kloof tussen de twee groepen. Van hen ervaart 80 procent van de internationals en 70 procent van de Nederlanders de kloof als een probleem. “Bijna 60 procent van de Nederlandse respondenten had geen internationale vrienden en 82 gaf aan amper internationale vrienden te hebben. Ter vergelijking: 80 procent van de internationale studenten verklaarde dat bijna al hun vrienden internationals waren. Het is dus duidelijk dat er een grote segregatie bestaat”, zegt Elzbieta. “Sommige van mijn vrienden vinden het raar dat ik internationale vrienden heb”, zegt een Nederlandse respondent.
Tekst loopt door onder illustratie
Screenshot van een kameradvertentie op Facebook
Als gevolg daarvan, zegt meer dan de helft van de internationale respondenten zich buitengesloten of gediscrimineerd te voelen. Huisvesting werd genoemd als een groot probleem. In onlinne advertenties waarin huisgenoten worden gezocht staan vaak de woorden "no internationals". Dit resultaat sluit opnieuw aan bij de International Student Survey, waarin 57 procent van de ondervraagden aangaf gevoelens van discriminatie te hebben op het gebied van huisvesting. Iets soortgelijks komt ook voor bij groepsopdrachten. “In één van mijn werkgroepen schreven Nederlandse studenten tijdens het aanmelden voor groepsprojecten ‘graag alleen Nederlandse studenten’ boven hun groep”, deelt een van de respondenten. Daarentegen zei ruim 90 procent van de Nederlandse respondenten ‘nee’ op de vraag of ze zich ooit buitengesloten hebben gevoeld aan de UU.
Verhaal gaat verder onder de infographic
Infographic gemaakt door Elzbieta, Alexander and Koen.
Taalbarrière
Maar wat veroorzaakt deze kloof precies? Taal staat bovenaan de lijst van redenen, genoemd door 93 procent van de internationals en 82 procent van de Nederlanders in de PPE-enquête. “Het niveau van mijn Engels is helaas niet zodanig hoog, dat ik makkelijk een gesprek kan voeren met een internationale student”, legt een Nederlandse student uit. “Als iedereen dezelfde taal spreekt, zorgt dat voor een band”, zegt een ander. “Taalverschillen maken het lastiger om met elkaar om te gaan”, stelt een derde. Een internationale respondent redeneert dat Nederlanders de neiging hebben om grappen te maken die gestoeld zijn op hun eigen taal en cultuur. De buitenlander die ze niet begrijpt wordt minder snel in de vriendengroep opgenomen, zegt de respondent.
Hoewel het PPE onderzoek zich richt op het sociale aspect, hebben sommige internationale respondenten het gevoel dat hun gebrek aan kennis van de Nederlandse taal in de collegebanken ook een hindernis is. Eén van de internationale respondenten zegt: “Mensen stellen in het Nederlands vragen over de stof in een Engelstalige cursus en krijgen dan van de docent ook nog eens antwoord in het Nederlands”. Een ander klaagde dat aanvullende informatie of uitleg bij de vragen vaak in het Nederlands wordt gegeven, niet in het Engels. Voor de Nederlandse studenten is het soms irritant dat ze hun moedertaal niet mogen gebruiken in de klas. “Het is vervelend als je een les in het Engels moet volgen, omdat er twee internationals zitten in een groep van honderd studenten.”
Voor veel buitenlandse studenten is het frustrerend om te beseffen dat het feit dat ze geen Nederlands spreken een belemmering kan zijn voor hun studentenleven. “Bij een aanmelding bij de UU, gaan we ervan uit dat Engels voldoende is. Maar in werkelijkheid is je integratie erg beperkt als je geen Nederlands spreekt”, zegt Andreia Duque, één van de eerste twee internationale studenten die vorig jaar voor de universiteitsraad werden gekozen. Ze vindt dat de universiteit niet transparant genoeg is over deze situatie.
“Als studenten naar Spanje, Frankrijk of Zuid-Amerika gaan, weten ze van tevoren dat ze de taal moeten leren”, zegt Michiel Dijkman, Lid van het Managementteam bij Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het onderwijs. “Maar omdat Nederland een klein land is met 17 miljoen inwoners en het aantal mensen dat Engels als tweede taal spreekt hoog is, gaat men ervan uit dat er geen taalbarrière zal zijn”. Maar “alleen omdat iemand een bepaalde taal spreekt, betekent niet dat diegene dat de hele tijd wil doen”, zegt Jan ten Thije, hoogleraar Interculturele Communicatie.
Het bestuur van de Universiteit Utrecht laat de Engelse taal hoort bij een internationale onderwijs- en onderzoeksinstituut zoals de UU. Dat betekent dat studenten soms uit hun comfort zone moeten treden in bijvoorbeeld internationale vakken. Door alleen met Nederlandse studenten te willen samenwerken lopen ze ervaringen mis. Dit is niet alleen jammer voor alle betrokken studenten maar ook ongewenst. Komt uitsluiting voor, dan moet dit worden gemeld bij de docent, zegt het bestuur.
Toch zal de universiteit ook het Nederlands handhaven, ook al groeit het gebruik van de Engelse taal. Niet alleen maakt de UU onderdeel uit van de Nederlandse maatschappij, een significant deel van de studenten is Nederlands en gaat in Nederland werken waar het al dan niet ook gemakkelijk is om tweetalig te zijn. Bovendien is de universiteit bij wet verplicht het Nederlands als academische taal te stimuleren.
Medezeggenschap
De taalbarrière kan ook betekenen dat buitenlanders minder inspraak hebben over het beleid van de universiteit. Zo heeft de Universiteitsraad tot het collegejaar 2020-2021 nooit internationale leden gehad. Door de verkiezing van Duque en Nandika Mogha, die destijds niet zo goed Nederlands spraken, moest de universiteit nadenken over een taalbeleid voor de raadsvergaderingen. Er werd overwogen om de vergaderingen in het Engels te doen, zoals ook gebeurt in de faculteitsraad Bètawetenschappen. Uiteindelijk koos de UU voor luistertaal: Nederlandse raadsleden spreken Nederlands spreken en internationale raadsleden Engels – de internationals kunnen eventueel de hulp van een tolk krijgen en notities helemaal of deels in het Engels. Mogha en Duque kregen daarnaast extra lessen Nederlands en alle raadsleden kregen twee workshops over Intercultural Meetings om beter met de tweetaligheid om te gaan. In theorie garandeert dit beleid dat iedereen de taal spreekt die hem het beste ligt. Dit zorgt er ook voor dat de nuances in het debat niet verloren gaan.
Verhaal gaat verder onder de foto
Andreia Duque (l) en Nandika Mogha van de Universiteitsraad. Foto: Ivar Pel
In werkelijkheid gaat het niet altijd even soepel, zo viel te lezen in een opiniestuk die Duque schreef voor DUB over haar ervaring. “Eén jaar is niet genoeg om Nederlands te leren en een niveau te halen dat vereist is om luistertaal toe te kunnen passen.” Ook zei ze dat de functie veel “emotioneel uithoudingsvermogen” vereist van een buitenlandse student. In een volgend gesprek met DUB, voegde ze daaraan toe: "Ik heb het gevoel dat internationals alleen maar worden gehuisvest en verder niet integreren". Ze vreest dat ze zich daardoor niet verkiesbaar stellen voor de U-raad. Het komende jaar zitten er bijvoorbeeld geen buitenlandse studenten meer in deze medezeggenschapsraad, hoewel er wel een aantal internationals in faculteitsraden zijn gekozen.
Dylan van Tongeren, een Nederlandse bachelor student Scheikunde, is lid van de faculteitsraadraad van Bètawetenschappen. Hij vindt dat de vergaderingen in het Engels soepel verlopen omdat het taalniveau van de leden hoog genoeg is. “Ik kan geen enkel geval bedenken waarin Engels een probleem was. Mijn ervaring is dat je studenten en medewerkers goed kan vertegenwoordigen in een tweede taal. Iedereen schakelt makkelijk van Nederlands naar het Engels, dus vergaderen in het Engels is geen probleem”. Net als Andrea is hij voorstander dat er in het Engels vergaderd moet worden. Of dit dan geen belemmering vormt voor een aantal UU’ers die het Engels niet of minder goed beheersen, zegt hij dat als de UU internationaal mee wil doen, ze moeten accepteren dat Engels geleidelijk de lingua franca wordt, “en de raad is daar een cruciaal onderdeel van, want zo kan de universiteit beter worden”.
Het onderzoeksproject Meertaligheid & Participatie (M&M) is in het leven geroepen om het experiment van de U-raad te volgen en onderzoek te doen naar andere vormen van meertaligheid, met als doel de beste oplossingen voor medezeggenschapsorganen in kaart te brengen. “Deelname aan deze instanties draagt eraan bij dat internationale studenten zich verbonden voelen met de Nederlandse academische wereld. Ook leren ze Nederlandse studenten kennen in de partijen en de raad”, zegt Kimberly Naber, trainer Intercultural Awareness aan de UU, die betrokken is bij het onderzoek. Samen met Ten Thije heeft ze een reactie geschreven op het opiniestuk van Duque, waarin ze stellen dat de UU een manier moet vinden om zowel Engels als Nederlands te gebruiken in de raad.
Als tweetalige universiteit staat de UU voor een aantal organisatorische uitdagingen, zegt de UU. Een werkgroep taalbeleid buigt zich over de verschillende vragen die tweetaligheid oproept. In de herfst komt het bestuur met een voorstel die in de Universiteitsraad besproken zal worden. Ook komt er in augustus een projectmanager die zich buigt over het warme welkom voor internationals en een aantal bestaande problemen probeert te tackelen.
Verhaal gaat verder onder de foto
Jan ten Thije. Photo: Didi van Zoeren,
Andere redenen
Taal is niet de enige reden voor de tweedeling. Nederlandse studenten uit andere steden verhuizen vaak niet naar Utrecht. “Hun sociale leven is elders”, legt Ten Thije uit. “En studenten die in Utrecht geboren en getogen zijn hebben ook al een eigen sociaal leven in de stad. Ze hebben geen behoefte om internationale vriendschappen op te zoeken.”
Een andere belangrijke factor is hoe lang de internationale student in Nederland blijft. Naber: “Er is een verschil tussen studenten die naar Utrecht komen voor een hele bachelor of alleen een semester. Internationals worden niet afgewezen door studentenhuizen omdat ze uit het buitenland komen, maar omdat ze hier niet lang blijven.”
Maar ook internationale studenten kunnen het eng vinden kan om hun comfortzone te verlaten, zegt Naber. "Ook voor hen kan het prettig zijn om in een bubbel te blijven waar iedereen een soortgelijke ervaring heeft." Omdat ze naar het buitenland gaan voor hun studie, wordt er vaak aangenomen dat internationale studenten ruimdenkende mensen zijn. Dat is in de basis waar, maar openheid kent ook gradaties.
“Ja, de kloof bestaat en het is een probleem. Maar het is geen specifiek Nederlands probleem”, zegt Jan ten Thije, die zelf in het buitenland heeft gewerkt. Hij heeft zes jaar in Duitsland gewoond, waar hij in een internationale omgeving lesgaf. “Onze buurlanden lopen ook tegen dezelfde problemen aan. Nederlandse studenten die in het buitenland gaan studeren, hebben vaak dezelfde ervaring: ze ontmoeten meer internationals dan locals”.
“Misschien moet de UU duidelijker communiceren dat Engels voldoende is om de opleiding te volgen, maar dat leren gebeurt niet alleen tijdens de colleges. Het gebeurt ook buiten; in de samenleving, clubs, verenigingen en dergelijke, waar de meeste mensen Nederlands spreken”, merkt Ten Thije op.
Een internationale respondent van de PPE-enquête merkt op dat de verenigingen ook onderdeel van het probleem kunnen zijn: “Ik heb het gevoel dat internationals zich in sommige gevallen niet geaccepteerd voelen en zich ook gekleineerd voelen door de Nederlanders en hun verenigingen, dus een automatische reactie zou zijn om ze niet aardig te vinden.”
Volgens de hoogleraar kunnen studentenverenigingen juist een belangrijke rol spelen om de twee groepen samen te brengen. Studentenorganisaties kunnen subsidie krijgen om te internationaliseren zoals het opzetten van een Engelstalige versie van hun website. Ook kunnen ze meer geld krijgen als ze activiteiten organiseren waarbij internationals worden betrokken. Komend jaar komt er ook weer een training hoe verenigingen kunnen internationaliseren.
Verhaal gaat verder onder de illustratie
Wat internationale studenten kunnen doen
Wat kunnen we dan doen om de muur af te breken? Dijkman raadt internationale studenten aan om voor en tijdens hun studie Nederlands te leren, ongeacht hoelang ze hier zullen blijven. Basiskennis van de taal is nuttig niet alleen op school, maar ook in de supermarkt, winkels en dergelijke. Probeer daarnaast zoveel mogelijk over de cultuur te leren, want kennis over de geschiedenis van het land en de samenleving kan helpen onrealistische verwachtingen te voorkomen. Het maakt het ook makkelijker om te begrijpen waarom Nederlanders zich op bepaalde manieren gedragen.
De UU biedt de gratis online cursus Getting to Know (the) Dutch aan voor internationale studenten die het volgende semester beginnen aan de UU. Ook heeft ESN een ‘pre-departure’ mentorprogramma. Naast de website Study in Holland, raadt Dijkman aan om het Instagram-account van Nuffic te volgen. Dat wordt wekelijk overgenomen door buitenlandse studenten die hun ervaringen delen. Platforms gericht op expats, zoals I am Expat, Expatica en Dutch News kunnen ook nuttig zijn.
Eenmaal in Nederland kunnen studenten deelnemen aan verschillende cursussen Nederlands. ENS biedt ze aan en in het Language Café kan de spreekvaardigheid worgen geoefend. De UU werkt ook samen met taalschool Babel waar UU’ers korting krijgen.
Wat Nederlandse studenten kunnen doen
Ook Nederlandse studenten zouden beter hun best kunnen doen, om de contacten met internationals te verstevigen, zegt Dijkman van Nuffic. Dat levert voor hen ook voordelen op als ze de arbeidsmarkt opgaan, zegt hij. Hij roept daarom op de kans te grijpen om vaker Engels te spreken en met mensen uit andere landen in contact te komen, ook al voelt het in het begin nog ongemakkelijk. “Als je CEO's vraagt naar de competenties van hun toekomstige werknemers, noemen ze altijd interculturele ervaring. In de meeste bedrijven werk je samen met mensen met verschillende culturele achtergronden, maar ook mensen uit andere landen die andere talen spreken. Ook als je voor een klein of middelgroot bedrijf werkt dat alleen in Nederland is gevestigd, zal je leveranciers uit Duitsland, Frankrijk, of China moeten benaderen. Ook komen er veel toeristen en expats naar Nederland, dus het is belangrijk voor Nederlanders een andere taal te spreken en te begrijpen dat mensen met verschillende culturele achtergronden zich anders gedragen”, zegt Michiel van Nuffic. “Er zijn veel verschillen, maar er zijn ook veel overeenkomsten!”
Hij weet precies hoe het voelt om zich niet op zijn gemak te voelen omdat hij een tweede taal moest spreken. “Toen ik begon met mijn studie, die helemaal in het Engels was, was dat niet zo eenvoudig. Het niveau van Engels dat op de middelbare school wordt onderwezen is oké, maar het is geen academisch niveau. Ik vind dat opleidingen zowel in het Nederlands als het Engels moeten worden aangeboden, maar we moeten niet vergeten dat we een kleine handelsnatie zijn”. Ook in samenwerking met Babel biedt de UU vier online cursussen aan voor Nederlandse studenten die hun Engels willen opfrissen.
Wat opleidingen en docenten kunnen doen
Ook opleidingen en docenten kunnen iets doen. In de International Student Survey riepen respondenten universiteiten op om te zorgen voor een diverse groepssamenstelling tijdens groepsopdrachten. Dat is precies wat er gebeurde in de master Intercultural Communication. Jan ten Thije: “Vroeger kozen studenten zelf de groepsleden. Nu doen wij het. We hebben ook een buddysysteem opgezet, waarbij een Nederlander en een buitenlander samenwerken”. Want verrassend genoeg hadden zelfs studenten Intercultural Communication een duwtje in de rug nodig hebben. “Ze zijn enthousiaster dan gemiddeld, maar dat gaat niet vanzelf. De opleiding moet dus zorgen voor een intense samenwerking en hopen dat dit ook buiten zijn vruchten afwerpt”, besluit Ten Thije.
Dijksta is ook fan van buddysystemen. In Utrecht kunnen studenten lid worden van BuddyGoDutch, een studentenorganisatie die internationale studenten koppelt aan Nederlandse studenten. De UU heeft ook een academisch buddyprogramma, vooral gericht op (aanstaande) uitwisselingsstudenten. Wie zich daarvoor aanmeldt kan ook Language Assistant worden.
Wat betreft de woningmarkt: “als studenten ‘geen internationals’ in hun advertenties schrijven, is dat pure discriminatie. Het gebeurt meestal op de particuliere markt, waar verhuurders kiezen aan wie ze willen verhuren, en studentenhuizen zelf een huisgenoot mogen kiezen. Wil de universiteit dit probleem grondig aanpakken, dan moet UU meer studentenkamers creëren, met voorzieningen die vermenging bevorderen”, stelt Ten Thije voor.
Dijkman raadt Nederlandse universiteiten aan om ervaringen met elkaar te delen. “Bij de Universiteit Maastricht, waar ik studeerde, was alles in het Engels. Misschien is de UU meer Nederlands georiënteerd? Ik denk dat universiteiten ook van elkaar kunnen leren. We moeten echt praktische oplossingen vinden. Wat als UU de eerste international in het College van Bestuur zou hebben?”