Verder kijken dan West-Europa en Noord-Amerika
‘Onze studenten moeten de kans krijgen een mondiale blik te ontwikkelen’
Vijf jaar geleden richtte de UU het Utrecht Centre for Global Challenges (UGlobe). Dit om de mondiale betrokkenheid te helpen versterken van onderzoekers, docenten en studenten van de UU. Eind vorig jaar is daar de Global Engagement Commissie bijgekomen. Deze heeft van het universiteitsbestuur de opdracht gekregen om advies te geven over het beleid rondom mondiale betrokkenheid.
Volgens hoogleraar Joost de Laat, voorzitter van de commissie en tevens directeur van UGlobe, heeft de commissie op termijn een belangrijke meerwaarde voor de universiteit. “Mondiale betrokkenheid die verder gaat dan de grenzen van West-Europa en Noord-Amerika zijn essentieel voor excellent onderzoek en onderwijs. 85 procent van de wereldbevolking woont in lage- en middeninkomenslanden. Veel uitdagingen stoppen niet bij onze landgrenzen. Denk aan klimaatverandering, de gevolgen van oorlogen zoals nu in Oekraïne, fake news, democratische inperkingen wereldwijd, vluchtelingenstromen, tekorten aan medicijnen in delen van de wereld met gevolgen voor iedereen, etcetera. Als maatschappelijk betrokken universiteit is het daarom essentieel dat ons onderzoek bijdraagt aan deze grote uitdagingen, en dat we onze studenten de kans geven om zo’n mondiale blik te ontwikkelen.”
Volgens De Laat vereist dat internationale samenwerking, met bijvoorbeeld onderzoekers in Oost-Europa en Afrika. ”En dit vereist ook dat onze studenten in aanraking komen met de verschillende perspectieven en omstandigheden uit verschillende delen van de wereld. Het universiteitsbestuur denkt dat er op deze vlakken nog veel te winnen valt. Als commissie is het onze taak om met ideeën te komen hoe de UU dit verder kan versterken,en daarbij verwelkomen we de input van iedereen.”
Wat betekent global engagement?
De elf leden tellende Global Engagement Commissie bestaat uit docenten, onderzoekers en studenten van verschillende faculteiten. Ze organiseren zelf geen onderzoeksprojecten; ze hebben enkel een adviserende rol over hoe de UU in haar beleid moet omgaan met partners uit het buitenland. Concreet kijken ze in deze eerste fase vooral naar wat de UU nu al kan doen, bijvoorbeeld hoe bestaande financiële middelen - binnen de UU en daarbuiten - beter benut kunnen worden om samenwerkingen binnen onderzoek en onderwijs met partners in het Mondiale Zuiden te versterken, hoe de zichtbaarheid kan worden verbeterd van UU-medewerkers die al actief samenwerken met partners in Afrika, Oost-Europa, Azië, Latijns-Amerika en om de discussie rondom de doelen en vormen van Global Engagement binnen de UU verder te verbreden en te verdiepen. In de komende maanden verwacht de commissie concrete aanbevelingen aan het CvB te kunnen doen.
Op de lange termijn zullen ze zich volgens De Laat met grote vragen bezighouden in de discussie over wat Global Engagement voor de UU zou moeten betekenen. “Wat betekent het voor de vormen van ons onderzoek, onderwijs, en stakeholder engagement om als Universiteit Utrecht daadwerkelijk mondiaal betrokken te zijn? In hoeverre zijn de antwoorden op deze vragen eenduidig voor de universiteit of verschillen ze per faculteit, departement, of strategisch thema?” De commissie gaat perspectieven onderzoeken van een brede groep van stakeholders, met onder andere huidige en toekomstige werknemers, studenten, lokale gemeenschappen en toekomstige generaties, en hierop als commissie reflecteren en hun gedachten delen met het universiteitsbestuur.
Versterkend effect
Volgens De Laat hebben UGlobe, en de Global Engagement Commissie een versterkend effect op elkaar. “UGlobe is eigenlijk een ‘proeftuin’ waarbij onderzoekers en studenten uit de hele universiteit nieuwe vormen van samenwerking kunnen uitproberen met maatschappelijke partners uit de hele wereld. Ik kan me voorstellen dat als de UU met behulp van de Global Engagement Commissie op termijn een duidelijker profiel heeft rondom samenwerking met bijvoorbeeld partners en allianties in Afrika, UGlobe daarop kan inspelen door initiatieven te stimuleren die hierop voortbouwen.” Hoewel een proeftuin heeft UGlobe al meer dan dertig internationale onderzoeksprojecten h gefaciliteerd met meer dan honderdvijftig partner organisaties en universiteiten in lage- en middeninkomenslanden.
Zo vertelt De Laat dat UGlobe bijvoorbeeld in samenwerking met Dynamics of Youth een ‘Global Learning Community in Education’ faciliteert, waarbij tachtig onderwijsorganisaties uit de hele wereld betrokken zijn, die zich inzetten voor meer inclusief onderwijs voor de meest kansarme kinderen. In een ander project zette UGlobe in samenwerking met de Bulgaarse overheid en 23 lokale Bulgaarse NGO’s een veldexperiment op in 232 Bulgaarse gemeenschappen met meer dan 5000 deelnemende families. Tijdens dit project werd door Utrechtse onderzoekers naar de meest effectieve manier gezocht om de participatie van arme Roma-kinderen in het kleuteronderwijs te verbeteren. De maatschappelijke relevantie werd aangetoond toen het Bulgaarse parlement in 2020 op basis van dit onderzoek een nieuwe wet aannam.
Studenten actief betrokken
Ook studenten zijn nauw betrokken bij UGlobe. Er is een studentenraad die helpt bij het organiseren van internationale seminars. Zo droeg ze bij aan de UGlobe Café’s seminar series in samenwerking met TivoliVredenburg, en de recente ‘Rethinking global power’ series waarbij de machtsverhoudingen in China, Rusland, en Europa centraal stonden.
Daarnaast stimuleert Uglobe het International Community Engaged Learning (I-Cel) onderwijs. Binnen I-Cel ondersteunt UGlobe docenten om met internationale maatschappelijke partners binnen hun cursussen samen te werken. “Zo werken studenten in Conflict Studies bijvoorbeeld samen met internationale maatschappelijke partners om te onderzoeken welke algoritmes er worden gebruikt om drones te besturen in oorlogsgebieden, doen rechtenstudenten onderzoek naar de meest doeltreffende wettelijke kaders rondom grensoverschrijdende luchtvervuiling afkomstig van branden die land moeten vrijmaken voor palmolieplantages, en werken studenten economie samen met een partnerorganisatie in Oeganda die zich inzet voor betere seksuele en reproductieve gezondheidsrechten van jongeren”, aldus De Laat. De Global Engagement Commissie werkt ook samen met de Icel programmaraad onder leiding van hoogleraar James Kennedy en het Centre for Academic Teaching (CAT) om docenten te ondersteunen.
Betrokken studenten zijn erg enthousiast over I-Cel. Isa Zoetbrood, masterstudent Conflict Studies &Human Rights, heeft meegewerkt aan een project waarbij de impact van het controversiële bombardement van het Nederlandse leger op het Iraakse stadje Hawija werd onderzocht. Dit project werd geleid door universitair docent Lauren Gould en was in samenwerking met de maatschappelijke organisaties PAX (Protection of Civilians) en IRW (Intimacies of Remote Warfare), die de impact op het stadje zelf bestudeerden door onder andere de lokale bevolking te interviewen. De vier UU-studenten die meewerkten aan het project, waaronder ook Isa, onderzochten de impact van het bombardement op sociale media.
Isa deed op dat moment nog de bachelor Taal- & Cultuurstudies, terwijl de andere drie studenten een master volgden. Het leukste aan het project vond Isa dat ze tijdens het leren meteen ook praktisch haar kennis kon toepassen. Wat ze moeilijker vond was dat ze tijdens het analyseren van de online data ook in aanraking kwam met beelden van gewonden en doden, waaronder beelden van kinderlijkjes. Gelukkig kon ze daar goed over praten met alle betrokken onderzoekers en lukte het haar om er persoonlijk wat afstand van te nemen. Ze was dan ook verbaasd dat er zo veel meer berichten waren over het feit dat de Nederlandse overheid dit verborgen had gehouden, dan dat er berichten waren over hoe verschrikkelijk het schandaal zelf was. Dat werd een belangrijke conclusie van het onderzoek