Ranking de UU-opleidingen: Natuurkunde moeilijk, Engels niet

Ranking de UU-opleidingen
Ranking de UU-opleidingen

Waarom, zo vraagt de inmiddels oud-rector zich af, worden bètaopleidingen in het algemeen gezien als moeilijk en alfaopleidingen als makkelijk. Waar komt dat idee vandaan? En hoe komt het dat ik datzelfde geluid ook oppik onder studenten?

De achttien studieverenigingen die gereageerd hebben op ons verzoek om veertien opleidingen te ranken, hebben vrijwel allemaal zo hun bedenkingen over het verzoek. “De vraag is erg subjectief”, was de reactie van studievereniging A-Eskwadraat. “Wij weten niet hoe moeilijk de andere studies zijn.” Deze bèta’s wilden dan ook niet meedoen aan een ranking.

“Wij denken dat de moeilijkheidsgraad van opleidingen per individu verschilt”, laat studievereniging Akt van de opleiding Media & Cultuur weten. “Dit omdat ieders interesse in een ander gebied ligt.” Een andere vereniging die anoniem wenst te zijn, stuurde slechts na aandringen een ranking toe en schreef “dit is een persoonlijke, zeer subjectieve lijst. Opleidingen zijn van buitenaf níet te beoordelen. Het verschilt per persoon wat iemand als moeilijk ervaart.”

Aanpak van de ranking
Duidelijke taal. Ons verzoek om veertien opleidingen te ranken is volstrekt belachelijk. Toch hebben we dat op verzoek van Van der Zwaan gedaan.  Hoe hebben we ons foute onderzoek aangepakt? Allereerst stelden we een lijst samen van veertien opleidingen die ongeveer gelijkelijk verdeeld zijn over de richtingen alfa, gamma, bèta en biomedisch. Deze mailden we naar de 39 studieverenigingen die voorkomen in de lijst op de site van de UU onder het kopje Studie en Faculteit. Niet alle mailtjes kwamen aan. Achttien verenigingen reageerden, van wie vier meldden niet mee te willen doen. Veertien verenigingen stuurden, van wie één vereniging zelfs twee keer -  een lijstje en van de rest hebben we niets gehoord.

Van de veertien vonden een paar het zonder meer leuk om zich over de vraag te buigen, maar de ingestuurde lijstjes werden meestal voorzien van de kanttekening dat de vraag wel heel subjectief is en eigenlijk niet te beantwoorden is als je alleen je eigen studie kent. Een enkele studievereniging lichtte haar lijstje toe met de door haar gebruikte methode. Zo schreef een vereniging “een opleiding is moeilijker als je er veel voor moet begrijpen. Een opleiding is makkelijker als er veel leerwerk bij komt kijken”.

Bèta's versus de alfa's en gamma's
Hoewel het gaat om een niet te vergelijken lijst opleidingen, de lijst zeer arbitrair is samengesteld en het bepaald niet gaat om wetenschappelijk verantwoord onderzoek, is er wel een ranking bekend met toch wel opvallende overeenkomsten in de uitslag.

Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien.  Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf. Daarna volgen Diergeneeskunde en Scheikunde.

Filosofie lijkt moeilijk te ranken. De ene vereniging vindt deze opleiding moeilijk, maar andere verenigingen denken dat de opleiding juist makkelijk is. Geschiedenis, Rechtsgeleerdheid, Sociale Geografie & Planologie en Psychologie sluiten de rijen. Liberal Arts &Sciences wordt door vier verenigingen beschouwd als de meest makkelijke, Engelse Taal & Cultuur wordt door een meerderheid gezien als meest gemakkelijke opleiding. Zes verenigingen plaatsen Engels op plek 14, vier op plek 13 en twee op plek 12. Studievereniging Albion van Engelse Taal & Cultuur zet Geschiedenis op deze plek.

Iedereen spreekt Engels
Hoe kan het toch dat de rector gelijk krijgt in zijn veronderstelling dat Natuurkunde als harde bètastudie moeilijker wordt geacht dan Engels? Onderwijsdirecteur Hugo Quené van Engelse Taal & Cultuur heeft wel een flauw vermoeden: “Iedereen spreekt Engels en dan denken ze dat studie niet moeilijk kan zijn”. Departementshoofd van Rechtsgeleerdheid Ton Hol komt met een veel gehoord vooroordeel: “Als je niets kan, kan je altijd nog rechten doen”. Onderwijsdirecteur van Psychologie Maarten van der Smagt snapt het ergens wel waar het oordeel vandaan kom. Als Biologiestudent dacht hij vroeger ook dat Psychologie een “luizenstudie” is. En de onderwijsdirecteur van Natuurkunde Huib de Swart grinnikt en nuanceert: formules doen  ingewikkeld aan.

Ook de docenten vinden de uitkomst van de steekproef arbitrair en niet op feiten gebaseerd. Desalniettemin waren ze bereid na te denken over het imago van hun opleiding. De conclusie van allen is dat hun opleiding niet moeilijker of makkelijker is dan andere studies. Op- of neerkijken op een studie die niet de jouwe is, is dan ook niet nodig, zeggen deze vier heren. Elke opleiding vergt andere talenten en wil je slagen voor je bachelor dan moeten alle studenten het nodige in hun mars hebben. En dat mogen alle studenten in hun zak steken.

Reacties skippen en meteen de video zien? Volg deze link.


DUB vroeg docenten en studieverenigingen van de vijf opleidingen Natuurkunde, Geneeskunde, Rechten, Psychologie en Engels te reageren:

NATUURKUNDE IS DE MOEILIJKSTE OPLEIDING

“Het is geen makkelijke studie, maar wel doenbaar”, reageert onderwijsdirecteur Huib de Swart van Natuur- en Sterrenkunde. Volgens hem zien mensen meteen allerlei formules voor zich als ze aan natuurkunde denken, maar feitelijk zijn die formules verkorte codes voor een lang verhaal. “Onze studenten hoeven die formules niet uit het hoofd te leren, maar moeten ze herkennen, het verhaal weten en dat in context kunnen zetten. Daar is wel enig abstractievermogen voor nodig.”

Een aantal collega’s en studenten kan een arrogante houding worden verweten, zegt Swart. Zij vinden inderdaad dat zij een moeilijkere vak bestuderen dan anderen. En een aantal vindt ook dat er buitengewoon getalenteerde studenten bij Natuurkunde zitten. Niet alleen doordat veel studenten er een tweede studie als wiskunde naast doen, maar ook omdat 30 procent de bachelor cum laude afsluit. “Maar de cum laude is arbitrair. Niet elke 8 wordt goed beargumenteerd. Omdat onze studentenaantallen relatief laag zijn - dit jaar een instroom van 140 studenten -  kun je als docent soms hele middagen één op één redeneren met een student over een natuurkundig probleem. Dan ontstaat een persoonlijke band die de objectiviteit van een docent in de weg kan staan.

“Wij kunnen ook dingen níet”, nuanceert Swart. “Zoals bijvoorbeeld goed vertellen waar ons onderzoek over gaat. In ons vakgebied kunnen we ons goed redden in het Engels, maar onze vocabulaire is beperkt. Verwacht van de meesten van ons  geen mooie zinnen.”

In het algemeen zegt Swart dat de ene opleiding bestempelen als moeilijk of makkelijk dat niet getuigt van reflectie op het geheel van de maatschappij. “Mijn vrouw  studeerde rechten toen ik natuurkunde deed en soms moest ze drie dikke pillen kennen, er de weg in vinden en kunnen reproduceren en toepassen. Zoveel stof zou ik niet in me op kunnen nemen. Het is maar net waar je aanleg voor hebt.”

Natuurkundestudent Sander Kuipers  van studievereniging A-Eskwadraat vulde geen ranking in. “Omdat we de vraag heel subjectief vinden, deden wij dus niet mee. Ik denk dat de meeste studenten denken aan het middelbare schoolvak Natuurkunde als ze aan onze opleiding denken, maar de universitaire opleiding is heel anders. A-Eskwadraat is van de opleidingen Natuurkunde, Wiskunde, Informatica, Informatiekunde en Game Technologie. We zouden die studies misschien wel met elkaar kunnen vergelijken omdat een aantal studenten een dubbele studie doet, maar ik dus weer niet, dus ik kan ze niet met elkaar vergelijken.”

Sander denkt dat een universitaire opleiding door elke student op een andere manier ervaren wordt. “Het is maar net waar je goed in bent. Ik ben analytisch aangelegd en kan geen woordjes stampen. Mijn huisgenoot studeert rechten en hij besteedt veel meer tijd aan studeren dan ik. Als je kijkt naar het aantal uur dat een student per week bezig is met zijn studie, heb je iets kwantitatiefs om te meten. Dan wordt het subjectieve aspect (moeilijk) minder groot. Dan zou je misschien wel een ranking kunnen maken.”


GENEESKUNDE – TOP 5 OPLEIDING

Opleidingscoördinator van de bachelor Geneeskunde Isabel Thunnissen is net terug na een paar vrije dagen en reageert daarom kort en krachtig:  “Wat duidelijk is, is dat voor elke opleiding andere interesses en talenten nodig zijn. Geneeskunde is een academische opleiding met een duidelijk beroepsperspectief. Dit geeft houvast, je leert als student al de verbinding te leggen tussen de theorie en praktijk.”

Wow, studeer je geneeskunde? Emy van der Valk Bouman, preses van studievereniging MSFU “Sams”  hoort het regelmatig. Het verbaast haar niet dat Geneeskunde eindigt in de top 5 van meest moeilijke studies. Zelf heeft Emy haar opleiding op nummer 7 gezet en Natuur- & Sterrenkunde op nummer 1. “Voor Geneeskunde is er nu geen loting meer maar selectie wat al wordt gezien als moeilijker. Ook moet je hard werken vor onze studie. We maken lange dagen en hebben veel contacturen. Ik denk dat andere studenten daardoor Geneeskunde moeilijk vinden. Het is een pittige studie, maar moeilijk? Dat valt wel mee. Natuurlijk moeten we veel leren en begrijpen, maar als je een ziekte herkent, is er een aantal behandelmethoden waarvan er vaak één de voorkeur heeft. Dat moet je dan vooral uit je hoofd leren.”

Jaren geleden hoorde je regelmatig dat Geneeskunde eigenlijk een beroepsopleiding is en niet een wetenschappelijke. “Dat horen we nog steeds hoor. Ik denk dat er de laatste jaren wel veel veranderd is en dat de opleiding steeds wetenschappelijker wordt. Wij hebben ook vakken academische vorming, hoewel het grootste deel daarvan pas echt in het derde jaar komt. Een vriendin van mij zit op University College  en moet elke week wel een paper schrijven. Ik heb dat voor het eerst in het derde jaar gehad en daarvan schieten veel studenten bij ons van in de stress.”

Sams heeft Liberal Arts & Sciences als makkelijkste opleiding in de ranking gezet. “Dat is puur gebaseerd op het feit dat wij denken dat je een grote keuzevrijheid in vakken hebt. Je kunt als je wilt – denken wij – alleen gaan voor vakken waar je interesse ligt en dat maakt het dan voor de student een makkelijke opleiding. Het klinkt heel vrij en of het waar is, weten we natuurlijk niet.

“Wat dat betreft is afhankelijk van je aanleg een opleiding makkelijk of moeilijk. Daarom vind ik geneeskunde misschien ook niet zo moeilijk. Ik heb vorig jaar in mijn derde en laatste jaar van de bachelor, mijn eerste coschappen gelopen. Hoewel je al hard veel moet doen voor de studie, is het lopen van een coschap ook nog eens hard werken. Maar ik vind het een fantastische studie dus ik zie er niet tegenop.”


RECHTEN EINDIGT ONDERIN DE MIDDENMOOT

“Als je goed kan memoriseren, kan je de eerste jaren van de bachelor goed doorkomen en zelfs ook nog een master kan volgen”, zegt departementshoofd van Rechtsgeleerdheid Ton Hol. “Maar om een scherpe jurist te worden, moet je goed analytisch kunnen denken. Het begrijpen van het rechtssysteem vergt een bepaalde logica. Heb je die niet ontwikkeld, dan raak je snel de weg kwijt.”

Ton Hol is niet verbaasd dat rechten als een relatief makkelijke opleiding wordt gezien. “’Als je niets kan, kan je altijd nog rechten doen’,  is iets wat je wel hoort. Dat er geen selectie of numerus fixus is, voedt dat beeld.” Dat bèta en biomedische opleidingen als moeilijker worden gezien, vindt hij ook niet vreemd. “Veel alfa’s hebben niet veel met abstractie en vinden het dus knap als iemand goed uit de voeten kan met formules en diagrammen. Maar het is vaak meer een kwestie van aanleg.”

Dat rechten ook een pittige studie is, blijkt uit het feit dat niet elke student met een ingangsbewijs voor de universitaire opleiding succesvol is bij rechten “ook al doet men zijn best”. Studenten vallen trapsgewijs af, zegt Hol. “In de masteropleiding vinden veel studenten de studie ineens een stuk pittiger. Dat komt omdat we dan zwaar op het onderzoek, creativiteit en zelfwerkzaamheid inzetten. Komen ze te werken in de praktijk dan moet je ook zelf snel oplossingen bedenken voor complexe vraagstukken. Er zijn daarbij geen eensluidende antwoorden. Je moet specifieke omstandigheden koppelen aan regels. Dat kan ingewikkeld zijn. Niet iedereen wordt ook zomaar rechter. Wil je een goed vonnis schrijven, moet je analytisch kunnen denken.”

Liza Krijgsheld, bestuurslid JSVU, heeft vorig jaar met goede resultaten haar mastertitel gehaald en heeft namens JSVU de ranking ingevuld. De studievereniging van Rechtsgeleerdheid had een andere nummer 1 en nummer 14 dan de meeste andere verenigingen. De moeilijkste opleiding lijkt hun Biomedische Wetenschappen (nummer 1) en de gemakkelijkste Filosofie (nummer 14). “Wij hebben met onze ervaringen bij rechten – master en bachelor – gekeken naar de andere opleidingen. Filosofie houdt, voor zover wij weten, in dat je verschillende stromingen moet leren en toepassen. Dat lijkt misschien wel een beetje op rechten die we op plek 8 hebben gezet. Bètaopleidingen worden door rechtenstudenten eerder als ‘moeilijk’ gezien dan niet-bètaopleidingen. Biomedische Wetenschappen lijkt ons vrij technisch en scheikundig en er moeten voor die opleiding veel studie-uren worden gemaakt. Het is een heel andere tak van sport dan Rechten.

“Rechten zit er overal een beetje tussen in. We moeten weten wat we waar kunnen vinden en hoe wij deze stof vervolgens moeten toepassen. Rechten is een taalkundige studie waarbij je veel theorie moet leren. Maar je hoeft geen hele jurisprudentie- en wettenbundels uit je hoofd te leren, zoals veel mensen denken. Ook niet de zestig pagina's van een arrest van de Hoge Raad. Je moet de kern weten en dus veel highlighten. Het is best moeilijk om de geleerde stof toe te passen op een concrete casus. Alle details zijn belangrijk, er zijn veel rechtsregels, er is heel veel jurisprudentie. Elke casus is een specifiek geval. Ook voor rechtenstudenten is de studie pittig en niet zo makkelijk als de vooroordelen doen geloven. Veel rechtenstudenten vallen in het eerste jaar ook af.

“Ik denk dat als je als bètastudent een formule snapt, je het antwoord kan vinden. Bij rechten is er niet per se een ‘goed’ of ‘fout’ antwoord, dat hangt van geval tot geval af. Je antwoord kan je op verschillende manieren onderbouwen of beargumenteren. Als je de stof onder de knie hebt, is het oplossen van een casus heel erg leuk.”


PSYCHOLOGIE IS EEN VAN DE GEMAKKELIJKSTE OPLEIDINGEN

“Ik denk dat als Psychologiestudenten denken aan natuurkunde, ze al de rillingen krijgen”, zegt onderwijsdirecteur van Psychologie Maarten van der Smagt. “En andersom snap ik ook wel dat bètastudenten kunnen denken dat Psychologie een makkie is. Van oorsprong ben ik bioloog en ik heb lange tijd gevonden dat Psychologie een luizenstudie is. Vooral omdat ze toen relatief weinig contacturen hadden. Maar dat denk ik nu écht niet meer. Eén van de dingen die Psychologie moeilijk maakt, is de zelfstudie. Bij Biologie zat ik veertig uur in De Uithof, in college of in het lab. Je was dus een hele werkweek bezig met je studiestof  - onder begeleiding – en studeren voor een tentamen hoefde dus nauwelijks. Psychologiestudenten moeten vanwege de massaliteit veel meer zelfstudie doen. Misschien is het onderwijs niet moeilijk, maar het zelf studeren zeker wel.”

Wat ook het imago van Psychologie niet helpt, is de Diederik Stapel affaire waarbij onderzoeken werden gefabriceerd. “Dat heeft voor grote imagoschade gezorgd. Ook komen we niet af van het hardnekkige foute beeld dat Psychologie gaat over Freud en dat je na de studie cliënten op een sofa legt.” Dat klinkt inderdaad misschien wel makkelijk, maar naarmate Van der Smagt nadenkt over de moeilijkheidsgraad van Psychologie, ziet hij steeds meer argumenten waarom Psychologie níet makkelijk is. “Wat onze studenten moeten leren is hoe ze wazige problemen moeten onderzoeken met een exacte benadering. Wij proberen chocola te maken van de wereld om ons heen.” Psychologie is bijna een modelwetenschap, zegt hij. “We vragen studenten ook wetenschapsfilosofisch te kijken naar theorievorming en zo kom je tot wetenschappelijke ontwikkeling. ” Allesbehalve makkelijk dus, wil hij maar zeggen en wanneer hij hoort dat Cognitieve Kunstmatige  Intelligentie als ‘moeilijke studie’ is beoordeeld, vindt hij nog een argument dat psychologiestudenten echt niet onder doen voor andere studenten.  “Die volgen vakken bij ons en halen echt geen hogere cijfers dan de psychologiestudenten.”

Tweedejaars psychologiestudent Britt Smorenburg is bestuurslid van SGS, de studievereniging van de faculteit Sociale Wetenschappen en vond het heel moeilijk op de studies te ranken. “Je vergelijkt toch appels met peren. Als ik nu naar de ranking kijk, heb ik dat eigenlijk op een meer klassieke manier gedaan: bèta moeilijk en alfa makkelijk. Psychologie zit daar tussenin, is als gammaopleiding van alles wat. Nu ik erover nadenk is Psychologie misschien juist daarom moeilijker dan ik denk met vakken uit de biologie, sociologie en natuurlijk statistiek. Ik vind het een serieus vakgebied hoewel ik soms het gevoel heb dat er wel wat meer diepgang in de vakken mag zitten dan nu het geval is.

“Op de middelbare school vond ik Scheikunde het lastigst, in natuur- en wiskunde en biologie was ik best goed. Daarom denk ik dat die exacte studies lastiger zijn. Engels als makkelijkste, tja. Ik vond het lullig om ze als makkelijkste te labelen en het is misschien ook helemaal niet terecht. Voor een talig persoon kan die studie misschien makkelijk zijn, en zal een scheikundige Engels misschien wel moeilijk vinden. Eigenlijk valt er dus niets te zeggen over de moeilijkheidsgraad van opleidingen.”


ENGELS IS DE MAKKELIJKSTE OPLEIDING

Het is toch wel even slikken voor onderwijsdirecteur Hugo Quené  dat zijn opleiding als de makkelijkste van de veertien wordt gezien. Een verklaring heeft hij overigens wel. “Iedereen kan Engels want iedereen heeft de taal zes jaar lang op de middelbare school gehad. Bovendien hoor je Engels op tv, in films, in games. Van alle niet-Engelssprekende landen heeft Engels ongeveer de meeste exposure in Nederland. Dan denk je als relatieve buitenstaander misschien snel dat de opleiding niet moeilijk kan zijn ‘want ik spreek het ook’.”

Dat gezegd hebbende somt Quené de redenen op waarom zijn opleiding het niet verdient om onderaan te eindigen. “Onze opleiding heet Engelse Taal & Cultuur en dus moeten studenten zich verdiepen in de taal, de letterkunde én de cultuur. Studenten moeten op al deze drie terreinen vaardig zijn. En de cultuur is veelomvattend, niet in de laatste plaats vanwege het verspreiden van de Engelse taal en cultuur door het kolonialisme. Taalkunde gaat om de technische kennis van het Engels zoals grammatica, systematiek, klanken. Voor letterkunde moeten studenten veel lezen. Bijvoorbeeld Shakespeare die schreef in een tijd dat het Engels niet alleen andere woorden had, maar ook een andere grammatica.”

Studiekiezers onderschatten de opleiding ook regelmatig zegt hij. “Dan krijgen we studenten binnen die eigenlijk niet goed weten wat ze moeten studeren en kiezen dan voor Engels. Dat zijn vaak degenen die het eerste jaar niet doorkomen.” Voor een talenstudie moeten studenten veel discipline hebben, zegt hij. “Wij geven ze stapels boeken en artikelen te lezen. Ze moeten dus thuis veel doen.”

Het beste argument dat bewijst dat afgestudeerden veel in hun mars hebben, zijn de docenten die op het vwo Engelse les geven. “Dan heb je jarenlang goed les gehad van de Engelse docent waardoor het lijkt dat echt iedereen onze opleiding kan volgen. Maar die goede docenten die het Engels zo makkelijk laten lijken, zijn ook door ons opgeleid.”

Alessandra Polimeno van studievereniging Albion kan zich best goed voorstellen dat mensen Engels bestempelen als makkelijke studie, zeker vergeleken met bètastudies. "De reden hiervoor is denk ik dat veel studenten denken dat je bij Engels veel boeken moet lezen en daar iets intelligents over moet zeggen, en dat het daar ophoudt. Ook denk ik dat andere studenten denken dat je de studie Engels makkelijk kan afronden zonder er hard voor te ploegen. Je kunt je er redelijk makkelijk doorheen bluffen. 

"Als antwoord hierop denk ik dat mensen onderschatten op hoeveel vlakken van de wetenschap de studie Engels ingaat. Bij de literatuurvakken ga je op processen/aspecten in die in bijvoorbeeld de studies filosofie en geschiedenis behandeld worden. Bij de linguisticsvakken behandel je zowel de sociale als meer technische kant van taal. Zeker als je het linguistics track kiest, moet je heel abstract kunnen denken. Je moet al deze benaderingen of invalshoeken beheersen om de studie Engels goed af te sluiten. 

"Wel denk ik dat het relatief makkelijk is om de studie af te sluiten zonder er extreem veel moeite te doen, al ligt dit aan het track dat je kiest in je tweede jaar. Het ene vakkenpakket is moeilijker dan het andere. Ikzelf heb het linguisticstrack gekozen, deze is het meest technisch en exact, en naar mijn mening (en die van veel medestudenten) ook het moeilijkste pakket van de bachelor. Misschien verschilt het antwoord op deze vraag dus ook per student Engels.

"Omdat het dus zo'n brede studie is, die zo veel verschillende invalshoeken kent in de academische ontwikkeling, vind ik het niet terecht dat de studie Engels wordt bestempeld als 'makkelijk'."

 


 

DUB’s videoteam Lily Lange en Sofie Bolder gingen langs in het Educatorium, het Koningsbergergebouw en Drift 21 en vroegen passerende studenten om de studies Natuurkunde, Geneeskunde, Psychologie, Rechten en Engels te ranken.

 

 

Motivatie bij het artikel

Bert van der Zwaan: "Tijdens mijn rectoraat heb ik vaak meegekregen hoe studenten en docenten een beeld hadden van de moeilijkheidsgraad van studies. Waar baseren ze zich op?, vraag ik me dan vaak af.

Waarom zou een bètastudie moeilijker zijn dan een studie Rechten, Engels of Sociale Geografie? Is het de massaliteit? Ik denk dat veel van de zogenaamde makkelijke studies onderschat worden."

 

Advertentie