Rector: ‘Nu zeggen we doei als iemand afstudeert. Straks gaan we relatie voor het leven aan'
Ook over 25 jaar heeft de universiteit nog altijd bestaansrecht. Maar dan moet er wel iets veranderen, schrijft UU-rector Van der Zwaan in een boek dat vorige maand verscheen. Van der Zwaan mikt op een universiteit die zich maatschappelijk meer manifesteert met minder, maar wel beter opgeleide studenten.
“Waarom moet de overheid meebetalen aan universiteiten? Die vraag wordt in de VS al hardop gesteld. Of we nu willen of niet, ook wij in Nederland zullen op termijn met een antwoord moeten komen.”
Bert van der Zwaan legt de kwestie zelf maar op tafel: de universiteit is geen vanzelfsprekendheid. Maar de Utrechtse rector is een positief gestemd mens. In zijn boek ‘Haalt de universiteit 2040?’ klinkt het vertrouwen door dat universiteiten hun bestaansgrond ook op de langere termijn zullen kunnen rechtvaardigen.
Van der Zwaan put dat vertrouwen uit de tientallen gesprekken die hij voerde met universiteitsbestuurders en hogeronderwijsexperts over de gehele wereld. Tegelijkertijd leerden die ontmoetingen hem dat er veel gevraagd gaat worden van het aanpassingsvermogen van universiteiten. “De dynamiek wordt steeds groter.”
Met zijn boek zegt Van der Zwaan een stelseldiscussie te willen ontketenen over het Nederlandse hoger onderwijs; een discussie die sinds de rapporten van de commissie Veerman (2010) en de WRR (2013) naar zijn mening op een dood spoor zit. “De politiek interesseert zich helaas meer voor de waan van de dag, terwijl dit echt veel wezenlijker is dan de fuss van de korte termijn.”
De UU-rector schetst in zijn boek grote ‘potentieel disruptieve’ bedreigingen voor het huidige universitaire stelsel. Fenomenen als digitalisering, globalisering en flexibilisering lijken steeds sneller om zich heen te grijpen. Wat te denken bijvoorbeeld van de trend waarin private partijen onderwijs in hapklare brokken als moocs of spocs op het internet aanbieden? Van der Zwaan: “Op dit moment houdt het traditionele curriculum de universiteit bij elkaar. Dat gaat onherroepelijk veranderen.”
Universiteiten hebben dus allang niet meer het alleenrecht op kennisoverdracht. En dan zijn daar ook nog de klachten over de dwingende publicatiecultuur met al haar uitwassen en de argwaan over het steeds meer valorisatiegedreven onderzoek in de bèta-medische hoek. Universiteiten zullen volgens Van der Zwaan op zoek moeten naar “aanvullende legitimatie”.
Zo zouden universiteiten een leidende rol op zich moeten nemen in het maatschappelijk debat. Academici zijn daarin nog te terughoudend, vindt hij. “Het scala aan opinies en meningen lijkt soms onbeperkt. Als we ons gezag willen behouden, moeten we het publiek en de politiek van feiten blijven voorzien.”
Hoogwaardig onderzoek blijft daarom ook de komende decennia essentieel, denkt Van der Zwaan. Al zal dat wel meer moeten aansluiten bij de vragen uit de samenleving en kan het wetenschappelijke proces wel eens heel anders in zijn werk gaan. “Je laat je isotopenanalyses doen in Singapore, je data van de samenstelling van organisch materiaal in Beijing, en samen met een coauteur in Nova Scotia assembleer je je artikel in Utrecht.”
Maar in hoeverre is er behoefte aan objectieve kennis? Zijn de voortekenen niet anders? De wisdom of the crowd regeert en post-truth is volgens de Oxford dictionary het woord van het jaar.
“Ik denk zeker dat daar behoefte aan is. In alle debatten is behoefte aan onpartijdigheid. Kijk naar het klimaatprobleem. Er komt altijd een punt waar het niet meer gaat om wie het hardst blèrt, maar om wat de feiten zijn en hoe we daarmee omgaan.”
De nieuwe Amerikaans president laat zich anders weinig gelegen liggen aan wat we allemaal weten over klimaatverandering …
“Mwah, het is opmerkelijk hoe weinig respons Trump eigenlijk krijgt. In vergelijking met drie tot vier jaar geleden is de acceptatie van het klimaatprobleem echt veel groter. Maar inderdaad: Trump is een exponent van de post-truth, of post-fact society. En toch, ondanks nieuwe vormen van politiek en communicatie, zie je dat iedereen in een debat uiteindelijk zegt: we willen wel weten hoe het zit. Daar ligt dus een wezenlijke rol voor de universiteit, om iedere keer weer met gezag feiten te melden.”
Maar ben je hiermee ook bij échte maatschappelijke legitimiteit? Hoogleraar Mark Bovens signaleerde onlangs op DUB dat universiteiten zich juist steeds verder loszingen van de lagere sociale klassen …
“Ik heb nogal wat moeite met zijn kritiek op de internationalisering van de universiteit. Naar mijn idee zijn we nu al een onderdeel van een globaal kennissysteem. Dat is gewoon een feit. Maar de waarschuwing dat je je daarmee kunt vervreemden van het maatschappelijk spel is terecht.
“Als universiteit hebben we een grote opgave als het gaat om diversiteit. We zullen ook mensen uit Kanaleneiland binnen moeten halen. Mede naar aanleiding van mijn ervaringen tijdens mijn rondreis zijn we nu al veel meer gaan doen aan public engagement. Kijk naar initiatieven als Meet the Professor en naar de energie en middelen die we stoppen in het universiteitsmuseum en in het wetenschapsknooppunt.
In uw boek pleit u ook voor een drastische verlaging van het aantal studenten aan universiteiten. Loopt u daarmee niet het risico het elitaire karakter juist te versterken?
“Misschien, maar je moet het ene probleem niet laten liggen omdat er een ander probleem naast ligt. En ik zie dat we een probleem hebben met de effectiviteit van ons stelsel. Universiteiten piepen en kraken omdat ze met steeds minder geld steeds grotere aantallen studenten moeten opleiden. Tegelijkertijd zitten veel universitaire studenten op een plek waar ze niet thuishoren, omdat ze helemaal geen interesse hebben in onderzoek.”
Dat veronderstelt dat u wilt selecteren …
“Wat mij betreft niet per se. Ik durf de stelling aan dat als we het hbo evengoed financieren als het wo, de standing van dat type onderwijs zal toenemen. Studenten zullen dan ook daarvoor kiezen. Het is nu vooral een imagoprobleem.
“Maar ik sluit niet dat je voor meer universitaire studies zou moeten selecteren. En ja, dan moeten we er oog voor hebben dat er barrières zijn voor mensen uit lage inkomensklassen. Ook in Nederland komt talent soms niet optimaal tot zijn recht.”
Het lijkt voor de hand te liggen dat de collegegelden van de universitaire studies dan ook omhoog gaan …
“Ik zou er een voorstander van zijn om de collegegelden laag te houden en met selectie studenten op de juiste plek te krijgen. Maar de onontkoombare gevolgen van een terugtrekkende overheid en een grotere toestroom van studenten is hoger collegegeld. Moeten we dat willen: nee. Maar als we alles laten doorstromen dan klapt het stelsel.”
Wat heeft de universiteit in 2040 studenten te bieden?
“Studenten zullen vooral leren om een kritische houding aan te nemen tegenover de enorme hoeveelheid kennis die overal te vinden is en de brei aan onderzoeksdata. De vormende waarde van een universitaire opleiding wordt daarmee belangrijker. Daarbij gaat het om zaken als: hoe leer ik vragen stellen, samen te werken, gedisciplineerd te redeneren?
“Daarnaast hoop ik dat we studenten het besef kunnen bijbrengen dat zij de leiders van de toekomst zijn. Daar kunnen we iets leren van de Amerikaanse universiteiten. Nederlandse studenten ontwikkelen pas erg laat een idee van de maatschappelijke rol die ze willen spelen. Dat is een van de redenen waarom we in Utrecht zijn begonnen met Career Services.
“Verder zal de relatie tussen de universiteit en de student echt veranderen. Nu zeggen we na vier of vijf jaar, na het behalen van het diploma: doei en bedankt. In de toekomst zullen studenten gedurende hun carrière steeds weer terugkomen naar de universiteit. Onze universiteit zal flinke stappen gaan zetten als het gaat om life long learning en postinitieel onderwijs voor alumni.”
Zitten UU-studenten tegen die tijd eigenlijk nog wel met zijn allen in een collegezaal in De Uithof?
“Of het echt de zaaltjes zijn zoals we die nu hebben weet ik niet. Het zou ook best zo kunnen zijn dat we vooral werken in digitale communities met leermodellen met geavanceerde feedbackmogelijkheden. Maar ik geloof er niets van dat het hele leerproces digitaal kan plaatsvinden.
“Naar mijn idee zal de aantrekkelijkheid van de campus zelfs voor een groot deel gaan bepalen in hoeverre universiteiten in staat zijn goede studenten en wetenschappers aan te trekken. Ik heb daar in Singapore en Toronto prachtige voorbeelden van gezien.
“Als je denkt in termen van vorming en ontplooiing dan snapt elke student dat je daar een fijne ontmoetingsplek voor nodig hebt waar je studiegenoten kunt treffen. En ook de beste wetenschap ontstaat bij de koffieautomaat.”
DUB mag vijf exemplaren weggeven van zijn boek: 'Haalt de universiteit 2040?' Mail om kans te maken op een van de boeken je naam, telefoonnumer en adresgegevens naar: dubprijsvraag@uu.nl. Het boek is overigens ook gratis te downloaden.