Rector Henk Kummeling over de UU-banden met Shell
‘Samenwerken met Shell is een ingewikkelde balanceeract’
De afgelopen drie maanden waren er serieuze protesten op de TU Eindhoven, de Erasmus Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Activisten van organisaties als University Rebellion en End Fossil: Occupy verschansten zich in universiteitsgebouwen. Ze eisten dat alle banden met de fossiele industrie worden verbroken, ook wanneer deze samenwerkingen "ter bevordering van de energietransitie" zijn.
Samenwerken met de fossiele industrie is namelijk meewerken aan greenwashing, vinden de activisten. Het geeft bedrijven als Shell een zweem van duurzaamheid, terwijl hun bijdrage aan de energietransitie in werkelijkheid minimaal is. Shell zou volgens de activisten bijvoorbeeld slechts 5 procent van haar budget reserveren voor ‘groene projecten’.
Dat ook de UU samenwerkt met de fossiele industrie, is geen geheim. De discussie daarover bestaat al langer. In 2016 organiseerde de U-raad een debat over het samenwerken met controversiële bedrijven, waaronder Shell. Datzelfde jaar protesteerden activisten, geheel in de tijdsgeest, met een flashmob tegen de aanwezigheid van Shell op een UU-carrièredag.
De afgelopen tijd is de discussie, onder aanvoering van radicalere organisaties als Extinction Rebellion, in een stroomversnelling gekomen. Op 2 februari beëindigde Naturalis bijvoorbeeld zijn samenwerking met Shell. Een paar dagen later erkende de Erasmus Universiteit Rotterdam de ‘klimaat- en ecologische noodtoestand’ en kondigde aan een richtlijn op te gaan stellen voor samenwerkingen met vervuilende organisaties. De Universiteit van Amsterdam kondigde op 8 februari zelfs aan dat er voorlopig geen nieuwe onderzoekssamenwerkingen met de fossiele industrie zullen worden aangegaan.
Veel van de protesten richten zich specifiek op Shell, waarbij het bedrijf vaak fungeert als pars pro toto voor de gehele fossiele industrie. Met Henk Kummeling hebben we het daarom vooral over de banden met deze oliegigant, om zo dicht mogelijk bij de eisen van de demonstranten te blijven.
Henk Kummeling, rector magnificus van de Universiteit Utrecht
Hoe heeft u de afgelopen tijd naar de protesten op de UvA, EUR en TU/E gekeken?
“Deels met zorg, maar ook met veel begrip. Ook bij ons borrelt het, veel mensen zijn met dit onderwerp bezig. Overal om me heen zie ik discussies. Ik snap dat het tot dit soort acties komt. Mensen willen hun standpunten nou eenmaal zichtbaar maken.
“Zo’n bezetting is één van de manieren om dat te doen. Maar voor ons, als UU, is het belangrijker dat wij door middel van onderzoek en onderwijs daadwerkelijk dingen veranderen. Dat is een belangrijke opgave voor ons, zoals voorzitter van het College van Bestuur (CvB) Anton Pijpers ook al benoemde tijdens de opening van dit academische jaar. We hebben een jaar geleden al besloten dat onze Dies Natalis dit jaar in het teken van de klimaatcrisis zal staan.”
Stel dat er een leegstaand UU-gebouw wordt bezet door activisten. Schakelt het CvB dan ook de ME in?
“Ha, dat is in ieder geval niet de eerste reactie. We hebben hier wel vaker bezettingen meegemaakt. In mijn studententijd in Nijmegen heb ik zelf ook weleens meegedaan aan een bezetting. Het is echt niet verkeerd om dingen zichtbaar te maken. Maar het blijven wel onze universiteitsgebouwen. De politie inroepen moet een laatste redmiddel blijven, wanneer je echt niet meer met ‘normale’ middelen duidelijk kan maken dat het pand verlaten moet worden en de veiligheid bijvoorbeeld in het geding komt.”
Het onderwerp ‘Shell’ is in elk geval volop aan de orde gesteld. Wat voor banden heeft de UU met Shell? Online was dat amper te vinden.
“Kijk, als je zou willen weten hoe wij samenwerken met het Trimbos-instituut, dan kan je dat ook niet zomaar vinden. Maar, op basis van de gedragscode wetenschappelijke integriteit, zijn al onze wetenschappers wel verplicht aan te geven in publicaties of hun onderzoek is gefinancierd door Shell. Dat gebeurt ook.
“Gelet op de huidige discussies, zijn we van plan de samenwerkingen met bepaalde industrieën pro-actief zichtbaarder te maken. We willen zowel transparant zijn over welke samenwerkingen er zijn, als over de inhoud van deze samenwerkingen.
“We helpen Shell namelijk echt niet meer met het oppompen van olie. Onderzoek samen met of voor bedrijven uit de fossiele sector richt zich op het bevorderen van de energietransitie en de vermindering van CO2-uitstoot. Shell heeft een bepaalde infrastructuur die wij goed kunnen gebruiken. Dat hoor ik tenminste van de wetenschappers die ik hierover heb gesproken.
“Aan de transparantie kunnen we nog harder trekken en dat willen we ook. Op dit moment zijn we daarom onze precieze samenwerkingen in kaart aan het brengen. Er zijn in elk geval dertien contracten, waarbij UU-onderzoek tenminste deels gefinancierd wordt door de fossiele industrie. Zulk onderzoek richt zich bijvoorbeeld op de ontwikkeling van biobrandstoffen. Maar er zijn nog meer, soms indirecte, samenwerkingen. We kijken nu hoe we al die projecten en relaties transparant kunnen maken, maar we willen wel zorgvuldig te werk gaan.”
U-Rebellion chalk action Foto: DUB
De studievereniging van Aardwetenschappen, U.A.V., wordt ook door Shell gesponsord. Dat lijkt me een ander soort samenwerking. Hoe kijkt u daarnaar?
“Wij hebben geen centraal toezicht qua studieverenigingen. Ik ga niet controleren met welke bedrijven ze samenwerken. Eén van de onderdelen van werken in deze universiteitsgemeenschap, is het nemen van verantwoordelijkheid.
“Maar ik vind wel dat er kritische vragen aan deze studievereniging gesteld moeten worden. Ze moeten zich fors achter de oren gaan krabben over deze samenwerking. Wil je nog wel op deze manier door Shell gesponsord worden? Als zo’n sponsoring de energietransitie niet bevordert, dan denk ik dat we daar erg terughoudend mee moeten zijn.”
Shell staat al langer ter discussie. Waarom wordt de universiteit nu pas ‘pro-actief’ op het gebied van transparantie over dit soort samenwerkingen?
“Omdat de vraag daarom nu heel actueel wordt. We hebben geen traditie van transparantie rondom dit soort onderwerpen. Wij zijn echter altijd op allerlei terreinen onderdeel van de maatschappelijke discussie. Nu komt heel duidelijk naar voren dat vanuit de samenleving verwacht wordt dat we dit soort informatie gaan verschaffen. Nou, daar gaan we aan beantwoorden. En ja, misschien hadden we dat al wel eerder zelf moeten bedenken.”
Hebben wij Shell nodig voor de energietransitie?
“Ja, dat hoor ik wel van de wetenschappers die daar verstand van hebben. Shell heeft bepaalde faciliteiten, zoals labruimtes en reactoren, die wij niet hebben. Door samenwerking kunnen we daar gebruik van maken. Bovendien geeft dit ons de mogelijkheid om onze kennis op grote schaal te testen. Daarmee helpen we ook de fossiele industrie met verduurzamen. Dat is cruciaal als we wereldwijd de klimaatdoelen willen halen.”
Maakt dat ons afhankelijk van Shell?
“Niet voor de inhoudelijke focus van ons onderzoek. Mocht dat zo zijn, dan zouden we per direct met de samenwerking moeten stoppen. We hebben ze nodig, maar we geven ons voor ons onderzoek niet over aan de wensen van de fossiele industrie. Onze vraagstellingen zijn niet van de fossiele industrie, en onze onderzoeksmethodologieën ook niet.
“De afgelopen weken zijn wij stevig het gesprek aan gegaan met mensen binnen bijvoorbeeld Aardwetenschappen, om zeker te stellen dat wij nog ‘heer en meester’ in eigen onderzoek zijn. In de trant van: weten jullie nog wel zeker dat we de juiste dingen doen? Wat is doel en strekking van de samenwerking? Daaruit heb ik de conclusie kunnen trekken dat wat we doen, allemaal nog ter bevordering van de energietransitie is.”
Is dat genoeg onderzoek?
“Ik zit in een situatie waarin ik erop moet kunnen vertrouwen dat mensen mij dingen vertellen die juist zijn. Ik ga geen politiestaat binnen de universiteit creëren. De decanen van de faculteiten zitten er in elk geval bovenop. Maar we gaan het nog beter in kaart brengen, ook voor externen.
“Het is bovendien belangrijk dat de discussie daarbij niet ophoudt. Voor heel veel mensen is ook een samenwerking ter bevordering van de energietransitie niet goed. Dat zou namelijk een vorm van ‘greenwashing’ zijn.
“Daarom willen wij rondom de Dies verschillende debatten over dit onderwerp organiseren, waarbij alle uiteenlopende meningen echt gehoord kunnen worden. Het heeft geen zin om allemaal de loopgraven in te duiken, om elkaar te verketteren. De universiteit hoort een plek te zijn voor open debat op basis van argumenten. De klimaatcrisis is een gigantisch probleem. De belangrijkste vraag is op dit moment: hoe kunnen wij als universiteit een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan de oplossing. Daar zullen we mensen uit alle disciplines voor nodig hebben.”
Doet Shell via de UU aan greenwashing?
“Dat Shell via reclamecampagnes een groen imago wil uitdragen, zonder te wijzen op hun vervuilende activiteiten, lijkt me duidelijk. Daar ga ik niet over, maar daar moeten we wel heel kritisch op zijn. Ik zie nu alleen nergens dat Shell zegt: 'We zijn nog lekker bezig met olie pompen, want de universiteit vindt het goed'. Mocht Shell de UU wel gaan gebruiken om vervuilende activiteiten te legitimeren, dan moeten we daar een stevig gesprek over voeren. Maar ik heb geen signalen gekregen dat dat op dit moment gebeurt.
“Ik vind wel dat we als universiteit erop moeten blijven aandringen dat Shell een veel groter deel van haar budget inzet ter bevordering van de energietransitie. Het zou merkwaardig zijn als we blij zijn met het feit dat Shell bij wijze van spreken een paar miljoen investeert in windenergie, terwijl we weten dat hun onderzoeksbudget veel groter is.”
Is het binnen onze huidige samenwerking daadwerkelijk mogelijk om daarop aan te dringen?
“Daar ben ik niet dagelijks bij, maar volgens mij zijn onze onderzoekers wel kritisch, ook op Shell. Tijdens de debatten rondom de Dies willen we dat ook aan onze wetenschappers gaan vragen: hoe kan je eigenlijk kritisch zijn op je opdrachtgever? En wat staat ons als universitair bestuur te doen?”
Is het mogelijk dat de banden met Shell ooit volledig worden verbroken?
“Zeker, dat kan met elk bedrijf. Kijk maar naar de tabaksindustrie. We kunnen namelijk echt niet meer legitimeren dat een samenwerking daarmee leidt tot verstandige dingen.”
Waarom geldt dat wel voor de tabaksindustrie, en niet voor de fossiele industrie?
“Omdat we niet van de ene op de andere dag zonder fossiele brandstoffen kunnen. En omdat ik denk dat we als samenleving de fossiele industrie vanwege hun omvang en know how nodig hebben om snel genoeg meters te maken in de energietransitie.
“Wij denken echt dat die grote fossiele bedrijven daarmee bezig zijn en willen zijn. Dat is absoluut nog niet in de mate waarin wij dat het liefst zouden willen zien. Maar wij denken dat er nog muziek in deze samenwerking zit; ik zie nog licht aan het einde van de tunnel.
“We moeten echter wel maatstaven en concrete doelstellingen gaan ontwikkelen. Als we als universiteit merken dat de transitie niet snel genoeg gaat, dat het bedrijfsleven ons daar niet genoeg bij helpt, dan kunnen we met zo’n samenwerking stoppen. Het is voor mij helder dat, wanneer het percentage van het budget dat Shell uitgeeft aan de energietransitie niet omhoog gaat, we hiermee moeten stoppen.
“Het is allemaal deel van een ingewikkelde balanceeract. We moeten bedrijven als Shell zowel helpen, als overtuigen. De overtuiging bij mij is voorlopig dat samenwerking het snelste pad naar de transitie is. Maar we gaan hier de komende maanden over in debat, zowel met de wetenschappers die samenwerken met de fossiele industrie, als met studenten en medewerkers die faliekant tegen samenwerking zijn.”
Maar nu zien we nog vooruitgang?
“Ja, nu nog wel. Wij verwachten, gezien de huidige klimaatcrisis, dat de energietransitie enorm zal versnellen. Maar als we merken dat de fossiele industrie die ontwikkelingen tegenhoudt, of dat bedrijven geen grote stappen willen zetten, dan gaan wij niet meer met ze meedenken.”
U zei net nog dat we de faciliteiten van Shell nodig hebben voor de energietransitie. Hoe kunnen we de samenwerking dan ooit verbreken?
“Ja, we hebben Shell nú nodig. Als blijkt dat dit niet werkt, zullen we met andere instituten, zoals de NWO en de Rijksoverheid, goed moeten gaan kijken wat het vervolg wordt. Dan moet er op landelijk niveau voor nieuwe mogelijkheden gezorgd worden.”
Debatserie over samenwerking met fossiele industrie
Het College van Bestuur gaat samen met de Universiteitsraad debatten organiseren over de vraag of en onder welke voorwaarden de universiteit moet samenwerken met de fossiele industrie. Het eerste debat zal in maart plaatsvinden.
De methode van de debatteren die gehanteerd wordt, is die van de Deep Democracy. Het doel is om de verschillende inzichten binnen de academische gemeenschap op tafel te krijgen, uit verschillende disciplines, en variërend van de visie van activistische studenten en medewerkers die faliekant tegen samenwerking zijn, tot die van wetenschappers die nu samenwerken met de fossiele industrie.
De bedoeling is om de uitkomsten van de debatten bij zoveel mogelijk studenten en medewerkers onder de aandacht te brengen. Datzelfde geldt voor wat het bestuur en de medezeggenschap uiteindelijk met die uitkomsten gaan doen.
Wie geïnteresseerd is en per mail op de hoogte gehouden wil worden van de debatten, kan een mail sturen naar: secretariaat.cvb@uu.nl