Studentenpartijen: confrontatie of overleg?
Hoe bereik je als studentenpartij het meeste in de universiteitsraad? In een verkiezingsdebat woensdagmiddag voor de UB liet nieuwkomer Helder geen twijfel bestaan over de koers: “Als je gefrustreerd wordt, mag je zelf ook frustreren.”
In de zon maar vooral in de wind waren enkele tientallen geïnteresseerden en toevallige passanten in De Uithof getuige van een interessante catfight. De lijsttrekker van de nieuwe partij Helder, Anna Grebenchtchikova, liet van zich horen door de twee zittende partijen VUUR en Partij voor de Utrechtse Student van slappe knieën te beschuldigen. “De partijen beloofden vorig jaar meer computerwerkplekken en meer laptopaansluitingen. Daar is niets van terechtgekomen. Op dezelfde manier hebben ze het papieren Ublad uit handen gegeven. Making the same promises, breaking the same promises, denk ik dan.”
Helder wil volgend jaar de confrontatie met het college van bestuur zoeken: “Als je gefrustreerd wordt bij dingen die jou aan het hart gaan, mag je zelf ook frustreren.”
De twee opponenten van Grebenchtchikova refereerden aan het feit dat de wortels van Helder toch vooral in het actiewezen liggen. Ankie Dols, lijsttrekker van VUUR: “De U-raad is een overlegorgaan waar je voor alle studenten in zit. Protesteren doe je buiten de raad, bij comité SOS of zo.” Ook de Partij voor de Utrechtse Student-lijsttrekker Kristel van der Woerdt was die mening toegedaan: “Overtuigen op basis van feiten daar gaat het om.”
Buiten de uitlatingen over de stijl van medezeggenschap, gaven ook andere discussies aanleiding te veronderstellen dat het volgend jaar best spannend kan worden in de U-raad. Opvallend genoeg vinden de Partij voor de Utrechtse Student en Helder elkaar op twee prominente punten. Beide willen de herkansingen voor alle studenten openstellen en niet alleen voor studenten met een onvoldoende. Van der Woerdt: “Als ambitieuze studenten graag hun cijfer opkrikken omdat ze dan meer kans maken op toelating tot de master van hun keuze, dan moet dat kunnen.” VUUR aarzelt om de universiteit te belasten met een dergelijke dure generieke maatregel die mogelijk maar voor een kleine groep studenten van belang zou zijn.
VUUR wil in tegenstelling tot de PvdUS en Helder ook weinig weten van een extensivering van het onderwijs. De PvdUS hoopt studenten de keuze te kunnen geven tussen vooral hoorcolleges en vooral werkgroepen. Hiermee zouden studenten hun eigen stijl van studeren kunnen kiezen en de universiteit geld besparen. Ankie Dols van VUUR: “Maar dan moet je je toch afvragen waar het leereffect blijft?”
Over één punt zijn alle partijen het in ieder geval eens. Sportcentrum Olympos mag dan problemen hebben om aan de financiële verplichtingen ten opzichte van de universiteit te voldoen; de sportprijzen in Utrecht kunnen niet omhoog. Grebenchtchikova: “Utrecht is al de duurste stad om te sporten, het mag niet nog duurder worden.”
XB