UU-psychologen vertellen waarom meer kennis en aandacht noodzakelijk is
Students on steroids; over de invloed van hormonen op studentenwelzijn
Hoogleraar Psychologie Dennis Schutter zou heel graag weten wat nu precies de invloed is van hormonen, zoals bijvoorbeeld testosteron en cortisol, op studentenwelzijn. De psychische gezondheid van studenten is een onderwerp dat hem aan het hart gaat, niet in de laatste plaats omdat hij zelf ook docent is.
Zelf doet hij veel onderzoek in de experimentele en biologische psychologie naar emotie en motivatie, maar over de relatie tussen de hormoonhuishouding en het welbevinden van studenten is volgens hem nog bar weinig bekend.
Zijn collega, universitair hoofddocent Klinische Psychologie Lotte Gerritsen, combineert onderzoek naar geslachtshormonen en stresshormonen met neuro imaging en gedragsgegevens om individuele verschillen in emotieregulatie en stressgevoeligheid te begrijpen. Zij ziet dat met name over vrouwelijke geslachtshormonen en hun invloed op psychisch welzijn nog veel kennis ontbreekt.
Beiden pleiten al geruime tijd voor meer aandacht voor de relatie tussen hormonen en de psychische gesteldheid van studenten.
“Veel van onze onderzoeken voeren we uit binnen studentenpopulaties”, licht Gerritsen toe. “Wat dat aangaat, zou je kunnen stellen dat we al veel weten over het psychisch welzijn van studenten en over de rol van hormonen daarin.”
“Maar studies specifiek over de relatie tussen hormonen en studentenwelzijn zijn er nog niet”, vertelt Schutter. “De invloed van hormonen op studentenwelzijn kan daarom niet expliciet gemaakt worden. Bovendien is psychisch welzijn nu eenmaal niet te reduceren tot een set moleculen.”
Dennis Schutter. Foto: Ed van Rijswijk, Universiteit Utrecht
Schutter sprak dit voorjaar met collega-docenten op het door Team Studentenwelzijn van de UU georganiseerde medewerkerssymposium Studentenwelzijn en tijdens een workshop over studentenwelzijn van de faculteit Bètawetenschappen.
“Het doel was om van gedachten te wisselen over studentenwelzijn. Om bewustzijn te vergroten en samen na te denken over mogelijke oorzaken van psychische problemen en over de vraag hoe studentenwelzijn verbeterd zou kunnen worden. Wantdocenten en studenten zijn zich amper bewust van wat hormonen met je brein doen.”
Lotte Gerritsen. Screenshot uit video Studium Generale: Hoe beïnvloeden hormonen onze emoties?
‘Je bent minder bang om te falen als je een hoger testeronniveau hebt’
“Neem bijvoorbeeld het geslachtshormoon testosteron”, zegt Schutter. “Testosteron beïnvloedt onze emoties, zoals gevoelens van dominantie, competitiedrang, en zelfvertrouwen. Daarnaast remt testosteron cortisol, het stresshormoon dat angst stimuleert.”
“Hoe meer testosteron in je lijf, hoe minder stress en angst je dus ervaart bij licht stressvolle situaties en hoe minder zorgen je je maakt over de gevolgen van je gedrag en wat anderen daarvan vinden.”
Niet alle mannen hebben hetzelfde testosteronniveau en ook vrouwen hebben testosteron in hun lijf. Bij vrouwen is die hoeveelheid alleen een stuk kleiner en wordt een deel van het testosteron omgezet in het vrouwelijke geslachtshormoon estradiol, dat volgens Gerritsen andere effecten heeft dan testosteron.
Het effect van hogere niveaus aan testosteron is volgens Schutter niet alleen terug te zien in fysieke kenmerken zoals een zwaardere stem, gezichts- en lichaamsbeharing en spiermassa, maar ook in het brein en dus in ons gedrag.
“Een hoog testosteronniveau draagt bij aan een lagere gevoeligheid voor straf en dat is weer positief gerelateerd aan risicogedrag. Je bent feitelijk minder bang om te falen. Dit effect zorgt voor meer zelfvertrouwen. In de context van competitie en prestatiedrang kun je hiermee je voordeel doen. In sommige andere situaties is het juist een nadeel en zou je beter wat voorzichtiger kunnen zijn.”
Waar testosteron vooral een rol speelt bij het verhogen van zelfvertrouwen, beloningsgevoeligheid en dominantie, speelt volgens Gerritsen bij vrouwen estradiol een rol in geheugen, aandacht, stemmingsregulatie en stressgevoeligheid.
Dat hormonale effect ziet Schutter ook terug in zijn collegezaal. “Testosteron is bijvoorbeeld een mogelijke reden waarom mannen eerder dan vrouwen een gevoel hebben van ‘oh, dat doe ik gewoon’. Of waarom mannen voor een tentamen eerder de neiging hebben een boek vluchtig door te bladeren en denken, ‘nou, ik bluf me er wel doorheen’, terwijl vrouwen bij wijze van spreken een heel boek uit hun hoofd leren.”
Testosteron staat ook in verband met het hebben van gedrevenheid, of een drang naar macht, beloning en competitie. “In die zin zou een hoog testosteronniveau negatief van invloed kunnen zijn op het welzijn van mannelijke studenten”, aldus Schutter. “Wanneer ze bijvoorbeeld niet genoeg of niet op de juiste manier worden uitgedaagd in het onderwijs.”
‘De meeste vrouwen voelen zich dan aantrekkelijker, hebben ook meer zelfvertrouwen’
Ook vrouwelijke geslachtshormonen zijn van invloed op het psychische welzijn. “Het afgelopen jaar is een studie gepubliceerd die aantoont dat we in de psychologie en psychiatrie rekening moeten houden met de menstruele cyclus,” zegt Gerritsen.
“We zien namelijk dat bepaalde psychische klachten verergeren gedurende de cyclus. En dat bij bepaalde stoornissen, de medicatie moet worden aangepast naarmate de cyclus vordert. Dat zijn inzichten die we nu pas krijgen.”
Het loont volgens Gerritsen dan ook om als vrouw meer te weten over je eigen cyclus en de invloed hiervan op je welzijn. “Iedere vrouw heeft haar eigen cyclus en die kan ook nog eens per maand verschillen. Sommige vrouwen zijn bijvoorbeeld heel gevoelig voor progesteron en anderen voor de effecten van oestrogeen.”
“Zo kan een daling van progesteron in de premenstruele fase ervoor zorgen dat je sneller geagiteerd bent. Sommige vrouwen kunnen somber worden en - hoewel progesteron angstverlagend zou moeten werken - zelfs angstig. Ook zien we dat eetlust vaak toeneemt. Maar ook slechter slapen en daardoor een slechte concentratie komen veel voor.”
“Het geslachtshormoon oestrogeen heeft daarentegen vaak een positief effect op iemands welzijn. In de tweede week van de cyclus, richting de eisprong, hebben vrouwen een enorme piek in de oestrogenen. De meeste vrouwen voelen zich dan aantrekkelijker, hebben meer zelfvertrouwen, minder slaap nodig, zijn vol energie, voelen zich sterk, nemen meer risico en zijn impulsiever.”
“Dat zijn grote verschillen per cyclus. Als je daar gevoelig voor bent, dan is het goed om met deze schommelingen in je cyclus rekening te houden. Bij het inplannen van een belangrijke presentatie bijvoorbeeld. Maar in de praktijk is dit lang niet altijd haalbaar.”
‘Een avondje doorhalen en je testosteronniveau is de volgende dag een heel stuk lager’
Naast de individuele hormoonhuishouding zijn er tal van externe factoren een effect kunnen hebben op hoe iemand zich voelt. Zo kunnen synthetische hormonen ervoor zorgen dat het lichaam zelf bepaalde hormonen niet meer hoeft te produceren. “Zoals bij de anticonceptiepil”, legt Gerritsen uit. “De natuurlijke cyclus wordt platgelegd. De effecten hiervan verschillen per vrouw en kunnen ook je welzijn beïnvloeden.”
“Daarnaast is stress van invloed op de menstruele cyclus. Stress wordt namelijk gedreven door cortisol en cortisol heeft directe interacties met progesteron en oestrogenen. We vermoeden dat wanneer iemand veel stress heeft ervaren, er in de premenstruele fase heftigere klachten optreden”, aldus Gerritsen. “Daar doen we nu onderzoek naar.”
“Een andere studie heeft aangetoond dat de invloed van examenstress bij vrouwelijke studenten varieert afhankelijk van de fase in de cyclus.”
Voeding is ook een belangrijke factor. Suiker heeft bijvoorbeeld invloed op het insulinegehalte. Insuline is een hormoon dat de bloedsuikerspiegel reguleert. Geslachtshormonen, zoals oestrogeen en progesteron, beïnvloeden de gevoeligheid voor insuline en kunnen schommelingen in de bloedsuiker veroorzaken, vooral tijdens de menstruatiecyclus of de overgang. “Zo kan een plotselinge daling van de bloedsuikerspiegel door bijvoorbeeld een suikerdip ervoor zorgen dat je je minder prettig en energiek voelt”, vertelt Gerritsen.
“Alcohol en drugs hebben vooral bij mannen een nadelig effect op testosteron. Een avondje doorhalen en je testosteronniveau is de volgende dag een heel stuk lager.”
Maar je kan je welzijn ook positief beïnvloeden via je hormonen. “Mannen hebben ’s morgens hun testosteronpiek en volop energie. In de avond zwakt dit weer af. Dat peil schommelt en kan weer tijdelijk opgekrikt worden door intensief te sporten, waardoor je je energieker voelt.”
‘Het gewoon maar accepteren, zou geen optie mogen zijn’
Volgens Schutter en Gerritsen zou het mooi zijn als onderwijsinstellingen meer rekening gaan houden met de hormonale verschillen tussen studenten. Instellingen kunnen bijvoorbeeld een medische indicatie overwegen voor vrouwen die veel last hebben van menstruatieklachten, zodat ze bijvoorbeeld een uitzonderingspositie krijgen en zich ziek mogen melden of een extra toetskans krijgen.
Maar vooralsnog is het aan docenten en studenten zelf om meer bewustzijn voor dit onderwerp te creëren. Schutter: “Je kunt als docent bijvoorbeeld inzien dat een gevoelig persoon in een sterk competitieve omgeving misschien weinig baat heeft bij extra druk.”
“Of dat het creëren van succeservaringen bijdraagt aan het welzijn van studenten. Een succeservaring geeft namelijk een beloningssignaal af in je brein. Je krijgt een korte boost van testosteron en een afname van cortisol, waardoor je een gevoel van euforie en competentie ervaart. Bijvoorbeeld wanneer je eindelijk dat tentamen haalt of iets snapt wat in het boek staat.”
“Dit is een versimpelde weergave, want er gebeuren op zo’n moment een miljoen dingen tegelijkertijd, maar dit effect van testosteron werkt zelfversterkend. Door zo’n ervaring ga je er een volgende keer zelfverzekerder in. En dat komt het psychisch welzijn alleen maar ten goede.”
“Het beloningssignaal werkt ook voor vrouwen, maar het wetenschappelijk onderzoek is niet eenduidig. Misschien vanwege een bias in onderzoek naar mannen. Er is een onderzoek dat bewijs opvoert dat vrouwen in teamverband een toename van testosteron laten zien als ze winnen, maar niet in individueel verband.”
Vrouwelijke studenten zouden volgens Gerritsen wat liever voor zichzelf mogen zijn. “Kennis van je eigen cyclus en begrip kweken voor (pre)menstruatieklachten, kan onzekerheid wegnemen. In de kwetsbare fasen van je cyclus kun je bijvoorbeeld eerder last krijgen van faalangsten die je misschien al hebt. Dan is het belangrijk dat je begrijpt waar dat vandaan komt. Want laten we eerlijk zijn, iedereen die last heeft van buikpijn en nachten niet goed slaapt, is de volgende dag chagrijnig en functioneert niet optimaal.”
“Ook meer tijd inplannen om te herstellen van een spannende prestatie is belangrijk. Of tijd nemen om iets leuks te doen en steun te zoeken wanneer je merkt dat je hormonen je van slag maken. Buffers inbouwen. Want het ‘gewoon maar accepteren’, zou echt geen optie meer mogen zijn.”
Van 17 tot en met 28 november vinden er weer allerlei activiteiten plaats in het kader van de Wellbeing Week van de UU. Klik hier voor meer informatie en voor het blokkenschema.
Reacties
We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.