Studeren en werken op anderhalve meter, hoe gaan we dat doen?

De Onderwijsparade begin maart was voorlopig het laatste grootschalige universitaire evenement, Foto DUB

Bomvolle collegezalen zijn voorlopig verleden tijd. Samendrommen in de gangen kan even niet. En hoelang gaat het duren? Vrijwel niemand durft erop te rekenen dat we in september verlost zijn van het coronavirus.

Maar de poorten kunnen niet voor altijd gesloten blijven. Langzaamaan gaan we naar een anderhalvemetersamenleving, zoals premier Mark Rutte het noemt. Hoe gaat het ‘nieuwe normaal’ eruitzien in het hoger onderwijs? De universiteiten zullen net als alle andere maatschappelijke sectoren moeten komen met goed doordachte plannen voordat ze weer toestemming krijgen om open te gaan.

Collegezalen maar voor een derde gebruiken
De UU heeft vorige week vijf werkgroepen in het leven geroepen die de gevolgen van de coronacrisis gaan onderzoeken. Directeur van het Facilitair Service Centrum Eddie Verzendaal geeft leiding aan een werkgroep die in beeld moet brengen wat de norm van ‘anderhalve meter’ betekent voor het ruimtegebruik in de universitaire gebouwen.

Verzendaal wil met het oog op mogelijke versoepelingen van het landelijke coronabeleid al over een week uitgangspunten rapporteren aan twee andere werkgroepen die zich buigen over de gevolgen van de coronacrisis voor respectievelijk het onderwijs en het onderzoek.

De opdracht aan Verzendaal is veelomvattend. Het in omvang grootste vraagstuk is de organisatie van de colleges en werkgroepen. “We moeten bekijken wat we doen met de onderwijsruimte. Waarschijnlijk kun je die nog maar voor een derde of de helft gebruiken. De vraag is ook of we ons timeslotmodel voor cursussen overeind kunnen houden. Dat gaat gepaard met grote mobiliteit van studenten. Is dat verstandig?”

Maar ook de reguliere bedrijfsvoering behoeft aandacht. “Misschien moeten we met diensten gaan werken, zodat niet iedereen tegelijkertijd op kantoor is. En vergaderingen met meer dan vijf mensen kun je mogelijk beter alleen nog maar online doen.”

De grootste druk om snel duidelijke maatregelen te nemen, komt uit het onderzoek. Verzendaal bekijkt met zijn werkgroep hoe labs en andere onderzoeksfaciliteiten weer veilig in gebruik kunnen worden genomen.

Hoewel de UU inmiddels al heeft laten weten dat al het onderwijs en alle toetsing van blok 4 ook online zal plaatsvinden, wil Verzendaal graag dat de nieuwe regels per 1 juni in werking kunnen treden. Tot die datum heeft het kabinet grote samenkomsten, en dus ook het onderwijs, verboden.

Nadenken over kantines
Ook bij andere hogescholen en universiteiten wordt hard nagedacht over de implicaties van een anderhalvemeter-eis, zo blijkt uit een rondgang van het Hoger Onderwijs Persbureau. De vragen zijn legio. Komt er onderwijs in de avonduren? Moeten er juist grote sporthallen worden afgehuurd, voor toetsen bijvoorbeeld? En hoe moet het met practica? Kunnen de kantines wel open?

Een andere belangrijke vraag: mogen docenten en studenten weigeren om naar het gebouw te komen? Ze kunnen goede redenen hebben. Stel dat ze in de risicogroep vallen en bijvoorbeeld al longproblemen hebben of dat ze hun bejaarde ouders of hun kwetsbare partners niet willen besmetten. Uit een enquête van de Algemene Onderwijsbond blijkt dat veel docenten in de rest van het onderwijs bezorgd zijn over de risico’s als de scholen weer opengaan.

En voor nieuwe eerstejaars is de crisis ook jammer: hoe moet het nu met alle introductiefeesten en de kennismakingstijd? De verenigingen en introcommissies moeten iets verzinnen, want knusse rijen slaapmatjes in de sporthal of hutjemutje in de kroeg gaat dit jaar niet lukken. En alles afblazen kan natuurlijk ook niet. Maar wat dan wel?

 

Advertentie