Utrechtse studenten tegen Máxima: ‘Wij zijn er wel klaar mee’

Foto's; Brunopress/Patrick van Emst

Al uren zaten de studenten in een zaaltje en docenten in een andere zaal van het Koningsbergergebouw te wachten op een mysterieuze gast. Ze hadden te horen gekregen dat de burgemeester langs zou komen om met hen in gesprek te gaan over het studeren en doceren in coronatijd. Maar niet de burgemeester kwam de zaal binnen, het was koningin Máxima.

De Universiteit Utrecht kreeg een paar weken geleden het verzoek of koningin Máxima op werkbezoek mocht komen. Het koninklijk huis wil graag geïnformeerd worden over hoe de dagelijkse praktijk loopt in coronatijd om zo betrokkenheid te tonen. Hoe gaan de studenten om met de crisis? Wat betekent digitaal lesgeven voor de docenten? 

De organisatie vond in het diepste geheim. plaats De studenten en docenten die werden benaderd voor een ontmoeting mochten niet weten wie ze zouden ontmoeten. Vandaar dat hun verteld werd dat de burgemeester op bezoek zou komen.

Op bezoek bij het practicum
Op dinsdag 8 december is collegevoorzitter Anton Pijpers de gastheer. Hij vangt de koningin net na 13.00 uur op en begeleidt haar naar de ingang van het Koningsbergergebouw. Daar spreekt ze met twee universitaire coronamedewerkers. “Ik ben blij dat studenten nog het gebouw binnen mogen”, vertelt coronacoördinator Ellen Witteveen aan de majesteit. “Dan heb je toch het gevoel dat we de last voor studenten kunnen verlichten.”

foto: Brunopress/Patrick van Emst

“Wij hebben geluk dat we dit practicum hebben”, zegt Bas van Leeuwen(20), één van de biologiestudenten van het practicum waar Máxima een kijkje neemt. De studenten laten ook blijken dat studeren in een pandemie geen pretje is. Neem nu Bas. Hij woonde tot voor de zomer bij zijn ouders in Woerden, maar vanwege het gebrek aan contact met medestudenten ging hij op kamers wonen. Hij kwam terecht op het IBB, in een eenheid van 15 mensen. “Maar dan zit je dus met veel mensen samen. En in de coronatijd gaf dat veel problemen. Wat kon je wel samen doen? Wanneer overtrad je de regels? Het was allemaal niet makkelijk.” Nu is hij verhuisd naar Zuilen waar slechts zes studenten wonen. “Dat is in ieder geval overzichtelijker.”

foto:Brunopress/Patrick van Emst

Bas was tot november voorzitter van de Utrechtse Biologen Vereniging. Vanaf maart kon hij met zijn bestuur maar weinig organiseren. Hoe de vereniging daar nu mee omgaat, bespreekt Máxima met zijn opvolgers in de verenigingskamer. “We zijn nu beperkt tot online activiteiten als een pubquiz, een online escaperoom en digitale koffiemomentjes”, zegt verenigingsvoorzitter Machiel van Halteren. (zie video).

foto: Brunopress/Patrick van Emst

Studenten hebben sociaal contact nodig
Studenten hebben behoefte aan sociaal contact en dat is tijdens deze crisis behoorlijk ingeperkt, houden de studenten de koningin voor bij een gesprek over studentenwelzijn. “We zijn er wel een beetje klaar mee”, zegt Denise van de Sant, voorzitter van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) en voormalig bachelorstudent Algemene Sociale Wetenschappen. “Studenten hebben nu eenmaal veel behoefte aan sociaal contact. En dan loop je eerder gevaar. Ik woon in een huis met negen studenten. Als iemand besmet is, moet meteen iedereen weer in quarantaine.”

En hoe voelt het dan dat studenten de schuld van de tweede golf krijgen?, wil Máxima weten. “Heel onterecht”, antwoordt Denise. “Wij kunnen daar niet veel aan doen en ik zie dat verenigingen hun best doen om de regels zoveel mogelijk na te leven en tegelijk toch studenten iets van contact  proberen te bieden. Zo organiseerde een vereniging laatst een livestream met een DJ zodat je thuis kon meedansen.”

Collegevoorzitter Anton Pijpers beaamt dat de Utrechtse verenigingen zich heel gedisciplineerd gedragen. De kritiek is volgens hen niet terecht. Maar ja, als dan een bericht in de krant komt van feestvierende studenten in een discobus, dan gaat daar al snel de aandacht naar uit.

Fysiek contact is echt nodig, zegt ook eerstejaars student Thomas van Asperen. Hij is net begonnen met zijn studie Natuurwetenschap & Innovatiemanagement. “Je begint aan een nieuwe studie. Dat moet een tijd zijn van vrienden maken. Maar niets daarvan. Ik heb één keer per week een werkcollege en dan ga ik weer naar huis. Dat is een anticlimax. Ik wil wel op kamers, maar dat kan ik niet betalen. Je ontmoet nauwelijks mensen. Ik denk de hele tijd: wat wordt er van mij verwacht? “

Het wordt steeds moeilijker een scheiding tussen studie en privé aan te brengen. Aukje de Ruiter, student Pedagogiek en bestuurslid van de landelijke belangenbehartiger het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) ziet dat ook bij de studenten in haar omgeving. “Je hebt nu je telefoon voor alles. De grens tussen studie en even ontspannen loopt door elkaar heen. Dat is best lastig”. Thomas voefgt toe:  “Ik krijg vierkante ogen van het scherm.”

foto: Brunopress/Patrick van Emst

Fear of Missing Out
Het is een herkenbaar verhaal. “Wij maken ons zorgen over de studenten die wij niet in beeld hebben”, zegt studentpsycholoog Kirsten Stringa. “Door extra aandacht te besteden aan de begeleiding, probeer je een beeld te krijgen van de studenten die buiten de boot vallen en wegkwijnen. De tutoren zouden daar zicht op moeten hebben en ze dan doorverwijzen. Maar dat beeld is niet compleet. Vooral over internationale studenten maken we ons zorgen. Zij hebben geen vrienden van de middelbare school of familie waar ze op terug kunnen vallen.”

De koningin wil graag weten wat voor perspectief de studenten zien voor 2021. Over de toekomst is Denise van de LKvV duidelijk. “Dit mag niet lang meer doorgaan zo. Dat houden we niet vol. Geef ons perspectief.” De koningin signaleert dat het probleem van vorig jaar de fear of missing out was, nu zijn de zorgen hoe krijg ik voldoende vrienden. “Wij horen van veel studenten dat ze worstelen met de eenzaamheid”, zegt Aukje van het ISO. “Het bewijst hoe belangrijk de binding van het onderwijs is. Studenten hebben fysiek contact nodig.”

Te efficiënt onderwijs
Diezelfde zorgen krijgt Máxima te horen van de docenten in een zaal verderop. Met een onopvallende groep beveiligers schrijdt ze van de ene naar de andere kant van het gebouw. In de zaal zitten enkele Utrechtse docenten, op het scherm aangevuld met collega’s uit Wageningen, Eindhoven, Twente en Maastricht. Ze zien de goede kanten van digitalisering, maar erkennen dat fysiek onderwijs nodig is. “Digitalisering was al een trend in het onderwijs”, vertelt Manon Kluijtmans, directeur van het Utrechtse Centre for Academic Teaching. “Dat was onze redding. Maar we zien nu ook dat alleen digitaal onderwijs niet goed is.”

foto: Brunopress/Patrick van Emst​​​​​​​

Onderwijskundig adviseur Barend Lust van de Universiteit Maastricht onderschrijft dat. “Je hebt geen moment meer om een student nog even aan te spreken. Vroeger bleef je even hangen na het college. Dat is nu iets dat je bewust moet je creëren.” Kim Schildkamp van de Universiteit Twente mist de gezichten van de studenten “Je hebt geen contact. Het zijn kleine blokjes op je scherm.” Perry den Brok uit Wageningen voegt toe “Docenten zijn bezig het onderwijs heel efficiënt te maken, waarbij het grote gevaar is dat het sociale moment verdwijnt.”

Marathon
Maar hoe gaat het met de docenten zelf, wil Máxima weten. Even valt een stilte. “De docenten hebben het na de lockdown voortvarend aangepakt”, begint Manon Kluijtmans. “Maar we merken dat het steeds zwaarder wordt voor de docenten. Het begint een marathon te worden. Docenten willen hun onderwijs op niveau houden en om dat te realiseren moeten ze veel investeren. Soms te veel.”

foto: Brunopress/Patrick van Emst

“Het is wel goed dat er hier op de universiteit steeds meer waardering komt voor de docenten”, vult Gönul Dilaver van de opleiding Biomedische Wetenschappen aan. “Je ziet dat docenten creatief naar oplossingen zoeken.”

Rector Henk Kummeling is bij deze sessie ook aangeschoven. Hij constateert  een koerswijziging wat betreft de waardering, maar waarschuwt voor de onbegrensde inzet van de docenten. “De universiteit heeft in het verleden teveel gekoerst op beoordeling op basis van onderzoek. Dat is nu aan het veranderen. Onderwijs is belangrijk. Dat zie je ook in deze tijd. Ik ben blij met de enorme inzet van onze docenten om het onderwijs op peil te houden. Maar het is ook een valkuil. Voor docenten betekent het een opeenstapeling van inspanningen. En ergens ligt er ook een grens. Die zullen we als bestuurders moeten bewaken.”

foto: Brunopress/Patrick van Emst

De goed geïnformeerde Máxima had gelezen dat de prestaties van de studenten in coronatijd toch beter zijn dan verwacht.  Opgemerkt wordt dat het om de gemiddelde student gaat en dat voor een aantal studenten de resultaten minder zijn. “Over het algemeen merken wij wel dat studenten iets meer tijd nemen om te studeren”, beaamt de Wageningse hoogleraar Perry den Brok. “Ze mogen de deur niet uit en hebben niets anders te doen.” 

En dat doet vrezen voor de toekomst. Wat gebeurt er als straks alles weer mag, vraagt de koningin. Een van de docenten mompelt: “Ik hoop niet dat studenten dan twee maanden gaan feesten en geen oog meer voor de studie zullen hebben.”

Advertentie