UU'er Otto van de Beek creëert duurzame hulpmiddelen voor onderzoek en onderwijs
”Ik kreeg dinsdag de vraag om een instrument te bouwen”, legt Otto van de Beek uit. “Ik kon dat binnen drie dagen al leveren, omdat ik de spullen ‘in huis’ heb. Dat zijn allerlei restmaterialen die de universiteit grotendeels zou hebben weggegooid. Als ik materialen eerst had moeten bestellen, waren we zo een maand verder geweest. Het onderzoek zou dan ook vertraging oplopen. Het is dus een win-win situatie.”
Van de Beek (62) begon zijn carrière aan de Universiteit Utrecht bij de faculteit Diergeneeskunde. "Ik heb daar ruim 20 jaar gewerkt en een heleboel gemaakt en geleerd. Zo heb ik een zogenoemde bolus, een behuizing, ontwikkeld voor meetapparatuur die in de maag van een koe geplaatst wordt om het welzijn van de koe te kunnen meten. Door de behuizing blijft de apparatuur een leven lang goed. Wanneer innovatie bijdraagt aan een betere wereld vind ik dat prachtig."
Ik heb de mooiste baan die ik me kan bedenken
Later werkte Van de Beek bij het Facilitair Service Centrum en Vastgoed & Campus en inmiddels is hij al acht jaar werkzaam bij de Faculteit Bètawetenschappen. De laatste jaren als instrumentmaker en coördinator van de Jobshop. De Jobshop is een werkplaats die onder andere gebruikt wordt voor practicum van informaticastudenten. Zij kunnen daar bijvoorbeeld hardware maken, maar studenten kunnen hier onder begeleiding van Van de Beek ook andere apparatuur maken. “Ik heb de mooiste baan die ik me kan bedenken. Vorig jaar heb ik heel veel overuren gemaakt, dat was me nooit gelukt als ik het werk niet zo mooi zou vinden.”
Werkplaats in het Caroline Bleekergebouw
Van de Beek ontwikkelt en vervaardigt apparatuur waarbij de rode draad in zijn werk het hergebruik van materiaal is. “Ik heb zo de afgelopen vier jaar al 250.000 euro bespaard door gebruik te maken van restmaterialen. Het is altijd al mijn grondhouding geweest om bij spullen die weggedaan worden, eerst te kijken of er nog iets bruikbaar is. Bij alles wat ik maak, kijk ik dan ook eerst wat ik kan hergebruiken. Hierdoor bespaar ik niet alleen veel geld maar ook een hoop tijd." Zo maakte hij nog een ronde door het oude pand van Aardwetenschappen. "Ik heb toen een hoop materialen verzameld, zoals reduceerventielen, die ik deels dezelfde week nog kon hergebruiken."
Mensen weten mij gemakkelijk te vinden
Omdat Van de Beek al lang voor de universiteit werkt, heeft hij een behoorlijk netwerk opgebouwd. Iets waar hij dagelijks profijt van heeft. “Dankzij mijn netwerk weet ik waar collega’s mee bezig zijn en wat ze nodig hebben. Daardoor kan ik snel schakelen en kan ik onderzoeksgroepen samenbrengen. Bijvoorbeeld als er bij een onderzoeksgroep een bepaald apparaat nodig is, dan koppel ik ze aan een groep waar een vergelijkbaar apparaat gebruikt wordt en zo ontstaat er een vorm van samenwerking.
"Zo gaat het ook als er bepaalde apparatuur niet meer gebruikt gaat worden, zoals laatst een ultra centrifuge. Die kan ik dan onder de aandacht brengen bij een groep die er een zoekt. Zo enorm simpel is het vaak. Mensen weten mij ook gemakkelijk te vinden. Zo krijg ik regelmatig een berichtje van een collega met een foto van een object en de vraag of ik er nog iets mee kan. Tafelframes, drukmeters of afgeschreven apparatuur. Ik kan het vaak nog goed gebruiken. Soms wordt het dezelfde dag al gebruikt en soms blijft het wat langer staan, maar uiteindelijk wordt het gebruikt."
Instrument met hergebruikte drukmeters
Van de Beek heeft zijn werkplaats in het Caroline Bleekergebouw aan de Sorbonnelaan, maar zijn materialen en instrumenten zijn in verschillende gebouwen in het Utrecht Science Park te vinden. Veel van wat Van de Beek maakt, staat in het Kruytgebouw. Bij een ronde door het gebouw laat Van de Beek zien wat hij allemaal gemaakt heeft. Een tafel met aan elkaar gelaste frames, zo gemaakt dat het gewicht van een loodzware machine er op kan staan of een op maat gemaakte kast waarin gewerkt kan worden met schadelijke stoffen omdat er een Hepa-filter is ingebouwd. "Het filter in deze kast komt weer uit een apparaat dat ik gered heb van de stort."
Op maat gemaakte instrumentenkast met ingebouwd HEPA-filter
In het Kruytgebouw ontmoet hij collega Arjan Hasselman, teamleider logistiek binnen het Facilitair Service Centrum. Hij heeft wat materialen waarvan hij denkt dat ze nog bruikbaar kunnen zijn dus Van de Beek loopt met hem mee. Hasselman: "Er is vaak zoveel kostbaar materiaal dat weggegooid wordt maar nog hergebruikt kan worden. Je moet alleen wel weten waar en waarvoor het gebruikt kan worden. Van de Beek is die schakel nu maar je zou er een fulltime baan mee kunnen vullen." Van de Beek vult aan: "Eigenlijk zou er een systeem moeten komen waarin restmateriaal of oude apparatuur kan worden geregistreerd. Ik weet nu veel te onderscheppen en hergebruiken maar ik maak me weleens zorgen over hoe dat zal gaan als ik straks met pensioen ben. "
Opzoek naar bruikbaar restmateriaal