Van Rooy: 'Student moet leren multitasken'

Hoe krijg je als student een goede baan? Welke rol speelt de universiteit in de maatschappij? Yvonne van Rooy pakt de rode draden van de afgelopen jaren nog één keer op en schetst in tien statements de toestand van de Universiteit Utrecht.

Terug op het oude nest. Yvonne van Rooy studeert in de jaren zeventig rechten aan de Universiteit Utrecht. Na een politieke carrière en een voorzitterschap van de Universiteit van Tilburg, keert ze in 2004 terug naar haar alma mater als collegevoorzitter. In haar bestuursperiode is er veel gebeurd. Van Rooy leidde de Utrechtse universiteit vanuit een zonovergoten kamer. Met passie, met toewijding en met een zekere mate van bestuurlijke eigenwijsheid. Nu vertrekt ze naar de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Wat kan ze de studenten en medewerkers meegeven?

De universiteit is niet voor iedereen. Sommige vwo’ers kunnen beter naar het hbo.
“Vroeger wilden we hoger onderwijs voor velen. Met succes. Op dit moment volgt bijna 50 procent van de jongeren een opleiding aan een hogeschool of universiteit. Die ontwikkeling heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt en het onderwijs. Het wordt tijd voor een andere weg waarbij er meer ruimte is voor differentiatie. Naast de normale opleidingen en de researchmasters hebben we nu ook een breed scala aan honoursprogramma’s en - opleidingen. Selectie hoort daarbij. Maar evenzeer dat het niet vanzelfsprekend is dat iedere vwo-er naar de universiteit gaat. Veel vwo’ers zouden zich veel beter thuis voelen op een meer praktijkgerichte hbo-opleiding. Daar is niets mis mee. In de jaren negentig ging 20 procent van het vwo naar een hbo. Nu willen alle vwo’ers naar de universiteit omdat ze zich niet thuis voelen op het hbo. Het hbo moet dus aantrekkelijker worden. Dat kan door meer te gaan differentiëren. Universiteiten doen dat al met honourscolleges, speciale programma’s voor de betere student. Hbo’s zouden ook die weg moeten inslaan, bijvoorbeeld met driejarige tracks voor de student met een vwo-opleiding. Als je niet zomaar toegelaten wordt voor een opleiding, stijgt het imago. Kijk maar naar conservatoria of kunstacademies. Deze hbo-opleidingen hebben veel prestige.”

Studenten investeren in hun toekomst. Dan moet je ook betalen.
“Studeren is een prachtige investering in je toekomst. Je krijgt later een goed betaalde baan en dus is het logisch dat je bijdraagt aan de studiekosten. In Nederland krijg je heel goed academisch onderwijs. Britse studenten komen steeds vaker hierheen omdat de opleiding bij hen veel duurder is. Nederlandse universiteiten zijn waard om in te investeren. Studenten hebben goede mogelijkheden om te lenen voor hun opleiding. Benut die lening dan wel voor studiegerelateerde activiteiten, maar niet voor nog een vakantie." 

Niet het tempo, maar wát je gedaan hebt bepaalt of je een baan vindt.
"Een student moet leren multitasken en veel dingen tegelijkertijd oppakken. In de huidige studietijd met één jaar extra in de bachelor en één jaar extra in de master kan dat goed. Van veel dingen tegelijk doen, krijg je een kick. Veel studenten die ik tegenkom hebben achteraf spijt van de zaken die ze niet gedaan hebben. Wat je niet gedaan hebt, kun je nooit meer terugdraaien. Wees dus actief, bij een vereniging, in de medezeggenschap of bij een andere organisatie. En ga naar het buitenland. Bedrijven werken tegenwoordig bijna allemaal op een internationale markt en zoeken werknemers met internationale ervaring. Een goed afstudeerproject of een goede stage is eveneens belangrijk. Zo’n ervaring is een vaak een belangrijke opstap. Mijn vier tips om een baan te vinden zijn:

  • Haal hoge cijfers, dat doet er toe
  • Ga naar het buitenland voor Internationale ervaring
  • Zorg dat je initiatiefrijk en actief bent tijdens de studie
  • Kies zorgvuldig een afstudeerproject of afstudeerstage in een bedrijf of organisatie."

De politiek is steeds bemoeizuchtiger geworden.
"Je ziet in de politiek een slingerbeweging. Een tijd lang ging het om meer autonomie. Jo Ritzen heeft als minister heel goed werk heeft verricht met de invoering van de MUB (de wet modernisering universitair bestuur). Hij verdient daarvoor een monument. Wij hebben een hoogst efficiënt systeem, met effectieve medezeggenschap en met een raad van toezicht, waardoor de overheid meer op afstand kwam te staan. Tegelijk zie je dat de politiek in Den Haag steeds de neiging heeft om zich toch weer te bemoeien met details. Een voorbeeld is de meting van de prestatieafspraken. We dreigen terecht te komen in een schijnwereld. Het idee is dat 7 procent van het universitaire geld afhankelijk wordt van de prestaties. Het dreigt een heel circus van rapporten te worden waar instellingen veel tijd mee kwijt zijn. Hoe je bijvoorbeeld valorisatie moet meten is nog niet eens duidelijk." 

De universiteit is meer een Europese dan een Nederlandse universiteit.
"We zouden best wat meer een internationale universiteit mogen zijn. Waar Den Haag het laat afweten, pakt Brussel het goed op. Europa heeft een enorm goed researchbeleid. Voor Horizon 2020 is 80 miljard euro voor onderzoek voorzien. De European Research Council kent forse grants toe voor toponderzoekers waarbij kwaliteit de enige maatstaf is. Daarnaast zijn er grand challenges, waarbij de focus op de maatschappelijke meerwaarde ligt. Die thema’s zijn breder dan bij de Nederlandse topsectoren, waar het accent sterk op de economie ligt. Voor ons ligt de toekomst in Europa. We zullen veel internationaler en groter moeten denken, want we krijgen steeds meer concurrentie uit Azië en het Midden-Oosten."

Een sterke universiteit durft pijnlijke keuzes te maken.
"Als je internationaal wilt scoren, moet je ruimte geven aan toponderzoek. Om dat te bereiken moet je echte topmensen aantrekken, met name uit het buitenland. Je zult dus heel kritisch moeten zijn op de keuzes die je maakt. In Utrecht hebben we dat gedaan met de focusgebieden en de vier strategische thema’s. Investeren kan alleen door keuzes te maken. Je zult elke openstaande vacature onder de loep moeten nemen. Kun je de opdracht niet beter veranderen of twee vacatures samenvoegen om een topper aan te stellen? Die keuze is soms lastig te verkopen. Goede kwaliteit van het onderzoek is namelijk niet het enige criterium waarop je je keuzes baseert. Je kijkt ook naar de relevantie voor de maatschappij. Je kunt alleen ruimte bieden aan nieuw, baanbrekend onderzoek als je ook onderzoek dat minder relevant is of elders beter past durft af te stoten."

De universiteit staat midden in de maatschappij en daarom is wetenschappelijke integriteit extra belangrijk.
"Ooit zaten de universiteiten in een ivoren toren en keek de samenleving met gepaste afstand naar de wetenschap. Wat de hoogleraren zeiden, had bijna automatisch gezag. Nu staan de wetenschappers veel meer in de samenleving. Ze gaan het debat aan. Dat is aan de ene kant positief. Aan de andere kant betekent het ook dat de universiteit kwetsbaarder is. De wetenschap moet - terecht - bewijzen dat ze integer is en dat het onderzoek van hoge kwaliteit is. Daarom is het ook zo belangrijk dat de universiteit studenten van het begin af aan het morele besef bijbrengt om integer te zijn." 

Alumni zijn bereid om te betalen voor hún universiteit als je de opleiding exclusief maakt.
"Ik hoor regelmatig van alumni dat ze het leuk vinden om te horen dat de Universiteit Utrecht het zo goed doet in de rankings. We weten de alumni ook steeds beter te benaderen en aan ons te binden, maar er zit nog wel een verschil met de Angelsaksische landen. Als je heel veel moeite moet doen om toegelaten te worden voor een opleiding bij Harvard waarvoor je 35.000 dollar betaalt , dan ben je vanzelfsprekend trots op die opleiding. Als je ook nog eens beurs hebt gekregen, ben je de universiteit je leven lang dankbaar. Wanneer je, zoals in Nederland, de opleiding als vanzelfsprekend en niet als een voorrecht ervaart, dan heb je minder die bijzondere band. In Utrecht zie je dat bijvoorbeeld wel bij het University College. Daar hebben de - geselecteerde - studenten een veel sterkere band met de studie en dat blijft als zij alumnus zijn."

De universiteit is geen bedrijf, maar een gemeenschap.
"De universiteit is een complexe organisatie. Het werkt niet als je van bovenaf oplegt wat er moet gebeuren. Daarom vind ik het goed om medewerkers en studenten zoveel mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van beleid. We hebben een goed overleg met de Universiteitsraad. Bij de totstandkoming van het strategisch plan hebben we het afgelopen jaar met brainstormsessies die inspraak nog breder gemaakt. Daardoor krijg je soms bijzondere uitkomsten die het beleid beïnvloeden. Zo zochten wij een oplossing om het aanbod van cursussen terug te brengen. Veel aanbod is heel duur, zeker wanneer zich maar weinig studenten aanmelden voor een cursus. Bij de brainstormsessie bleek dat de studenten worstelden met keuzestress. Ze blijken het lastig te vinden om uit heel veel cursussen zelf een traject samen te stellen. Zij stelden voor de twee dossiers aan elkaar koppelen en meer te werken met voorgeprogrammeerde minoren."

De verhouding mannen en vrouwen moeten in balans zijn. 
"Aan vrouwen wordt altijd gevraagd hoe ze een wetenschappelijk carrière denken te combineren met een gezin. Ik vraag dat altijd ook aan jonge mannelijke wetenschappers. Als hij dan zegt dat zijn vrouw voor de kinderen zorgt, reageer ik verbaasd en vraag of hij niet een dag minder zou kunnen werken. Ik denk sowieso dat er progressie zichtbaar is. Ik ben blij dat er nu ook Pauline van der Meer Mohr in Rotterdam en Louise Gunning van de UvA collegevoorzitter zijn. En ook wetenschappelijk boeken we vooruitgang. Wij zijn in Utrecht met een mentorproject gestart voor talentvolle jonge vrouwelijke wetenschappers. De resultaten worden al zichtbaar. Veel deelneemsters hebben promotie gemaakt en de eerste vrouwen zijn nu al benoemd tot hoogleraar. Overigens is het niet alleen een kwestie van meer vrouwen. Je hebt binnen een organisatie een goede balans nodig tussen mannen én vrouwen.  De mannen hebben vaak meer ambitie, de vrouwen kunnen beter organiseren. En als je ziet dat bij sommige opleidingen bijna alleen maar vrouwen instromen, baart mij dat eveneens zorgen."

Dilemma’s

Politica of bestuurder?
Ik ben duidelijk liever een bestuurder, iemand die van A naar B wil. Bij de politiek gaat het vaker om macht en om ervoor te zorgen dat je standpunten overgenomen worden. Maar ik heb in de 15 jaar aan de universiteit wel veel profijt gehad van mijn politieke ervaring. Je weet hoe de machtsverhoudingen liggen en hoe je het moet aanpakken om draagvlak te ontwikkelen. 

Workaholic of levensgenieter?
Ik ben bepaald geen workaholic, maar ik geniet van mijn werk. Ik heb altijd werk gehad waarbij de scheidslijn tussen privé en werk dun is. Ik houd van cultuur en als ik naar een concert van het USKO ga, geniet ik daarvan. Ik ben daar ook als collegevoorzitter. In mijn functie ben je daar voortdurend van bewust. Toch heb ik heus wel mijn moment dat ik niets voor het werk doe en bijvoorbeeld gewoon lekker in de tuin werk.

Utrecht Science Park of De Uithof?
De Uithof is van vroeger. Ik associeer De Uithof met het gebied van de onderwijsinstelling. Het profiel van het Utrecht Science Park is veel breder. Dit is het centrum voor kennis en innovatie. Bij zo’n science park hoort de komst van het RIVM of de researchafdeling van Danone.

Utrecht Science Park of de binnenstad?
Dat vind ik een onmogelijke keuze. Het mooie van de Universiteit Utrecht is juist dat je enerzijds het Utrecht Science Park hebt, en anderzijds die mooie binnenstad waarin de geschiedenis van de universiteit is weerspiegeld.

DUB of het Ublad?
Dan kies ik voor DUB. Ik vind het goed om dagelijks het nieuws te kunnen volgen en te lezen wat er allemaal gebeurt. Is ook handig bij vergaderingen om actueel geïnformeerd te zijn. Het Ublad versscheen maar eens per twee weken. Ik denk dat op termijn andere universiteiten het voorbeeld van DUB zullen volgens, zoals ze dat nu ook in Groningen van plan zijn.

Halbe Zijlstra of Ronald Plasterk?
Ronald Plasterk wekte als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen grote verwachtingen omdat hij uit de sector kwam. Mijn ervaring is echter dat ministers uit de sector het vaak moeilijk hebben. Ze moeten zich extra bewijzen. Plasterk heeft zich als minister vooral bezig gehouden met onderwerpen waar hij nog onbekend mee was, zoals cultuur. In de wereld van het hoger onderwijs trad hij daarom minder op de voorgrond. Dat is anders met Halbe Zijlstra. Hij heeft zich juist helemaal gestort op het hoger onderwijs. Met hem hebben we goede afspraken kunnen maken over de prestatieafspraken. 

UVSV of JSVU
Dit is geen keuze, maar duidelijk een geval van én én. Ik ben zelf van beide actief lid geweest. De studievereniging is goed vanwege de goedkope studieboeken en de aan studie gerelateerde activiteiten. Bij de studentenvereniging ontmoet je studenten van andere opleidingen en dat vind ik ook belangrijk. Het actief zijn bij een vereniging vergroot je kansen op de arbeidsmarkt.

 

Advertentie