Van Ufje tot Neerlands beste 'ironman': ‘Als topsporter help ik meer mensen dan als chirurg’
Niet veel later na haar promotie stond ze alweer in de kou in het Oostenrijkse Lech. De in Groningen geboren Els is namelijk niet alleen een vers gepromoveerde geneeskundestudent: ze is vooral Nederlands snelste vrouw op de Ironman Hawaï van 2019. Met een tijd van 9 uur, 18 minuten en 42 seconden werd ze zestiende op deze loodzware race, waarbij deelnemers maar liefst 180 kilometer fietsen, een marathon lopen en bijna vier kilometer zwemmen.
Zo’n tien jaar geleden was er van dié versie van Els Visser nog weinig te bekennen. Sterker nog, ze was in bijna alles het compleet tegenovergestelde: ze was net begonnen in Utrecht en genoot met volle teugen van het studeren en van het studentenleven. Vanwege haar fascinatie voor het menselijk lichaam koos ze voor geneeskunde met de droom ooit chirurg te worden. Ook werd ze lid van studentenvereniging UVSV, het begin van ‘een heel intens studentenleven’. “Ik woonde in een verenigingshuis, en voor mij was de vereniging net als mijn studie super belangrijk. En na mijn bachelor deed ik er een bestuursjaar als ab actis.” Sporten deed ze, in tegenstelling tot haar jeugd, nauwelijks. Af en toe hardlopen, om een beetje in conditie te blijven.
Nu bestaat haar leven vooral uit trainen, trainen en nog eens trainen. Als er een kwalificatiewedstrijd aan zit te komen, is 25 uur trainen per week voor haar weinig bijzonder meer. Ze zit elk jaar samen met haar ploeg drie maanden in Australië en drie maanden in Zwitserland en reist voor wedstrijden de hele wereld over. Via haar website, Facebook en Instagram houdt ze haar fans bijna dagelijks op de hoogte van haar trainingen en wedstrijden. Fietsen in en om Utrecht doet ze nauwelijks meer, als ze in de Domstad is traint ze vooral binnen.
Schipbreukeling op een onbewoond eiland
De ommekeer komt na een dramatische gebeurtenis in augustus 2014. Samen met zo’n twintig anderen drijft Els Visser op een reddingsvlot op de Flores-zee bij Indonesië. Haar toeristenboot, die onderweg was naar de Komodo-eilanden, was in zwaar weer ergens ten noorden van vulkaaneiland Sangeang gezonken. Het scheepje had geen gps-baken of navigatiesysteem aan boord. Aan land wist niemand dat het schip was vergaan, en de overlevenden hadden geen idee welke kant ze opdreven. Bovendien was het reddingsvlot te klein voor alle opvarenden, waardoor de schipbreukelingen op toerbeurt in het water lagen.
Na een koude nacht besluit Els samen met vier anderen de gok te wagen en naar een eiland in de verte te zwemmen. Na een uitputtende zwemtocht van acht uur bereikte ze samen met een Nieuw-Zeelandse vrouw de kust van het eiland. Maar daarmee was het gevaar nog niet geweken. Het eiland was rotsachtig, en onbewoond. Door hun eigen urine te drinken, wisten de twee vrouwen te overleven tot ze door een vissersboot werden opgemerkt. Een dag later werden ze gered. Ook de drie andere zwemmers haalden het. Zij bleken op een ander deel van hetzelfde eiland aan land te zijn gekomen. De Kustwacht zette een reddingsactie op touw om ook de overgebleven overlevenden uit zee te redden. Voor twee opvarenden was dat te laat: zij zijn nooit gevonden.
Door haar schipbreuk werd Els korte tijd wereldnieuws en stond ze in alle Nederlandse kranten. Nog steeds wordt het verhaal van haar overleving graag aangehaald door de media. ‘Els Visser zwom acht uur in zee na een schipbreuk. Nu is ze professioneel triatleet’, kopte NRC bijvoorbeeld in augustus 2019. Ze is dat inmiddels wel een beetje zat, en wil liever over haar sport praten.
Maar het valt niet te ontkennen dat de schipbreuk deels de reden is dat ze verliefd werd op de triatlon. Na de ramp begon ze intensiever te sporten om haar hoofd leeg te krijgen. Toen vriendinnen aan een sprinttriatlon begonnen, besloot ze dat zelf ook te proberen. Van haar tijd in zee had ze geen watervrees gekregen. Tijdens deze eerste wedstrijd finishte ze als eerste hoewel ze tijdens de race onder andere haar fiets niet kon vinden.
Talent voor de sport
De wedstrijd smaakte naar meer. Via-via hoorde ze over de ironman-races. Ze schreef zich in voor de ironman in Zürich van 2017, werd lid van de Utrechtse triatlonvereniging Hellas en begon onder begeleiding van een coach gericht te trainen.
Tijdens haar allereerste ironman komt ze als vierde binnen, tussen de profsporters. Dat was de reden om honderd procent voor de topsport te kiezen, en haar carrière als arts op een lager pitje te zetten. “Die race ging echt super goed, hoewel ik niet zo heel veel race-voorbereiding had”, blikt ze terug. “Volgens anderen had ik talent voor de sport. Dus ik besloot: Ik ga er gewoon voor, kijken hoe het gaat. Ik wilde er geen spijt van krijgen dat ik het niét had gedaan.”
Hoewel haar vrienden haar steunden, reageerde haar omgeving wel een beetje verbaasd. “De universiteit en mijn begeleiders vonden het wel een bijzondere keuze”, lacht Els. Maar voor haar stond het vast. “Er was weinig van te vinden, ik ging het gewoon doen.” Toch wilde ze haar promotieonderzoek dat een veelbelovende stap is richting een carrière als chirurg, niet opgeven. Naast haar pittige trainingsschema van drie trainingen per dag bleef ze aan haar onderzoek naar de behandeling van slokdarmkanker werken. Vijf uur ’s ochtends opstaan, werken tot de eerste training, om na die training even in een koffiebar neer te strijken en nog een paar uur in haar onderzoek te steken. Soms zette ze zich zelfs ’s avonds nog aan haar studie, als ze niet al op was van het trainen.
Haar onderzoek was dan ook geen sinecure. Vier jaar lang deed ze uitgebreid praktijk- en literatuuronderzoek naar de effecten van verschillende behandelingen en behandelmomenten op de overlevingskans van slokdarmkankerpatiënten. Sommige cohortstudies hadden meer dan 3500 patiënten – een monnikenwerk. Slokdarmkanker is moeilijk te genezen. In 2010 overleefde nog geen 20 procent. Ondanks verbeterde behandelingen blijft no ook nog maar de helft van de patiënten die een slokdarmoperatie hebben ondergaan langer dan vijf jaar leven. Els ontdekte onder andere dat bij bepaalde sub-soorten genetische verschillen in de kankercellen invloed hebben op de overlevingskans van de patiënt.
Terug naar de basis
Hoewel Els zich dus al jaren voorsorteerde op een toekomst als chirurg, zet Els die laatste stap niet. Spijt heeft ze geen minuut. Nog steeds klinkt ze dromerig, als ze het over de charme van de triatlon heeft. “Het is die combinatie van drie sporten waar je zó goed in moet zijn”, zegt ze. “En het is een sport zonder hulpmiddelen en technologie, een sport waarbij je teruggaat naar de basis. Tijdens de race ben je helemaal op jezelf aangewezen, en elke race is anders. Ik beleef nog elke keer plezier aan het trainen, doe races op allerlei plaatsen in de wereld, ontmoet nieuwe mensen en kom ontzettend veel buiten.”
Daarbij is haar ster als topsporter rijzende. Nadat ze in 2018 als eerste finishte tijdens de ironman van Maastricht, haalde ze als snelste vrouw uit Nederland de 16e plek tijdens de Ironman van Hawaii, de race der races in triatlonland. Net als in Maastricht oogde ze opvallend fris op de finish, vooral als je bedenkt dat ze eigenlijk nog maar twee jaar als topsporter bezig is. Wat is haar geheim?
“Soms ben ik wel helemaal uitgedroogd hoor”, zegt ze. “Andere keren heb ik het gevoel dat ik nog wel 10 kilometer door kan lopen.” Maar ze erkent dat ze er wel een speciaal talent voor lijkt te hebben. “Ik denk dat het deels genetisch is en in mijn lichaamsbouw zit. Mijn lichaam kan veel verdragen en is weinig blessuregevoelig.” Maar een ander deel zit in haar psyche, en de manier waarop ze met haar Australische trainer werkt. “Je moet heel geduldig zijn in de ironman. We trainen heel veel op gevoel, zonder ingewikkelde berekeningen. We gaan tijdens het trainen op zoek naar de grens, zodat ik tijdens de race er niet overheen ga.” Maar het is ook haar karakter. “Ik ga altijd wel recht op mijn doel af. Dat was zo met mijn studie, maar ook hier.”
Stap in het diepe
Dat ze, in tegenstelling tot veel andere profsporters, een ‘intense’ studententijd heeft gehad, ziet ze als een voordeel. “Ik denk dat het studeren me een betere atleet maakt. Heel veel sporters beginnen heel jong, maar ik heb me tijdens mijn studententijd als persoon ontwikkeld. Je leert leiding geven, organiseren. Een ironman is voor ongeveer 40 procent mentaal. Je moet veerkrachtig en weerbaar zijn. Het helpt dan als je ook andere werelden kent.”
Met die mindset en haar verhaal wil ze anderen inspireren. “Stap in het diepe! We zijn tot veel meer in staat dan we zelf denken. Als het gaat om onze doelen bereiken en succesvol zijn, hebben we vaak zo veel excuses om het niet te doen. Maar als je het niet probeert, zal het altijd onmogelijk blijven. Maar voor mij was het belangrijkste om in mijzelf te geloven. Mijn omgeving dacht in het begin ook ‘wat voor keuze is dit nu’, maar ik heb me niet laten tegenhouden.”
Nu ze die felbegeerde doctorstitel in handen heeft, neemt ze de tijd om vooruit te kijken. “Ik wil even een paar maanden bijkomen”, vertelt ze. “Het was intens om dat onderzoek naast je topsport te doen, echt superzwaar.” Vast staat dat topsport voorlopig de hoofdrol in haar leven houdt. En dat ze in 2020 weer op Hawaii wil starten, om nog een betere tijd te halen. “Ik ben nog heel erg jong in de sport, dus kan de komende jaren nog doorgaan.”
Hoewel ze nu als topsporter en spreker haar geld verdient, zegt ze de geneeskunde niet helemaal vaarwel. Ze wil haar sport gebruiken om een actieve en gezonde levensstijl te promoten. “Die fascinatie voor het menselijk lichaam en de zorg blijft”, vertelt ze. “Maar met preventie en inspiratie kan ik meer mensen helpen dan die ene patiënt die bij je als chirurg op de tafel ligt – dan is het eigenlijk al te laat.”