Moestuinen moeten mogelijk wijken voor hockeyveld
Vernieuwing sportcentrum Olympos complexe puzzel
Het gebouw van sportcentrum Olympos is in 2028 afgeschreven. De vraag wat er daarna moet gebeuren, hield de afgelopen jaren niet alleen de directie van Olympos bezig.
UU-voorzitter Anton Pijpers droomde bijvoorbeeld niet eens zo heel lang geleden hardop van een sportaccommodatie als onderdeel van een bruisend centrum van het Utrecht Science Park. Als bezoekers die onder de A27 doorfietsen meteen sportende studenten en medewerkers zagen, zou dat het universiteitsterrein een veel levendiger aanblik geven.
In de omgevingsvisie voor het Utrecht Science Park die vorig jaar door de gemeenteraad werd vastgesteld, was er van dat soort ideeën weinig meer over. Het verplaatsen van alle sportfaciliteiten naar wat nu de zogenoemde schapenwei en het parkeerterrein aan de Padualaan zijn, werd als onhaalbaar bestempeld. Olympos zou ook in de toekomst op de huidige locatie aan de noordkant van het universiteitsterrein moeten blijven, zo was te lezen.
Bij de bespreking in de gemeenteraad bleken veel raadspartijen niet overtuigd van dit onderdeel van de plannen voor het Utrecht Science Park. Zij wilden alleen instemmen met de omgevingsvisie als het stadsbestuur kon beloven dat er nog eens grondig onderzoek werd gedaan naar de ideale sportlocatie. Een motie van de VVD die daarop aandrong, werd aangenomen.
Ook de directie van sportcentrum Olympos had behoefte aan een beter gefundeerd besluit. Met alle faciliteiten op een meer zichtbare plek aan de westzijde van het Utrecht Science Park zou het volgens directeur Cees Verhoef veel gemakkelijker worden om de exploitatie van het sportcentrum rond te krijgen. Ook zou het sportcentrum daarmee aantrekkelijker worden voor studenten van de hogeschool.
Bovendien is het al jaren de vraag waar er ruimte gevonden kan worden voor extra velden voor de hockeyers en voetballers die lange wachtlijsten hebben. Als oplossing werd geopperd om velden samen met de nieuwe internationale school te gaan gebruiken. Die school moet over een aantal jaar naast het nieuwe RIVM-gebouw komen te staan.
Sociale cohesie
Dit voorjaar was het nieuwe onderzoek klaar. De conclusie is dat nieuwbouw of herontwikkeling van Olympos en uitbreiding van het aantal velden echt het best op de huidige locatie kan plaatsvinden.
Tal van overwegingen speelden daarbij een rol. Met sportfaciliteiten op de schapenweide en naast de internationale school loopt de tramlijn daar precies tussendoor. En zoiets is slecht voor de sociale cohesie en veiligheid. Bovendien zouden de kosten van de aanleg van nieuwe voorzieningen inderdaad veel hoger zijn.
Daarop besloot het College van Bestuur kort voor de zomer definitief dat er in eerste instantie gemikt gaat worden op het scenario waarin een nieuw sportcentrum en nieuwe velden grofweg op de plek komen waar Olympos nu ook ligt. Een aanvullende reden voor het universiteitsbestuur was dat er al alternatieve bestemmingenzijn bedacht voor de andere locaties. Zo komt er mogelijk een ‘parkeerhub’ op het huidige parkeerterrein aan de Padualaan. En de schapenweide moet onderdeel gaan uitmaken van een park dat een groene entree naar het Utrecht Science Park moet gaan bieden.
Een schets van de voorkeursvariant waarbij Olympos op de huidige locatie blijft en waarbij er extra velden bijkomen. Of dit scenario mogelijk is, wordt nu onderzocht. Illustratie komt uit Haalbaarheidsonderzoek Sport USP.
Nog niet zeker
Voor wat betreft het sportcentrum Olympos is de gedachte nu dat er na 2028 een nieuw sportgebouw komt op de plek waar op dit moment een hockeyveld ligt. En dan is het zoeken naar mogelijkheden om één extra hockeyveld te creëren en liefst twee extra voetbalvelden.
In de voorkeursvariant die nu is onderzocht zien we dat aan de oostzijde van het nieuwe sportgebouw twee voetbalvelden zouden kunnen komen en aan de westzijde twee hockeyvelden. Het huidige voetbalveld blijft liggen waar het ligt. (Zie plattegrond hierboven)
Het huidige rugbyveld krijgt volgens de plannen kunstgras zodat het ook door voetballers is te gebruiken. Het extra hockeyveld kan op de plek komen waar nu de moestuinen van de vereniging De Uithovenier zijn gevestigd.
Volgens voorzitter van de tuindersvereniging Henk van Dijk is dat een heel slecht idee, onder meer omdat daarmee volgens hem ‘de groene long’ van het science park wordt aangetast. (Zie kader onderaan).
Maar het is ook nog lang niet zeker dat het allemaal zo gaat gebeuren. Begin volgend jaar wil de universiteit weten of alle plannen te betalen zijn en of ze ook daadwerkelijk te realiseren zijn. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan.
Collegelid Margot van der Starre zei tijdens de bespreking van het Strategisch Huisvestingsplan in een commissie van de universiteitsraad vorige week dat er bijvoorbeeld ook gekeken kan worden naar renovatie van het sportcomplex als de universiteit onvoldoende geld voor nieuwbouw blijkt te hebben.
Uiterste best
In het onderzoek wordt de wens van sportcentrum Olympos om behalve de veldcapaciteit ook de zalencapaciteit uit te breiden meegenomen. Volgens directeur Cees Verhoef hebben ook zaalsportverenigingen wachtlijsten. Hij denkt dat zo’n uitbreiding te bekostigen zou zijn als de universiteit als grond- en gebouweigenaar samenwerking zoekt met de gemeente en andere partners. In de stad Utrecht is er immers ook een tekort aan sportzalen en -velden. De vraag is of zo’n samenwerking daadwerkelijk kans van slagen heeft.
Maar er zijn meer belangrijke vragen in de complexe puzzel die gelegd moet worden. Hoe zullen alle sportactiviteiten doorgang kunnen vinden als er tegelijkertijd gebouwd wordt?, om maar een voorbeeld te noemen.
En wat als de zeventig moestuinen van studenten en (oud-)medewerkers daadwerkelijk moeten verhuizen? De universiteit heeft gezegd in dat geval haar uiterste best te willen doen om een andere locatie te vinden. Maar een garantie dat dat gaat lukken, geeft ze niet.
'Ons weghalen zou kapitaalvernietiging zijn‘
Voor voorzitter van De Uithovenier Henk van Dijk is de verplaatsing, of nog erger opheffing, van de moestuinen nog lang geen gelopen race. De vereniging viert volgend jaar haar 50-jarig bestaan en kan zich volgens hem verheugen in een groeiende belangstelling.
Op dit moment zijn er zo’n negentig leden die de zeventig tuinen verzorgen langs het fietspad achter het Vening Meineszgebouw dat naar het huidige sportcentrum Olympos leidt. “Er zijn altijd wachtlijsten met studenten en medewerkers van de UU.”
Van Dijk wijst erop dat de moestuinen samen met naastgelegen Botanische Tuinen “één biotoop” vormen voor insecten, vogels en andere dieren. In eigen documenten van de universiteit wordt bijvoorbeeld ook melding gemaakt van de bijzondere aanwezigheid van de ringslang in het gebied in de oksel van de A27 en A28. “In feite is dit de groene long van hele science park.”
Bovendien heeft de universiteit volgens de voorzitter nog niet zo heel lang geleden behoorlijk wat geïnvesteerd in de tuinen. Ook in 2010 moesten de moestuinders immers al een keer verhuizen, destijds omdat er een rugbyveld op hun toenmalige plek aan de Upssalalaan moest komen. Op de huidige locatie werd onder meer een geheel nieuwe grondlaag aangebracht en een waterpomp geïnstalleerd. “Ons daar nu weer weghalen, zou werkelijk kapitaalvernietiging zijn.”
De voorzitter heeft nog steeds hoop dat de universiteit toch andere plekken voor de sportvelden in overweging wil nemen. Naar zijn idee liggen er daarvoor mogelijkheden aan de andere kant van de A28, onder het tunneltje naar De Bilt door. Of geheel aan de oostzijde van het USP, op de terreinen van de faculteit Diergeneeskunde waar hij tot zijn pensioen nog niet zo lang geleden werkzaam was.
Mocht alles toch mislopen en de universiteit toch besluiten dat de tuinen moeten wijken, dan heeft hij zijn vertrouwen gevestigd op een toezegging van de universiteit. Die heeft hem “een inspanningsverplichting” beloofd. De UU zal een nieuwe geschikt terrein proberen te vinden als dat straks werkelijk nodig blijkt.
Volgens Van Dijk zou zo’n terrein dan wel beschikbaar moeten komen ruim voordat de huidige tuinen moeten worden verlaten. “Mensen begrijpen soms niet hoeveel tijd en energie er gaat zitten in het bewerken van je grond voordat je er echt iets aan hebt. Sommige van onze fruitbomen en struiken beginnen nu na 13 jaar pas werkelijk veel vruchten te dragen. Daarom zou het ook zo verschrikkelijk jammer zijn als we nu weer moeten verhuizen.”