Vier suggesties om de universitaire politiek sexyer te maken

Politiek actieve UU’ers willen graag meer aandacht voor het werk van medezeggenschapsraden. Maar hoe bereik je dat? DUB sprak met tien betrokkenen en doet vier suggesties.

De universitaire politiek leeft niet onder de gemiddelde UU’er. Ook dit jaar moeten de huidige medezeggenschappers alles uit de kast halen om opvolgers te vinden. Kandidaten kunnen zich via deze pagina melden.

Kan de interesse voor de het universitaire raadswerk vergroot worden? En zo ja, hoe? Voor dit artikel legt DUB vier suggesties voor aan tien politiek betrokken UU’ers.


1. Zeg vaker waar het op staat

Filosoof Ernst-Otto Onasch baarde afgelopen jaar opzien door in de universiteitsraad te roepen dat website van de universiteit “kut” is. Hij is een voorstander van helder taalgebruik. “Medezeggenschappers voelen zich sterk verbonden met de organisatie, en net zoals in een goed huwelijk gebruik je dan ook in de raad wel eens uitdrukkingen die juist aan deze binding uitdrukking geven. Dat is geen doelloos railleren, maar een uitdrukking van betrokkenheid.”

Bij de faculteit Geneeskunde bijvoorbeeld hebben ze een decaan die ervoor zorgt dat vergaderingen niet te technocratisch worden. Docente immunologie en raadslid Kristin Denzer: “Met een decaan als Miedema hoef je je geen zorgen te maken over een gebrek aan vermakelijk taalgebruik.”


Vergaderingen doen zo nu en dan erg formeel aan

Elders is de vergaderstijl soms wel wat stijfjes. Sebastiaan Steenman, docent bestuurskunde en onlangs verkozen tot docenttalent: “Ik vind de vergaderingen van onze raad zo nu en dan erg formeel aandoen, ik zit veel liever om de tafel met het faculteitsbestuur, dan dat ik in een raadszaal met microfoons.”

Student Algemene Sociale Wetenschappen Jurriaan Jacobs: “Niet zozeer de bestuurstaal moet veranderen, mensen in de medezeggenschap moeten meer vragen stellen en proberen door te dringen naar de kern. Durf te vragen en durf door te vragen!”

Maar meer krachttermen om het raadswerk sexier te maken? Dierenverpleger en faculteitsraadlid Marco Veloo ziet er niks in. “We moeten respectvol met elkaar omgaan om de medezeggenschap aanzien te laten genieten en zo het personeel en de studenten met waardigheid te vertegenwoordigen.”


2. Praat vaker over de grieven van medewerkers en studenten

In de medezeggenschapsraden staan veelal bestuursnota’s op de agenda. Plannetjes van het bestuur voor de toekomst. Is er nu wel voldoende ruimte om klachten van studenten en medewerkers te bespreken?

“De raden zitten dicht bij de studenten/medewerkers en daardoor zien zij problemen vaak al aankomen. Deze punten moeten de raden aankaarten bij het bestuur,” zegt Marissa van Dommelen (studentlid faculteitsraad Geowetenschappen).

Wijnand de Leeuw (studentlid universiteitsraad) beaamt dit: “De meeste raden moeten inderdaad veel actiever op zoek naar de problemen die er onder de studenten leven. Anderzijds moeten de studenten zelf ook met hun problemen naar de raden toekomen. Met een betere wisselwerking kunnen raden de klachten beter op de agenda zetten.”

“We moeten een vernieuwingsslag maken, zegt Heleen Verhage, controller bij Bètawetenschappen en lid van de universiteitsraad. “Laten we meer medewerkers en studenten op ad hoc basis bij bepaalde onderwerpen betrekken. Hier krijg je makkelijker de handen voor op elkaar dan voor de klassieke medezeggenschap met haar logge en tijdrovende vergadercultuur.”

In de faculteit Sociale Wetenschappen wordt daar al mee geëxperimenteerd. Student Jurriaan Jacobs wijst als good practice naar het DESI-project, waarbij hij samen met andere studenten een advies uitbracht over hoe om te gaan met de verplichte verhoging van het aantal contacturen. “Niet zo zeer meebesturen moet de trend zijn, maar initiatief nemen. Kijk kritisch naar het onderwijs of de organisatie, speel in op actuele zaken en stem daar je eigen plannen op af.”


3. Zoek vaker het conflict met het bestuur

De medezeggenschap blaft wel, maar bijt zelden. Zou dat niet vaker moeten gebeuren? Dan krijgt de achterban het idee dat er voor hun belangen gevochten wordt.

Alexander Beunder, lid van actiegroep Kritische Studenten Utrecht (KSU) is het daar mee eens. Als voorbeeld noemt hij de bezetting van het bestuursgebouw van de universiteit in februari 2010, als protest tegen de afschaffing van het Ublad. “De U-raad leek toen een strijdvaardige rol te kiezen. De faculteitsraad van Bètawetenschappen stuurde zelfs een steunverklaring voor de bezetting.” Maar verder dan dat ging het niet. Beunder: “Ze hadden ook niet veel keus. De wettelijke macht van medezeggenschapsraden is steeds meer ingeperkt door nieuwe wetgeving in de jaren ‘80 en ‘90, wat raden wettelijk beperkt tot adviserende organen.”

De invoering van automatisch afstuderen is een goed voorbeeld van de beperkte macht van medezeggenschapsraden, vindt Beunder. “De raden zorgden voor uitzonderingen en dat het plan niet te bot werd uitgevoerd. Ze kunnen de koers alleen vertragen.”

Meer UU’ers zien de beperkte macht van de medezeggenschap als een probleem. Je kan schreeuwen wat je wil, bijten, procederen, blokkeren, maar onder aan de streep win je er niet de oorlog mee.

Dat is een reden om te kiezen voor het harmoniemodel. Marissa van Dommelen (faculteitsraad Geowetenschappen) “Uiteindelijk is het bestuur nodig om iets in te voeren en dan is samenwerking juist van belang.”

Toch zou het naar de buitenwereld toe goed zijn als raden soms op hun strepen gaan staan, zegt Ellen Sinot, die kandidaat is om volgend jaar de universiteitsraad in te gaan. “Af en toe een negatief advies zou wel meer het idee geven aan de 'gewone' student dat er daar in de U-raad ook daadwerkelijk wat gebeurt.”

Kristin Denzer (faculteitsraad Geneeskunde) vindt dat raden hun ruggengraat moeten tonen waar het nodig is, maar waarschuwt dat bijten zonder doel, "alleen om op te vallen en DUB te halen"  contraproductief is. “Als er écht iets dwars zit mag er wel op mediagenieke wijze de aandacht op het probleem gevestigd worden”, zegt Denzer. “Zo heb ik in mijn studententijd meegedaan aan een bezetting om broodnodige curriculumveranderingen voor elkaar te krijgen.”

Volgens Ernst-Otto Onasch anticiperen de besturen goed op het sentiment in medezeggenschapsraden. “Ze laten het gewoon niet zover komen door doorgaans goed doortimmerde stukken voor te leggen en eerlijk te communiceren. Besturen spannen de raden niet opzettelijk voor hun karretje te spannen. Mocht dat gebeuren, dan laten de raden zeker weten hun tanden zien.”


4. Maak het raadswerk beter beschikbaar online

Zou de universitaire politiek meer gaan leven als je er meer bekendheid aan geeft? Misschien door videoregistratie van de vergaderingen of een betere beschikbaarheid van de raadsstukken?

De raadsleden onderschrijven dat ze meer zichtbaarheid zouden willen. Maar hoe doe je dat? Videoregistraties zijn volgens de raadsleden geen goed idee. Maar meer aandacht op DUB. Daar tekenen ze voor. Dierenverpleger en faculteitsraadlid Marco Veloo denkt dat "meer zichtbaarheid leidt tot meer betrokkenheid".


Saaie, droge verslagen worden niet gelezen

Probleem is dat zichtbaarheid alleen niet helpt. De raadsstukken moeten interessanter worden, stelt studente Ellen Sinot. “Saaie, droge verslagen worden natuurlijk sowieso niet gelezen. Misschien een 'uit de U-raad' samenwerking met DUB? En dan wat meer pit en humor!”

Met sociale media kan de achterban ook goed bereikt worden, aldus geostudente Marissa van Dommelen. “Een Facebookpagina zou bijvoorbeeld kunnen dienen voor een plek waar studenten/medewerkers opmerkingen kunnen plaatsen en problemen aan kunnen kaarten. Daarnaast kan er vanuit de raden gepost worden wat er tijdens de vergaderingen besproken is en gaat worden.”

Heleen Verhage (universiteitsraad) gebruikt het interne sociale netwerk Yammer om de achterban te informeren. “Ik probeer het raadswerk zichtbaarder te maken door daar wekelijks berichtjes uit de raad op te zetten.” Maar, tekent ze aan, “helaas is Yammer nog weinig bekend en is het (nog) niet toegankelijk voor studenten”.

Alexander Beunder (Kritische Studenten Utrecht) wijst op het belang van een goede universitaire pers om alle informatie te filteren en samen te vatten. “Dat ontbreekt nu. DUB is soms kritisch, maar nou ook niet bepaald een waakhond. En ook faculteitsbladen laten het afweten. Ik las laatst het februarinummer van 'Geestdrift', de krant van de faculteit Geesteswetenschappen, en er stond niet één artikel in over het beleid van de faculteit. Daar is ook een hoop te verbeteren. Zonder goede pers is transparantie an sich niets waard.”

Aan de informatievoorziening op de UU-site schort ook het nodige, vindt Wijnand de Leeuw, studentlid van de universiteitsraad. “Als je meer bekendheid wil hebben voor de universiteitsraad dan moeten de uitkomsten van de vergadering gewoon op de voorpagina van de universiteitswebsite komen en voor facultaire beslissingen op de voorpagina van de faculteitspagina’s.”

Advertentie