Vrouwennetwerk UU is opgeheven omdat het te passief was
Op internationale Vrouwendag was er deze 8 maart geen bijeenkomst in het Academiegebouw, zoals andere jaren, maar een wandeling met een select gezelschap waarin een audiotour over bijzondere vrouwen werd gepresenteerd. De organisatie was in handen van het programma Equality, Diversity & Inclusion.
Tijdens de wandeling raakte de rector Henk Kummeling in gesprek met twee Amerikaanse onderzoekers van de faculteit Geowetenschappen. Zij zijn actief bij het vrouwennetwerk Young Women of Geoscience van die faculteit. “Het is belangrijk, die onderlinge steun die ze ontvangen binnen het netwerk”, vertelden ze. Kummeling zei dat bij sommige faculteiten het vrouwennetwerk goed werkte, maar dat de betrokkenheid op centraal niveau erg laag was. Zo laag zelfs, dat besloten was het netwerk op te heffen.
Besluit al eerder genomen
Bij navraag blijkt dat het besluit om het netwerk op te heffen eigenlijk al bijna een jaar eerder is genomen, maar dit is pas in november officieel door het bestuur bekrachtigd en niet gecommuniceerd aan de leden of de rest van de universiteit Het blad Pandora dat verbonden was aan het Vrouwennetwerk verscheen voor het laatst in februari 2021. Op de site staat nog gewoon de oproep dat vrouwen zich kunnen aanmelden voor het netwerk. Na maart 2021 is er niets nieuws meer gepost.
Volgens Aletta Huizenga, directeur Human Ressources, komt dat “door omstandigheden” en “moet je er niets achter zoeken”. “We wilden eerst kijken hoe we het actieplan diversiteit verder wilden uitwerken en dus welke alternatieve ondersteuning vanuit het EDI we gingen opzetten. Daar hebben we wat tijd voor genomen.”
Bewustzijn genderdiversiteit vergroten
Het vrouwennetwerk heeft op de UU een lange traditie die teruggaat tot de jaren 80. Als doel wordt op de site aangegeven dat het netwerk de positie van vrouwen aan de Universiteit Utrecht wil verbeteren en onevenredige vertegenwoordiging van vrouwen aan de universiteit verkleinen. Dat gebeurt enerzijds door het uitbrengen van advies en het geven van informatie. Daarnaast zegt de website dat het netwerk activiteiten organiseert die bijdragen aan vergroting en bewustzijn (awareness) van genderdiversiteit.
In de praktijk was het vrouwennetwerk niet heel actief. De leden (iets minder dan 1000) waren vooral lid vanwege de nieuwsbrief en om het tijdschrift Pandora te ontvangen. Dat wil niet zeggen dat er de laatste jaren niets gebeurde op het gebied van vrouwenemancipatie en genderbewustzijn. Elk jaar wordt een bijeenkomst rond Internationale Vrouwendag georganiseerd. In 2017 werd in het Academiegebouw een zaal met foto’s van vrouwelijke hoogleraren ingericht. En vanaf dat jaar is er ook een eigen netwerk van vrouwelijke hoogleraren die twee keer per jaar bij elkaar komen, meestal voorafgaand aan de Dies of de Opening van het Academisch Jaar.
Diversiteitsnetwerken
De reden dat het Vrouwennetwerk nu wordt opgeheven heeft vooral te maken met een andere aanpak van diversiteit binnen de universiteit. Er is vorig jaar een actieplan Equality, Diversity & Inclusion opgesteld waarbij diversiteit vanuit een breder perspectief wordt aangepakt. “We willen meer netwerken faciliteren die vanuit hun verbintenis zelf enthousiast zijn een netwerk op te richten”, vertelt Huizenga. Dat kunnen netwerken zijn vanuit culturele achtergrond, gender, afkomst of beperking. “Vrouwen worden niet alleen maar aangesproken op hun vrouw-zijn. Bovendien heeft elke netwerk zijn eigen vraagstukken. Het is goed die besproken worden en dat mensen daar enthousiast over zijn. Het kan leiden tot aanbevelingen die door het EDI opgepikt kunnen worden.”
Voorbeelden van netwerken zijn het African Carribean Heritage Network, het UUrainbow-netwerk, Accessible Academia of Class Consicious Academics Netwerk. Maar ook de Young Women of Geo Science en Women in Information and Computing Science staan erbij. Huizenga: “Deze vrouwen hebben zelf het intiatief genomen voor het netwerk binnen hun vakgebied en dat werkt goed.”
Het landschap verandert
“De opheffing van het Vrouwennetwerk betekent uiteraard niet dat we geen oog zouden hebben voor de vrouwenemancipatie”, zegt Janneke Plantenga, Diversity Dean van de universiteit. “Gender is een van de belangrijke speerpunten van ons programma. Wij monitoren de streefcijfers, wij organiseren de activiteiten op Internationale Vrouwendag en ook de bijeenkomsten voor vrouwelijke hoogleraren.” Maar volgens haar verandert het landschap en dat betekent dat je ook de organisatie daar op moet inrichten. “Als dan blijkt dat het vrouwennetwerk niet actief is, dan moet je ook beslissen dat je het stopt. Maar dat zegt niets over het commitment voor vrouwenemancipatie. In onze stuurgroep zitten ook vrouwen die kunnen zorgen voor input.”
Dikker plafond
Lidwien Poorthuis is directeur van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren en constateert een landelijke trend dat universiteiten diversiteit steeds breder oppakken. “Dat bredere beleid ondersteunen we. Alleen denken we dat de aandacht voor de positie van vrouwelijke wetenschappers daarbij niet vergeten moet worden. Het loslaten van de focus kan een negatief effect hebben.”
Haar stichting brengt nog elk jaar een monitor uit die elk jaar een actueel overzicht geeft van de man-vrouwverdeling in de wetenschap. in Nederland. Ze ziet ook andere issues die nog altijd belangrijk zijn, zoals de gelijke beloning tussen mannen en vrouwen, de sociale veiligheid en inclusie in het wetenschappelijke bedrijf. “Er zit een positieve ontwikkeling in de cijfers als het gaat om vrouwelijke wetenschappers aan de top. Maar we zijn er nog lang niet. Een recent onderzoek van de Utrechtse psychologen Ruth van Veelen en Belle Derks wijst uit dat het glazen plafond bij faculteiten als Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen zelfs dikker is dan bij Bèta- of Geowetenschappen. Het percentage vrouwelijke hoogleraren is dan weliswaar gestegen, maar als je het vergelijkt met de grote instroom van vrouwelijke studenten en jonge onderzoekers is het verschil in vertegenwoordiging van vrouwen aan de top juist groot, met als gevolg dat vrouwen in de Bètawetenschappen hun kansen om hoogleraar te worden nu groter inschatten dan de Sociale en Geesteswetenschappen.”
Sociale Veiligheid
Zo’n vrouwennetwerk zou volgens Poorthuis op het gebied van sociale veiligheid goed werk kunnen verrichten. “Universiteiten beroepen zich op de bestaande meldprocedures. Maar in de praktijk werken die onvoldoende. Bovendien zien wij dat vrouwennetwerken vaak de mogelijkheid bieden om als vrouwen met elkaar over zulke thema’s van gedachten te wisselen. Dat werkt heel positief en kan voor zo’n netwerk de gelegenheid bieden om het bestuur te adviseren over de verbetering van het beleid op het gebied van sociale veiligheid. Het bijzondere van het Utrechtse vrouwennetwerk was juist dat het voor alle vrouwen van de universiteit toegankelijk was. Dat gaf het netwerk een meerwaarde.”
Nu sluit de universiteit niet uit dat er opnieuw een vrouwennetwerk komt. Alleen zou zo’n netwerk dan van onderop moeten ontstaan en zal het vanuit het EDI faciliteiten krijgen om het uit te bouwen. “De vraag is of dat werkt in de huidige tijd van pandemie en werkdruk”, zegt Belle Derks. Zij is hoogleraar Organisatiepsychologie en heeft veel onderzoek gedaan op het gebied van gendergelijkheid. “Ik zie dat iedereen veel te kampen heeft met werkdruk. Dan snap ik dat het animo om als organisator actief te worden in zo’n netwerk niet heel erg hoog is. Terwijl de informatie die daar opgehaald kan worden, zowel voor de vrouwen zelf als voor beleidmakers, heel waardevol en interessant kan zijn.”
Golfbewegingen
Derks constateert dat emancipatie in golfbewegingen gaat. “De laatste jaren zijn er mooie dingen bereikt, zoals de instelling van de Westerdijkleerstoelen tijdens het Westerdijkjaar in 2017 en de Westerdijkleergangen voor extra vrouwen in topfuncties in de wetenschap. En dan loop je het risico dat mensen emancipatie-moe worden. Maar dat is niet terecht. Uitkomsten van ons recente onderzoek naar de effecten van de pandemie op wetenschappers toont dat vrouwelijke wetenschappers met kinderen meer moeite hebben gehad hun werk met hun gezin te combineren tijdens de pandemie en daar zullen we de komende periode de gevolgen van gaan zien. Het is daarom extra belangrijk om via een netwerk signalen hierover op te kunnen vangen. We gaan te vaak voor de silver bullet, dé maatregel waarmee gendergelijkheid gerealiseerd kan worden, maar belangrijk is dat er verandering komt op meerdere niveaus zodat er structureel ook wat verandert.”
Niet op één hoop
Zij denkt dat een vrouwennetwerk daar wel degelijk een rol in kan spelen. “We moeten oppassen dat we de verschillende vormen van diversiteit niet op één hoop gooien en daarmee minder goed zien wat er speelt voor verschillende groepen binnen onze organisatie. Het overkoepelende belang is abstract en motiveert minder sterk een betrokkenheid van onderop. Het kan best zijn dat de oude vorm van het vrouwennetwerk niet goed functioneerde, maar kijk dan naar andere manieren om het op te zetten en aan te jagen. Ik denk dat het als klankbordgroep een waardevolle bijdrage kan leveren.”