Oud-lid UVSV Jojanneke van den Berge debuteert met 'Uf'

'We moeten het hebben over het diepgewortelde seksisme binnen het corps'

Jojanneke-van-den-Berge-eigen foto
Jojanneke van den Berge, foto Keke Keukelaar

In het boek volgen we Eline en David in de begintijd van hun studentenleven. Zij is lid van het vrouwencorps UVSV, hij van het mannencorps USC. Hoewel het boek fictief is, is het verhaal uit het leven gegrepen, zoals je de personages langs de grachten volgt, in hun studentenhuizen en van en naar de Kroeg. Van smerige of soms grappig ontgroeningsscènes, naar bijzondere en saamhorige momenten, en helaas ook naar schrijnende gevallen van seksisme, machtsvertoon en prestatiedruk. 

Hoewel fictief zijn de gebeurtenissen wel veelal gebaseerd op de ervaringen van Van den Berge die als student Internationale Ontwikkelingsstudies en Nieuws & Informatie lid was van UVSV.

De kracht van de band tussen vrouwen

Het idee om dit boek te schrijven ontstond al jaren geleden, maar kwam pas recent tot uiting, zegt ze: “Het idee begon eigenlijk al 25 jaar geleden toen ik zelf lid werd bij UVSV. Ik kwam in een heel leuk huis terecht met negen andere meisjes, die ook nog altijd mijn vriendinnen zijn. Het was toen al mijn wens om de kracht van zo’n band tussen vrouwen te beschrijven. Ik heb me onder de vrouwen van mijn vereniging altijd heel erg gesterkt gevoeld. Er zijn weinig plekken waar je zó los bent van de mannelijke blik. Ik kon er mezelf zijn, gek doen, te hard praten, niet mijn buik inhouden. Vrouwen die zich zó vrij voelen, in een wereld waar dat niet vanzelfsprekend is, dat vind ik geweldig.”

Aanvankelijk wilde Van den Berge een documentaireserie maken over de mooie én schaduwkanten van het corps, omdat ze de wereld van binnenuit kent. De bedoeling was dat de verenigingen de deuren een beetje open zouden zetten, zouden laten zien met welke veranderingen ze bezig waren om grensoverschrijdingen te voorkomen. Ze sprak met alle senaten en besturen. Ze kreeg veel positieve reacties op haar plan maar omdat één senaat uiteindelijk niet wilde, kreeg de docu geen doorgang

Zo schijn ik licht op een besloten wereld

De jaren daarna kwamen er veel nare berichten in het nieuws over Nederlandse studentencorpsen. Zo maakten mannelijke corpsleden in Utrecht een bangalijst, en ging er een video rond van een speech van het Amsterdamse studentencorps waarin er zeer extreme seksistische en haatdragende uitspraken over vrouwen werden gedaan. Toen Jojanneke dit zag, knapte er iets in haar. 

“Ik was zó boos. Precies deze mensen die de speech gaven, die een leidinggevende functie hadden, zouden bezig moeten zijn met cultuurverandering binnen het corps. Een ervan was hiervoor binnen de senaat letterlijk voor verantwoordelijk. De moed zakte me in de schoenen. Ik pakte het schrijven weer op.”

Omdat het corps naar buiten toe als een goede vereniging wil overkomen, wordt er altijd veel binnenskamers gehouden, zegt ze. “Daarom wilde ik uiteindelijk liever een roman schrijven dan een non-fictieboek. Zo schijn ik licht op een besloten wereld, om het gesprek verder aan te zwengelen.” Bovendien kreeg ze door de vorm de volledige vrijheid om te schrijven wat ze wilde, en hiervoor heeft ze dan ook geen toestemming nodig gehad van het corps. 

‘Er wordt je verteld dat je een frigide trut bent of een slet’

Jojanneke-van-den-Berge-boek-UF

Van den Berge vindt het corps heel interessant “Omdat daar de strijd tussen de seksen die we zien in de maatschappij, zich in het klein aftekent. Het moment dat de hoofdpersoon Eline zich met haar vrouwelijke verenigingsgenoten bij de mannen voegt, merk je dat er iets verandert. Haar kleren voelen strakker aan, ze is zelfbewust, op haar hoede. Onder de mannen heerst er - wellicht deels onbewust - nog altijd een strijd tegen, en om de vrouwen.” 

Het is iets wat ze toentertijd zelf aan den lijve heeft ondervonden. “En het is iets waar veel vrouwen helaas nog steeds mee worstelen. Je wordt zomaar aangesproken op je lichaam, op hoe je er uit ziet, wat je draagt of hoe dik of dun je bent. Er wordt je verteld dat je een frigide trut bent of een slet. Dat is niet niks, zeker niet op die leeftijd.”

De strijd tussen de seksen tekent zich er in het klein af

In de VS is veel onderzoek gedaan naar jongens in fraternity’s, de Amerikaanse studentenverenigingen, waaruit blijkt dat de kans dat zij seksueel geweld plegen driemaal groter is dan bij andere mannelijke studenten die niet lid zijn van een vereniging. In Nederland is daar nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. De universiteit Maastricht heeft een eerste stap gezet. Studenten die lid waren rapporteerden ook daar vaker seksueel geweld.

Van den Berge maakt zich zorgen over de ontwikkelingen in het Nederlandse studentencorps. “De speeches bij het ASC waren zó haatdragend en afschuwelijk, dat ik me er over heb verbaasd dat ze niet zijn vervolgd. Dat was dé kans geweest om degenen aan te pakken die leidinggeven aan de verenigingen. Het ging onder andere dus om een senator en iemand uit de ontgroeningscommissie. Dan doe je wat aan de wortels van het probleem.” 

UVSV is heel erg belangrijk geweest voor vrouwen om ruimte in te nemen binnen de universiteit Utrecht en binnen de stad Utrecht

Toch is het boek geen aanklacht tegen het corps, of het bestaan van corporale verenigingen. Integendeel, zegt Van den Berge. “UVSV, is heel erg belangrijk geweest voor vrouwen om ruimte in te nemen binnen de Universiteit Utrecht en binnen de stad. En dat geldt in andere steden voor andere vrouwelijke corporale verenigingen net zo.” 

Zo werd UVSV in 1899 opgericht om vrouwen een plek te geven in een door mannen gedomineerde wereld, in een tijd waarin het nog niet eens vanzelfsprekend was dat vrouwen studeerden. “Ik wil graag een tegengeluid laten horen aan de mensen die zich afvragen waarom vrouwen nog langer lid willen zijn van UVSV of andere corporale verenigingen, met al het seksisme wat er heerst. Alsof dat niet overal in de maatschappij aan de hand is, en alsof vrouwen niet verstandig genoeg zijn om voor zichzelf te beslissen. Met dat soort uitspraken doe je vrouwen echt te kort. Dan kunnen we net zo goed allemaal nooit meer ons bed uitkomen.” 

Wel hoopt ze dat vrouwen zich nog meer gaan durven uitspreken. Ook in het boek komt seksueel grensoverschrijdend gedrag voor, en laat Van den Berge zien wat de kracht kan zijn van je uitspreken, hoe moeilijk dat ook is. “Als je iets vervelends is overkomen op seksueel vlak, of je staat op een bangalijst, kan je je diep schamen, maar die schaamte is niet voor jou. Die is voor de ander die jou dit heeft aangedaan.” 

Er ligt heel veel druk binnen het corps om succesvol te zijn, om te scoren

Toch is ze ook begripvol naar de mannen van het corps, en heeft ze ervoor gekozen om ook een mannelijke hoofdpersoon te volgen in het verhaal, die onder andere worstelt met zijn plek en de verwachtingen binnen het corps. “Er ligt heel veel druk binnen het corps om succesvol te zijn, om te scoren. Je moet in het de meest prominente club terechtkomen, in een vooraanstaand huis wonen, en je wordt door ouderejaars opgezweept om dingen te zeggen over en doen met vrouwen die waarschijnlijk niet goed voelen. Het is niet goed te praten, maar een jongen van 18 kan daar onder al die druk wellicht niet altijd tegenwicht aan bieden. Die cultuur moet veranderen.” 

Met het boek geeft Van den Berge woorden aan de dingen die normaal gesproken niet zomaar besproken worden: iets waar de vereniging en haar leden meestal niet om staan te springen dat het naar buiten komt. Toch is ze niet bang voor negatieve reacties op het boek.

“Ik sta heel erg achter dit boek: we moeten het hebben over diepgeworteld seksisme binnen het corps. Dat heeft zulke extreme vormen aangenomen, dat zwijgen niet meer kan. Ik vind dat we daar ook als oud-leden verantwoordelijkheid voor moeten nemen. De studentenverenigingen van Nederland zouden tien jaar terug bijna cultureel erfgoed zijn geworden, maar dankzij de bangalijsten van Vindicat is dat niet doorgegaan. Iedereen kan zijn mond blijven houden, maar dan is straks de maatschappelijke kritiek zo groot dat het corps niet meer geaccepteerd wordt. Het alternatief is dit: we gaan meer openheid geven, en oud-leden gaan zich er meer openlijk mee bemoeien.”

Jojanneke moedigt mensen in de media, politiek of andere publieke functies aan om hun mond open te trekken als het misgaat en zich actiever met het corps te bemoeien. “Het is niet zinvol gebleken om het aan de verenigingen zelf te laten. Transparantie is nu heel hard nodig, en er moet écht een cultuurverandering plaatsvinden van binnenuit, niet alleen maar symboolpolitiek voor de buitenwereld. Het zou geweldig zijn als een Wopke Hoekstra, die in de senaat van Leiden zat, eens een rondje corpora doet om het gesprek aan te gaan.”

Het boek van Jojanneke ligt vanaf vandaag in de (online) winkels. 

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Advertentie